Gesprekken met Satan
Weinig romans doen zo vreemd aan als Harpie, de eerste novelle van de Nederlandse dichteres Hannah van Binsbergen. In deze korte roman maken we kennis met een eigenzinnige (ex-)studente, die een einde aan haar leven wil maken en fictieve gesprekken voert met Satan. Nog nooit werden suïcidale gedachten zo poëtisch op papier gezet.
Je ziet het weleens voorbij komen in een film: het hoofdpersonage is verstrikt geraakt in hopeloze vertwijfelingen en – plop! – een duivel en engel verschijnen op diens schouders en geven geheel tegenstrijdige adviezen aan de immer twijfelende protagonist. In Harpie is het alleen de duivel, Satan in hoogsteigen persoon, die zijn ideeën en ´wijze raad´ geeft en zich manifesteert in verschillende gedaantes.
Satan is Harpies enige steun en toeverlaat in haar leven. Ze staat ver af van andere personen, laat huis en haard verslonzen en vervalt in de ene na de andere suïcidale gedachte. Ze besluit om zichzelf nog één levensjaar te gunnen en gaat niet één maar twee nieuwe uitdagingen aan: ze wordt zowel secretaresse bij MetaMedia als escorte bij Bespoke Encounters. Bij MetaMedia laat ze zichzelf met niemand in en ze begint haar anoniem blijvende collega´s zelfs te haten. Dat is wel anders dan in haar rol als ´luxe prostituee´, alwaar haar seksuele lusten keer op keer worden verzadigd.
Explosief goedje
De ingrediënten van deze roman lijken een explosief goedje te zijn en je bereidt je als lezer voor op (zéér) negatief gedachtegoed. Toch leest het bij lange na niet zo pessimistisch als je zou denken. Dat ligt aan de sarcastische ondertoon van dit boek. Satan – een bijfiguur die alleen lijkt te bestaan in de fantasie van Harpie – zet Harpie aan tot zelfreflectie en doet dat door de meest spottende opmerkingen te maken.
Harpie houdt zich echter dapper staande tegenover al deze cynische, negatieve uitlatingen. Achter de slonzige jonge vrouw schuilt een eenzaam meisje dat door haar grote liefde Albert is verlaten en zich sindsdien niet meer staande weet te houden. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat ze haar lichaam in de nachtelijke uren van de dag uitleent aan willekeurige mannen die uit zijn op vluchtige intimiteit. Ze is simpelweg niet in staat van zichzelf te houden en weet dan ook niet hoe ze anderen moet liefhebben. Ze neemt een houding aan waarvan ze hoopt dat die nét acceptabel genoeg is voor anderen én niet laat doorschemeren wat voor leeg omhulsel ze zelf is:
¨Ze kan zichzelf modelleren naar gangbare ideeën, net zolang tot de dode binnenkant onvindbaar en vergeten is, en ze louter een glanzend, reddend oppervlak is geworden.¨
Versnipperd masker
Gaandeweg ontstaan er steeds meer scheurtjes in het masker dat Harpie draagt. Ze heeft zichzelf zoveel nieuwe identiteiten aangemeten, dat ze zelf niet meer mee kan draaien in het toneelstuk dat ze iedere dag opvoert. Langzaamaan verliest ze de grip op de werkelijkheid en dit begint andere personages op te vallen.
Ondanks het niet erg realistische gehalte van deze roman, weet Van Binsbergen een alomvattend beeld te scheppen van een jong meisje in bittere vertwijfeling en angst. De jonge dichteres Van Binsbergen schrijft beeldend en verhult alles in treffende metaforen. Het is alsof dit verhaal is ontgonnen uit een gedicht en dat er gaandeweg meer woorden aan toegevoegd zijn, om het geheel meer ´body´ te geven en een meer specifieke karakterschets te geven van de protagonist.
Harpie is een personage met wie je je niet gemakkelijk kunt identificeren, maar je begint haar gaandeweg – ondanks haar wereldvreemde acties – te begrijpen. Vooral door het einde van deze roman, dat laat inzien dat Harpie niet alleen is in haar strijd tegen negatieve – en zelfs doodse – gedachten. Dit relaas over een leven dat gedoemd lijkt te mislukken, is zó´n ongekend verhaal dat je wilt weten hoe het afloopt. Het vergt van de lezer de wilskracht, die het hoofdpersonage langzaamaan verloren is.