Pamela Anderson is terug van weggeweest

Wat blijft er over van een showgirl zonder show? In The Last Showgirl brengt regisseur Gia Coppola Baywatch-icoon Pamela Anderson tot leven als Shelly, een van de laatste showgirls van Las Vegas – een verrassende hoofdrol waarin Anderson een kwetsbare kant laat zien die we niet eerder zagen.
Shelly is een van de laatsten uit een verdwijnend tijdperk: een klassieke showgirl uit de tijd dat Las Vegas – althans volgens haar – nog draaide om glitter, glamour en échte showmanship. De film volgt haar, in de nasleep van het nieuws dat haar show zal stoppen, terwijl ze probeert afscheid te nemen van het leven dat haar heeft gevormd
Comeback
Pamela Anderson is zonder twijfel het kloppende hart van The Last Showgirl. Haar spel is kwetsbaar, charmant en verrassend gelaagd. Er zit iets Monroe-achtigs in haar verschijning: giechelig en elegant, met een ondertoon van melancholie dat doet denken aan de sterren uit de Golden Age of Hollywood. Opvallend is dat dit pas haar eerste écht serieuze hoofdrol is, die haar meteen een welverdiende Golden Globe-nominatie heeft opgeleverd.
Ze wordt bijgestaan door veteraan in het vakgebied Jamie Lee Curtis (Halloween, Everything Everywhere All At Once), die de afgelopen jaren met opvallende rollen liet zien dat haar carrière nog lang niet is afgeschreven. Ook hier brengt ze haar kenmerkende energie: luid, scherp en onvoorspelbaar. Haar extraverte aanwezigheid botst bewust met Andersons ingetogenheid en zorgt voor een spannend contrast, hoewel het met vlagen meer overschaduwt dan aanvult.
Stijl boven inhoud
Visueel heeft The Last Showgirl onmiskenbaar flair. De film werd in slechts 18 dagen op 16mm opgenomen. De korrelige beelden zijn levendig en brengen een rauwe, bijna documentair aanvoelende directheid met zich mee. Het handheld camerawerk brengt je dichter bij de personages, en de neonverlichting van Las Vegas zorgt voor een sterk visueel contrast met de melancholische toon van het verhaal.
Coppola creëert moeiteloos sfeer, al wekken de beelden soms verwachtingen op die het verhaal niet weet in te lossen. De esthetiek werkt als een glanzende laag over een film dat toch op losse schroeven staat. De thematiek is helder: vergankelijkheid, moeder-dochterrelaties, de worsteling tussen vasthouden en loslaten, maar blijft helaas grotendeels op de oppervlakte. Emotionele momenten missen opbouw en worden vluchtig aangestipt waardoor scènes die zouden moeten raken, hun gewicht verliezen.
Vooral de relatie tussen Shelly en haar dochter schreeuwt om meer diepgang. Hun confrontaties voelen onverdiend, simpelweg omdat we nauwelijks zien hoe ze naar elkaar toe groeien. De korte speelduur van 85 minuten helpt daar niet bij: er wordt te veel aangeraakt, maar te weinig uitgewerkt. Beelden van een dwalende Shelly in het neonlicht van Las Vegas proberen de gaten in het verhaal op te vullen, maar blijven te vaag om echt diepgang toe te voegen, waardoor ze vooral aanvoelen als opvulling in een film die al aan de korte kant is. Uiteindelijk zorgt Coppola’s intuïtieve en rauwe filmstijl, ondanks de fraaie beelden, voor een gevoel van versnippering: de film voelt als een reeks losse flarden die niet altijd samen een geheel vormen.
The Last Showgirl is een film die leeft van zijn sfeer. Anderson schittert in een rol die haar recht doet, en op zijn best raakt de film iets oprechts en teder. Maar hoe mooi de film er ook uitziet, en hoe goed Anderson ook speelt, de echte emotionele diepgang blijft grotendeels uit. De glitter en glamour is aanwezig, maar de rode draad blijft achter het gesloten gordijn, nadat de laatste showgirl het podium heeft verlaten.