Pleidooi voor het sentiment
Elf jaar moesten bewonderaars van Alles is verlicht en Extreem luid & ongelooflijk dichtbij erop wachten: een nieuwe roman van Jonathan Safran Foer. Maar hij is er: Hier ben ik, een bovenal weergaloze ontvouwing van de dynamiek van het gezin.
Jacob en Julia zijn zestien jaar getrouwd en hebben drie zonen van wie de oudste op het punt staat bar mitswa te worden. Een wezenlijk moment waarop de verhoudingen in het gezin op scherp worden gezet en waarna al vrij snel duidelijk wordt dat het echtpaar elkaar ergens in het spitsuur van het leven is kwijtgeraakt. Een scheiding blijkt onafwendbaar. Hier ben ik is een pijnlijke reconstructie van wat er misging, maar ook een ode aan de huwelijksjaren, aan opvoeden en aanmodderen. Jacob concludeert over die jaren: ‘er was te veel liefde om gelukkig te zijn.’
Hoofd en hart
Foer bouwt een verhaal op dat uit twee componenten bestaat: crisis in een land versus crisis in een gezin. De eerste crisis is die in Israël, waar Foer een nieuwe climax in de oorlog laat ontstaan, naar aanleiding van een verwoestende aardbeving. Een Derde Wereldoorlog, een oproep aan Joden over de hele wereld om naar Israël te komen om te vechten, en de vraagstukken waar de hoofdpersonen als Amerikaanse Joden – al dan niet binnen die actualiteit – mee worstelen. De tweede is de crisis in het huwelijk van Jacob en Julia.
Het boek kent twee grondtonen: intellectualisme en sentimentalisme. Het contrast tussen de twee is groot. Waar de ‘huwelijkse hoofdstukken’ veelal lezen als een puntige romcom die een groot publiek zou trekken, is er tekstueel gezien regelmatig sprake van complexe zinnen die na drie keer lezen nog niet te begrijpen zijn:
‘Terwijl Sam op het bankje van rabbijn Singer zat te wachten, naderde Samantha de bima. Die had Sam van digitaal oud iepenhout gebouwd dat hij geborgen had van de bodem van een digitaal zoutwatermeer dat hij had gecreëerd en waarin hij een jaar geleden een klein woud had laten verzinken, toen hij net als een onschuldige hond op een gemene elektrische vloer de machteloosheid had leren kennen.’
Hier is de intellectuele uitdaging van zodanig formaat dat het leesplezier in de weg zit. Veel vaker gebeurt dat net niet – dan daagt de manier waarop Foer schrijft uit om de manier waarop het hoofd van Foer werkt zo ver mogelijk te volgen. Een buitengewoon intelligent en creatief hoofd is dat.
De Bijbel
Er zit creativiteit in Foers romans die tot buiten het verhaal strekt. In Alles is verlicht was het de merkwaardige taal van de tolk, in EL&OD was het de visuele verbeelding en in Hier ben ik is het de vorm, de vervlechting van het verhaal met de televisieserie die Jacob in het diepste geheim heeft geschreven.
Jacob heeft het script voor deze televisieserie voorzien van een gebruiksaanwijzing die hij de Bijbel noemt en die toelicht hoe de scenes (uit zijn eigen leven) gespeeld dienen te worden. Die toelichting staat bol van symboliek en wordt uiteindelijk veel omvangrijker dan het verhaal zelf. Het schrijven van de serie is Jacobs vlucht uit het echte leven. Voor zijn zonen is dat het computerspel (dat volgens hen overigens geen spel mag worden genoemd) ‘Other Life’, waarin Jacob – wederom is Foer niet licht in symboliek – per ongeluk de avatar van zijn zoon aan een dodelijk giftige plant laat snuffelen.
Het sentiment
De tweede grondtoon in het verhaal vormt zoals gezegd het sentiment. Foer wordt regelmatig te sentimenteel genoemd, waarbij emotie als iets negatiefs wordt geschetst, iets banaals dat in een écht goede roman niet thuishoort. Ook in Hier ben ik wordt het sentiment niet geschuwd, maar daarin schuilt toch juist de pracht van deze roman. Waarom zou een verhaal niet mogen ontroeren? Dialogen als het tiki-taka voetbal van FC Barcelona, scherp, snel, geestig en ja, ontroerend. De scene tussen Jacob en Julia als zij hem confronteert wat ze in zijn telefoon heeft gevonden, je leest het ademloos. Niks mis met een beetje sentiment. En zeker niet in dit boek: Foer is er een meester in.