Onverdraagbare kitsch
Met hun vierde album Battle Born gaan The Killers voort op de weg die ze insloegen met voorganger Day and Age. Van een spannende, ongrijpbare rockband zijn ze verworden tot een oppervlakkige mainstreampopgroep.
Hot Fuss, het debuut van The Killers uit 2004, stond bol van de energie en spanning. Het was wellicht even wennen aan het onvaste stemgeluid van zanger Brandon Flowers (live zingt hij vrijwel nooit zuiver), maar Hot Fuss is een indie-klassieker. Meesterwerken als ‘Mr. Brightside’ en ‘Somebody Told Me’ staan in het geheugen van elke liefhebber gegrift. Ook opvolger Sam’s Town (2006) is een boeiende plaat, al maakte het ongepolijste geluid van Hot Fuss hier al goeddeels plaats voor een meer opgesmukte en gelikte sound. De hits ‘Read My Mind’ en ‘When You Were Young’ illustreren treffend die subtiele verschuiving. Vanaf Sam’s Town gebruiken The Killers steeds vaker elektronica in hun liedjes. Intro’s, intermezzo en melodieën komen niet langer van de gitaar, maar van de computer. Het derde album Day & Age (2008) met bijvoorbeeld ‘Human’ en ‘Spaceman’ deed met al z’n overdreven bombast menigeen terugverlangen naar Hot Fuss.
Te hard op zoek
Battle Born is helaas geen verbetering. Net als op Day & Age horen we veel aanstekelijk bedoelde melodietjes, maar waar dat op de vorige plaat nog weleens goed uitpakte, is het op Battle Born geen enkele keer echt raak. Opener ‘Flesh And Bone’ is niet slecht, maar komt niet tot de orgastische ontknoping die je eigenlijk verwacht. Ook het tweede nummer ‘Runaways’ is aardig, maar blijft op de beslissende momenten te vlak, terwijl krampachtig gepoogd wordt een pakkend melodielijntje neer te zetten. Het hele album blijven The Killers te hard op zoek om daadwerkelijk iets te vinden. Steeds weer is het eerder aanstellerig dan meeslepend. Het lijkt wel of ze verslaafd zijn geraakt aan hits en in hun verslavingsdrift vergeten goede muziek te maken.
De teksten zijn van een werkelijk abominabel niveau. Soms lijkt het of de tekstschrijvers van Celine Dion of Barbara Streisand aan het werk zijn geweest. Mierzoet en vol clichébeelden. In ‘The Way It Was’, een relaas over een ontspoorde relatie, zingt Flowers: ‘Elvis singing don’t be cruel / And I wonder if you feel it too / It’s like we’re going under’. Of het pathetische ‘Here With Me’, met als triestig dieptepunt het refreintje: ‘Don’t want your picture on my cell phone / I want you here with me / Don’t need those memories in my head, no / I want you here with me’.
Mainstreampop
Met twaalf liedjes lijkt Battle Born een goedgevulde plaat, maar zeker zes nummers hadden weggelaten kunnen, misschien wel moeten worden. Opvullers die al na twee luisterbeurten gaan vervelen. ‘The Rising Tide’ kabbelt nietszeggend voort, ‘Heart Of A Girl’ is een dweperig liedje vol medelijden, ‘Be Still’ een ballade die nergens kan boeien. De titel van het album doet vermoeden alsof de bandleden ten strijde trekken, maar verder dan een paar halfslachtige pogingen om een hitje te scoren komen ze niet.
Vooruit, twee sterren vanwege een paar pakkende nummertjes: ‘Flesh And Bone’, ‘Runaways’ en ‘A Matter Of Time’ kunnen er mee door. De rest is onverdraagbare kitsch. Flowers zingt zijn weeïge teksten aanstellerig en de pompeuze melodietjes zijn nergens echt raak. Het is oppervlakkige mainstreampop die nooit de middelmaat overstijgt. Misschien levert Battle Born The Killers een paar nieuwe fans op, tienerfans die het album tussen hun cd’tjes van Lady Gaga en Justin Bieber zullen bewaren. Geen probleem, maar mij zijn ze kwijt.