Op z’n Gouden Eeuws
Het is een unieke kans om te ontdekken hoe rijke burgers kunst en snuisterijen ten tijde van de Gouden Eeuw in hun eigen riante woonhuizen etaleerden. Naar aanleiding van de tijdelijke sluiting van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) zijn vele grote meesters samengebracht in de tentoonstelling Het Gulden Cabinet – Koninklijk Museum bij Rockox te gast. Het Rockoxhuis leent zich op papier uitstekend voor een tentoonstelling die vroegere tijden doet herleven.
Deze originele 17de-eeuwse patriciërswoning is het voormalige woonhuis van de Antwerpse burgemeester Nicolaas Rockox (1560-1640). Naast zijn burgemeesterschap was Rockox een enthousiast (kunst)verzamelaar en droeg hij als opdrachtgever bij aan het beginnende succes van Peter Paul Rubens (1577-1640). Met de glas-in-lood ramen, een originele schouw en een prachtige binnentuin in vroegrenaissancestijl heeft het woonhuis een historische sfeer. In de renaissance werd veel kunst oorspronkelijk geproduceerd voor een setting als deze.
Kunst én curiositeiten
Dat een kunstverzameling uit de Gouden Eeuw nogal verschilt van huidige museale presentaties, kan worden opgemaakt uit een schilderij dat in het Rockoxhuis hangt. Kunstkamer (1618/1619) van Frans Francken II toont een tafel waarop een overvloed aan curiositeiten als munten, schelpen en haaientanden ligt. Een penning van Hendrik IV, een bloemenvaas, een album met tekening én een Japans slot maken ook nog eens onderdeel uit van het geheel. Boven de tafel hangen de schilderijen: op zo’n centimeter afstand onder en naast elkaar. Met de kunstverzameling wilde de eigenaar anderen imponeren op het gebied van intellect en financieel prestige. Voorstellingen van kunstkamers werden op hun beurt óók zo pompeus mogelijk weergegeven en zijn als bron dus niet altijd even realistisch.
Een bonte verzameling?
Een nauwgezette reconstructie van een kunstverzameling uit de Gouden Eeuw is niet het doel van het Rockoxhuis. De tentoonstelling toont een fictief beeld van zo’n verzameling. Het resultaat is niet zo overdadig als de Kunstkamer van Frans Francken II. Slechts op sommige plekken zijn schelpen of opgezette kogelvissen keurig opgesteld. De laatmiddeleeuwse kamer oogt in dat opzicht zelfs ‘kaal’, met grote lege vlakken op de witte wanden. Wel hangt het meest in het oog springende werk hier: Maria met kind (ca. 1450) van Jean Fouquet (1420-1471). De intense felrode en kobaltblauwe kleuren van de engelen lijken gisteren te zijn aangebracht. Ook Maria’s bijna abstracte ronde, harde borsten ogen best modern. Haar bijzonder hoge voorhoofd, melkwitte huid, bescheiden blik en wespentaille met hoge, ver uit elkaar staande borsten laten echter een 15de-eeuws schoonheidsideaal zien.
In de renaissancekunstkamer hangen schilderijen onder, boven en naast elkaar. Niet alle werken zijn even goed zichtbaar. Het gebrek aan tekstbordjes wordt hier voelbaar. De tentoonstellingscatalogus is mooi, en het streven om bezoekers zo te stimuleren tot lezen is nobel, maar in praktijk levert de opzoektaak zeker in de volgehangen ruimten veel gepuzzel op. Niettemin biedt de catalogus leuke wetenswaardigheden: Jan Brueghel (1568-1625) neemt ons goed in de maling met zijn Bloemen in een vaas. De bloemen zijn wel erg netjes gerangschikt en overlappen elkaar op geen enkele plek. Bovendien is de bloeiperiode van de bloemsoorten niet gelijktijdig. Er is dus maar weinig realistisch aan dit ogenschijnlijk doodgewone, schitterende boeket.
Sublieme meesterwerken van Jacob Jordaens (1593-1678) en Rubens zijn te vinden in de Barokke kunstkamer. Door de lichtinval van de ramen en de spots is Rubens’ Heilige familie met papegaai (ca. 1614) slechts vanuit een onhandig standpunt zichtbaar. Voor Jordaens moet even de nek gestrekt worden. Zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen hangt hoog, boven de schouw. Het intense coloriet en het licht-donker contrast van dit volkse tafereel maken ook op afstand veel indruk. Met de aanwezige sculpturen en kunstkabinetten wekt deze barokke ruimte wel het meest het idee van een pronkkamer.
Iets te indrukwekkend
Ondanks de geschiedenis van het gebouw ontstaat niet het volledige gevoel in een kunstkamer van een echte patriciërswoning aanwezig te zijn. Andere ingerichte stijlkamers dan de kunstkamers zijn er niet. Daarnaast heeft het brein in elke ruimte flink wat nieuwe indrukken te verwerken dankzij de zeventiende-eeuwse etaleermethode. Vanwege de afwezigheid van tekstbordjes moet vervolgens druk in de catalogus worden gebladerd om de boel enigszins te categoriseren. Toch is het Rockoxhuis er, met name in de barokke kamers, knap in geslaagd om de grandeur van de werken te behouden met deze inrichting. De nagebootste originele wandkleuren, die zorgvuldig zijn onderzocht, dragen hier beslist aan bij. In zekere zin is het namelijk best verdrietig dat veel kunstobjecten uit zo’n knusse habitat zijn weggerukt om tegen kille museumwanden te prijken.