Veelvuldig afkijken
Bij het naamloze debuutalbum van The Kissaway Trail uit 2007 waren velen het over twee dingen eens. Een: dit is een veelbelovende, veelzijdige band. Twee: desondanks klinken de inspiratiebronnen wel erg opzichtig door. Arcade Fire, The Flaming Lips, The Polyphonic Spree, Mercury Rev; allemaal waren ze vertegenwoordigd. Op de opvolger Sleep Mountain kruipen ze nog dichter tegen hun genregenoten aan.
n: dit is een veelbelovende, veelzijdige band. Twee: desondanks klinken de inspiratiebronnen wel erg opzichtig door. Arcade Fire, The Flaming Lips, The Polyphonic Spree, Mercury Rev; allemaal waren ze vertegenwoordigd. Op de opvolger Sleep Mountain kruipen ze nog dichter tegen hun genregenoten aan.
De vijf jonge Denen, die in 2005 onder de naam Isles al het album We Have Decided Not To Die uitbrachten, hebben hun tijd genomen voordat ze weer met studiowerk naar buiten traden. In de tussentijd werd een gedegen livereputatie opgebouwd. Ze tourden met Editors, Passion Pit, White Lies en recentelijk Midlake. In januari 2008 stonden ze op
Het muzikaal spectrum waar The Kissaway Trail zich in beweegt, is op Sleep Mountain iets kleiner dan voorheen. De nummers leunen bijna allemaal dezelfde kant op. De band brengt een indrukwekkende verzameling geluid samen – inclusief banjo, orgel, mandoline en meerdere vocalen – en smeedt het samen tot goed klinkend geheel. Maar we hebben alles al eens eerder gehoord.Zanger Thomas Fagerlund heeft goed naar Win Butler van Arcade Fire geluisterd, die vooral in ‘Don’t Wake Up’ op het schaamteloze af wordt geïmiteerd. Dat is lastig te negeren en doet afbreuk aan de formidabele intro die eraan voorafgaat. Hier en daar klinkt de achtergrondzang van The Shins en er zijn een paar pogingen een nummer à la The National aan een drumpartij op te hangen. Ook Band of Horses en Bell X1 komen geregeld om de hoek kijken. Dat die stijlen te herkennen zijn is uiteraard geen misdaad, maar het ligt er vaak té dik bovenop.
Wisselend resultaat
Het levert een eindrapport op met een paar achten en een paar vijven. Opener ‘SDP’ is een knappe, complete compositie die meteen ruim zes minuten duurt en de ultieme samenvatting van waar de band in uitblinkt. Hoeveel geluiden ook over elkaar heen gelegd worden, het blijft een melodieuze eenheid.
Ook ‘New Year’, met de bombastische opbouw, hoort bij het beste werk van de Denen, maar een nummer als ‘Whirr of Wings’ klinkt dan weer zonder richting of zelfs verdwaald. Het coveren van ‘Philadelphia’, een nummer van Neil Young, is een gedurfde keuze. De uitvoering is niet onaardig en het zorgt voor een welkome afwisseling in tempo.
Zo gelden eigenlijk nog steeds dezelfde conclusies als drie jaar geleden. The Kissaway Trail beschikt over veel talent en maakt muziek van hoge kwaliteit, maar slaagt er vooralsnog niet in een eigen identiteit te vinden.