Ruimte om te kijken
DUBBELRECENSIE (Klik hier voor de recensie van Museum De Fundatie)
Zowel Museum De Fundatie als Rijksmuseum Twenthe kregen vijfentwintig Turners. Hoe bouw je daar een tentoonstelling omheen? De musea hebben elk een heel ander antwoord op die vraag, zo toont de huidige dubbeltentoonstelling.
De bruiklenen werden verdeeld volgens de inventieve gedachte de elementen als leidraad te nemen. Zwolle kreeg ‘water en vuur’, Enschede kreeg ‘aarde en lucht’. Enschede opent de tentoontstelling met ‘The sun is GOD’ – de tekst die Turner op zijn sterfbed zou hebben gezegd, in een fraaie quote op de muur, met het woord ‘god’ in het geel en op de plaats van een zonsondergang. Ernaast hangt meteen een Turner, die je al van meters afstand ziet wanneer je erop afloopt: Modern Italy uit 1838 wordt er in het spotlicht gezet. Het schilderij behelst inderdaad prachtige luchten. De belichting is goed gedaan, net als eerder al bij de Van Eyck- tentoonstelling: verduisterde ramen en goed gerichte spotjes met zacht geel licht, zodat in het glas nauwelijks de schaduw van de bezoeker is te zien.
Duidelijke structuur
“How awful is the silence of the waste”, begint de tweede zaal haar thema. Dolbadern Castle, North Wales is het tweede Turnerschilderij dat tentoon wordt gesteld. De enorme quote van de kunstenaar is slim bovenaan in de zaal geplakt, waardoor hij niet opdringerig is. Het schilderij waar het om gaat wordt mooi gepaard tegenover Van Ruisdaels Landschap met ruïnes (1650-1682), dat er tegenover gehangen is. Dan volgt er een zaaltje met Turners aquarellen bij elkaar – de Turnerliefhebber kan opgelucht ademhalen. Maar ook de andere, hedendaagse kunstenaars doen niet vreemd aan, omdat er ruimte is en omdat ze ten eerste ruimte aan Turner laten. Lotte Geevens The Sound of the Earth, een audio- opname uit 2014, stoort daarom niet omdat de bezoeker niet gepusht, maar uitgenodigd wordt na te gaan denken over de vraag of Turner zo’n audio-opname misschien wel had kunnen waarderen. Ook Peter van der Es’ videocollage uit 2012, met materiaal van films uit het einde der tijden, een bruisende waterval die als een soort supergif de “Hope”-zaal luister bijzet, is een toevoeging die tot zijn recht komt.
Gaandeweg kunnen begrijpen
In elke zaal die je binnenkomt staat een schilderij van Turner centraal. De zaal wordt verlucht met een quote van hemzelf, heel groot op de muur, die over dat schilderij gaat. Het is meteen duidelijk welk schilderij van belang is en welke emotie van de schilder daarbij centraal staat. Vervolgens legt de aanvullende zaaltekst in heldere bewoordingen uit over het werk. Daarna kun je als bezoeker zelf de de werken die eraan gepareerd zijn bekijken en beoordelen, en zo weer opnieuw naar die specifieke Turner kijken.
Het museum laat de stem van de kunstenaar horen en de weg van de kunstenaar zien. De kunstwerken flankeren hem hier echt, in plaats van dat ze aan hem kleven zonder uitleg en hij erin verzuipt. Deze kunstenaar is groots en de tentoonstelling is groots opgezet. Stap voor stap is hier te zien hoe de aquarellist van veertien eigenlijk altijd aquarellist is gebleven, hoe hij als aquarellist met olieverf omgaat. “I did not paint to be understood, but I wished to show what such a scene was like”, luidt een van de laatste zaalquotes. De culminatie daarvan toont zich in Falls of Schaffhausen uit 1845. Waar de lovende zaalteksten in De Fundatie het louter lijken te hebben over prestige, geeft Het Rijksmuseum Twenthe de bezoeker de kans om te proberen gaandeweg te kunnen kijken met de ogen van de kunstenaar.