Boeken / Non-fictie

Slaat Duitsland zijn vleugels uit?

recensie: Hanco Jürgens en Ton Nijhuis (red.) - De vleugels van de adelaar: Duitse kwesties in Europees perspectief

In de Nederlandse media is er veel meer aandacht voor de Amerikaanse politiek dan voor de Duitse. Maar wat er in Berlijn gebeurt, is voor Nederland op z’n minst even belangrijk. De recent verschenen bundel van het Duitsland Instituut biedt de mogelijkheid de kennisachterstand in te halen.

De elf bijdrages van verschillende auteurs behandelen uiteenlopende thema’s, zoals de economie, de politieke relatie met Frankrijk, immigratie en de nog altijd ongemakkelijke omgang met de nationale identiteit. Bijna alle thema’s worden vanuit Europees perspectief bekeken.

Euro

Dat Europa zo sterk aanwezig is in het boek, is logisch. De recente geschiedenis van Duitsland is onlosmakelijke verbonden met de Europese integratie. Misschien wel het meest ingrijpende project van de Europese integratie is de invoering van de euro. Dat is, zeker sinds de eurocrisis, nog altijd een heet hangijzer en ook in dit boek een belangrijk thema.

De voormalig directeur van de Nederlandse Bank André Szász, die een van de bijdrages verzorgde, zag de invoering van de euro als een fout waarvan we vandaag de dag de gevolgen merken. Het Nederlandse en Duitse standpunt was lang dat de invoering van een gezamenlijke munt de bekroning moest zijn op het integratieproject – en volgens Szász hadden zij bij dit standpunt moeten blijven.

In de praktijk ging het andersom. De euro werd ingevoerd vóór de economieën van de lidstaten naar elkaar toe waren gegroeid en de bestuurlijke macht was geconcentreerd. Dat kwam door de druk van met name de Fransen: zij wilden een snelle invoering van de euro. Die economische convergentie en de machtsconcentratie zouden als vanzelf volgen, zo was de gedachte.

Weeffout

De Duitse Bondskanselier Helmut Kohl ging overstag en de Fransen kregen hun zin. Maar van een euro die voor meer integratie zou zorgen, kwam weinig terecht. De economieën groeiden juist verder uit elkaar en de politieke integratie vond, mede door verzet van de Europese burgers, geen doorgang. De euro was verkeerd begonnen, aldus Szász, en ‘wat verkeerd begint, komt zelden goed.’

Szász’ voornaamste angst was dat Europa een transferunie zou worden. Het rijke noorden betaalt voor het arme zuiden, maar heeft geen invloed op het aldaar gevoerde beleid. Hij vreesde daarmee dat de euro niet voor verbinding, maar juist voor verdeeldheid tussen Noord en Zuid zou zorgen. Wie de debatten over de Griekse crisis heeft gezien – zowel in Duitsland als in Griekenland – kan moeilijk volhouden dat Szász het verkeerd zag.

Compromissen

De bijdrage van Michèle de Waard, columniste bij het Financieele Dagblad, is een stuk positiever over het europroject. Zij laat aan de hand van de eurocrisis zien dat er inderdaad verschillen zijn, maar dat de Europese leiders (met name: Angela Merkel) in staat zijn gebleken de situatie op te lossen. Dat gebeurde met een hoop onrust, debat en ruzie, maar uiteindelijk met compromissen. Haar conclusie luidt: er zaten inderdaad fouten in het optuigen van de euro, maar geen onherstelbare.

Deze korte geschiedenis van de invoering van de euro illustreert een bredere ontwikkeling. Voorzichtig neemt Duitsland meer en meer een leidersrol op zich in Europa. Dat was, gezien het Duitse verleden, lang ondenkbaar. Hoewel het enerzijds bij andere landen nog altijd weerstand oproept, klinkt de roep om Duits leiderschap ook steeds luider. Kan en wil Duitsland die rol op zich nemen?

Duits leiderschap

Uit de verschillende bijdrages blijkt dat Duitsland nog altijd worstelt met die vraag. Het wordt door de omstandigheden gedwongen de leidende rol op zich te nemen – het is nu eenmaal het rijkste en invloedrijkste land van Europa – maar tegelijk voelt het zich daar ongemakkelijk bij.

Dat ongemak laten de auteurs goed zien in bijdragen over de omgang met de nationale identeit, de opkomst van het populisme en de vluchtelingencrisis. Hiermee geeft het boek een helder inzicht in de interne Duitse debatten die vaak de achtergrond vormen voor de Duitse opstelling in Europa. De ondertitel van het boek had ook omgedraaid kunnen worden: Europese kwesties in Duits perspectief. Juist dat laatste perspectief – en de binnenlandse achtergrond daarvan – blijft in de Nederlandse media vaak onderbelicht. Dit boek is daarom geen overbodige luxe.