Een tros zorgeloze liedjes
Met de huidige lof voor het piepjonge Two Door Cinema Club, waaronder een warme aanbeveling door de BBC, mag dit jonge trio uit Noord-Ierland plotseling in de Eredivisie van de indiepop meedraaien. Hun eerste wapenfeit heet Tourist History, een makkelijk te behappen lenteplaatje dat de aandacht nét lang genoeg vast weet te houden.
Mocht er een handboek zijn hoe in het begin van de eenentwintigste eeuw door te breken, dan heeft Two Door Cinema Club alle hoofdstukken netjes doorlopen. Verzin een quirky bandnaam, trek je eerste luisteraars binnen via MySpace en laat de Engelse pers je de hemel in prijzen. Dit is het jaar waarin ‘TDCC’ mag gaan oogsten, nu het debuutalbum eindelijk uit is.
De hitpotentie ligt ondertussen voor het oprapen: singles ‘Undercover Martyn’ en ‘I Can Talk’, maar ook het onstuimige ‘Eat That Up, It’s Good For You’ kunnen uitgroeien tot kleine soundtracks voor de zomer. De Noord-Ieren klinken optimistisch, als de zonnige kant van Death Cab For Cutie die een paar tandjes sneller afgedraaid wordt. Of het ongeduldige broertje van Delphic, dat minder diep nadenkt en lekker gitaar ging spelen om meisjes mee te versieren. En zo flirt Two Door Cinema Club er vlijtig op los, met een enthousiasme dat de meeste luisteraars snel zal inpakken. Toch is de liefde ook weer snel bekoeld, omdat er onder die zonnige oppervlakte weinig diepte te vinden is en de band te veel de herhaling opzoekt. Misschien illustreren ze dat zelf nog het best, wanneer in afsluiter ‘You’re Not Stubborn’ voor de zoveelste keer het korte refrein herhaald wordt: ‘It’s a common thing to be out of line, but it’s getting old by the fifteenth time’.
Met dat oogsten lukt het dus wel dit jaar; Tourist History is een tros frisse liedjes die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn, maar daarom wel allemaal even goed smaken. De uitdaging voor Two Door Cinema Club ligt nu al in de opvolger. Die mag gerust in hetzelfde zorgeloze electropophoekje liggen, maar zal wel een langere houdbaarheid moeten hebben.