Hoera Nederlands leeft!
“Professioneel bezig zijn met Nederlands is het mooiste wat er bestaat.” Jos Joosten, hoogleraar Nederlandse letterkunde, is erg blij met zijn beroep en schrijft in Hoera! Een boek over de verschillende mooie kanten van de Nederlandse letterkunde en Neerlandistiek.
Neerlandistiek is veel in het nieuws, bijvoorbeeld als het gaat om de eindexamens Nederlands, de slechte leesvaardigheid van jongeren, de leeslijst of veranderde spellingregels. Kranten staan er vol mee en in talkshows zijn het vaak hot topics. Paradoxaal genoeg lopen de studies Nederlands bijna leeg, is er een groot tekort aan docenten Nederlands en vinden leerlingen het één van de stomste vakken op school.
Een mooi en veelzijdig onderwerp voor een boek dus. Hoera! Een boek over Nederlands en Nederlandse letterkunde van nu bestaat uit een aantal losstaande onderdelen: de beschrijving van het brede veld van de Neerlandistiek, ‘mijn kleine canon’ met aanbevelingen en afraders van eenentwintigste-eeuwse Nederlandse boeken en wat meer academische teksten over de literatuurwetenschap buiten het boek en Neerlandistiek in het publieke domein. Een aantal hoofdstukken verscheen al eerder in een andere vorm online of in (wetenschappelijke) tijdschriften. Dit is duidelijk te merken, want de stukken verschillen soms behoorlijk van toon en stijl.
Een klein modern canon
Een groot deel van het boek bestaat uit beschrijvingen van aanbevelingen en afraders van eenentwintigste-eeuwse boeken, die soms vergeten of juist overschat zijn door het publiek. Joosten leeft zich uit in dit stuk en steekt zijn mening niet onder stoelen of banken. Meer nog, hij weet deze treffend te verwoorden, bijvoorbeeld: “Lees ik Baudets proza dan heb ik het gevoel dat James Last de literatuur is binnengemarcheerd.” De bestseller Huidpijn van Saskia Noort noemt hij ”[…] net zo spannend als historische stadswandeling door Lelystad […]”.
Naast het afraden van een aantal boeken, is Joosten ook erg enthousiast over een paar teksten. Zo raadt hij de dichtbundel Er is een band die rapemachine heet (2020) van Levina van Winden aan. Hierover is hij laaiend enthousiast, omdat met weinig worden treffende beelden en emoties worden geschetst. Andere boeken waarover hij positief te spreken is, zijn onder meer het boekenweekgeschenk van Hanna Bervoets en DJ van Kluun.
Dit moderne canon is waardevol, want er wordt nog niet zoveel aan canonvorming gedaan bij boeken die verschenen zijn na 2010. Joosten kraakt een aantal boeken af, die veel in de media zijn verschenen en bejubelt boeken die daar juist werden verzwegen.
Actualiteit en wetenschap
Naast de bespreking van een aantal boeken, wordt er veel aandacht besteedt aan de actualiteit en wetenschap rondom de neerlandistiek. Zo opent Joosten met de geschiedenis en ontwikkeling van het vakgebied en gaat hij uitgebreid in op haar huidige imago. Dit eerste deel leest gemakkelijk en zal bij de meeste neerlandici of geïnteresseerden herkenning opwekken. Zo wordt de mythe van de leeslijst in het voorgezet onderwijs ontkracht.
Het laatste deel van het boek is wat wetenschappelijk van toon en gaat over de literatuurwetenschap buiten het boek. Hoe wetenschappelijk is het genre de biografie? Hoe autonoom is de literatuur? En, gezien de ophef rondom kinderboekenschrijver Pim Lammers, zeer actueel:de relatie tussen literatuur en rechtspraak in Nederland. Joosten brengt de discussie rond wat een schrijver wel en niet kan schrijven, volgens rechtszaken uit het verleden.
Tenslotte trekt Joosten een aantal redelijk positieve conclusies over het vakgebied. Zo lijkt de terugloop in studentenaantallen te stagneren, blijft er veel interesse vanuit de media en is er nog altijd veel publiek voor taalprogramma’s als De Taalstaat. Bovendien blijkt de politiek ook veel waarde te hechten aan het vakgebied.
Joosten preekt voor eigen parochie. Het is geen boek dat ongeïnteresseerden probeert te bekeren tot de Neerlandistiek, maar eerder een boek voor neerlandici of geïnteresseerden in de Neerlandistiek, die door het lezen nóg enthousiaster zullen worden voor dit vakgebied. Het toont dus aan dat neerlandistiek een vakgebied is met vele facetten, waarvan het er slechts een aantal belicht.