Schrijfster worden? Niet in de buurt van een schrijver!
In Verleiding en verraad lezen we indringende beschouwingen over talentvolle vrouwen die in de schaduw van hun mannen niet of niet geheel tot hun recht kwamen. Na een lang huwelijk scheidde Elizabeth Hardwick zelf van en verzoende zich later weer met de manisch-depressieve dichter Robert Lowell. Die had uit haar brieven geplunderd voor eigen werk.
De vrouwen in Verleiding en verraad die niet van vlees en bloed zijn, spelen rollen in toneelstukken van Ibsen of zijn romanpersonages. Zij missen in hun verzonnen plots enig realiteitsgehalte, waardoor Hardwick’s bewijslast voor haar interpretaties iets theoretisch houdt. Acteurs weten daaraan te ontkomen. Hardwick voelt misschien al nattigheid waar ze over Hedda Gabler schrijft dat die ‘wel degelijk echt is, maar eerder in de knoop zit dan dat ze werkelijk complex is.’ Elders geeft ze toe dat fictie ‘niet helemaal te verenigen valt met de roekeloosheid en de stormen van het leven.’
Naderbij
De wereld van de gezusters Brontë staat ons wél naderbij, geholpen ook door de verfilmingen van de romans van Charlotte, Emily en Anne. En die hangen weer nauw samen met hun levens, ‘afgesneden van de natuurlijke saamhorigheid van de boerenklasse.’ Die ontbrak in het strenge domineesgezin met een zoon (geen dochter!) die in zijn ongeluk alle perken te buiten kon gaan.
Triest is ook het ongelijke ongeluksspel tussen Scott en Zelda Fitzgerald, die net als Sylvia Plath door geestesziekte werd geplaagd. Die staat centraal in de meeste van haar gedichten. Geen pretje als je daar niet in mee kan gaan, hoezeer ze de dichtkunst op zichzelf ook machtig is. De motor achter haar ongeluk was de vroege dood van haar vader en de ontrouw van haar echtgenoot. Hardwick vindt haar ‘geen aardig mens’, wat bezwaarlijk alleen uit teksten opgemaakt kan worden. Streng ziet ze ‘haar zelfmoord als een optreden.’ Maar misschien zag Plath die, net als haar poëzie, als een vorm van nalatenschap, een statement dat naadloos op de poëzie aansluit.
Niet overtuigend
Hardwick legt niet geheel overtuigend uit waarom ze de romans van Virginia Woolf prachtig vindt, maar op zekere hoogte niet interessant. The waves ontroerde haar, maar ze ‘weet niet wat ze erover zou kunnen zeggen.’ Woolf schrijft de mooiste oppervlakken, maar ‘alles wordt versluierd door een mist van bekoring.’ Wat moet je daar als lezer mee aan?
Haar beschouwingen zitten stuk voor stuk vernuftig in elkaar en zijn een genot om te doorvorsen. Dat gaat niet altijd meteen: ze viert haar vindingrijkheid met een zekere lust tot formuleren, niet zelden tegen het poëtische aan. Dat veroorzaakt enige vaagheid in haar redeneringen, zodat je je afvraagt of ze dan wel kloppen. Het is een schrijfstijl die juist wél goed past in haar ook pas vertaalde roman Slapeloze nachten.
De cases worden besloten met Dorothy Wordsworth en Jane Carlyle. Die hebben in het hoofdstuk ‘Amateurs’ ook met hun mannen geen benijdenswaardig geluk, juist omdat ze zich aan enige schrijfambitie waagden.
Helderheid
Waarschijnlijk als slotsom eindigt het boek met het hoofdstuk ‘Verleiding en verraad.’ In haar langere zinnen leeft Hardwick zich graag uit in twee of drie varianten van een statement. Die voegen nauwelijks iets toe en doen de helderheid van het betoog geen goed.
Dat ze haar gezichtspunten nog eens staaft aan een serie romans van voor de seksuele revolutie, is op zich geen bezwaar. De openbaarmakingen en veroordelingen in onze tijd betreffende verkrachting in het huwelijk, #Me Too en ander seksueel grensoverschrijdend gedrag hoeven niet per se te betekenen dat de aloude verhoudingen tussen mannen en vrouwen echt verbeterd zijn. Die gedragingen kwamen vroeger, hypocriet genoeg, hooguit bedekt aan het licht, evenals borsten in speelfilms. Misschien dat mannen zich meer beschaamd voelen om in de fout te gaan, maar onbeschaamd zijn de gevallen onverkort wel.