Muziek / Voorstelling

Frisse Falstaff in de Fifties

recensie: Opera Zuid - Falstaff (Giuseppe Verdi)

Wie nog steeds gelooft in het stoffige imago van opera, in Drama met een hoofdletter D, en dikke sopranen met vikinghelmen of andere exotische klederdracht, wordt door Falstaff van Opera Zuid voorgoed uit die droom geholpen. De voorstelling, onder regie van Nicola Glück, die zich afspeelt in de jaren ’50 van de vorige eeuw, met haar lichte decor en slapstickachtige humor waait als een luchtig briesje door het theater in Tilburg. Jammer dat het briesje niet af en toe een windhoos wordt en wat lang doorwaait.

~

Falstaff, een opera van Giuseppe Verdi, is gebaseerd op het Falstaff-personage van Shakespeare en wordt door Opera Zuid nu in een fluwelen jaren ’50-jasje gestoken. Dat bewijst wel dat het verhaal tijdloos is. Falstaff zit in geldnood en probeert daarom twee rijke, getrouwde vrouwen, Alice Ford en Meg Page, te verleiden met identieke liefdesbrieven. Daar komen zij gauw genoeg achter en ze besluiten Falstaff in de maling te nemen. Ook heer Ford, de man van Alice, is op wraak uit. Zelfs na een ongewenste duik in de Theems laat Falstaff zich niet uit het veld slaan. Dit leidt tot een ware maskerade en in de consternatie verzint ook Nanette, de dochter van Ford, een list om tegen de wil van haar vader met haar geliefde Fenton te trouwen.

Universele taal

~

Eén van de redenen waarom opera soms wat ontoegankelijk lijkt, is de taal. Ook Falstaff wordt helemaal in de originele taal, het Italiaans, gezongen. Het theater beschikt voor deze voorstelling over boventiteling en dat helpt zeker de actie op het toneel beter te volgen. Van de andere kant is het ook een afleiding, helemaal omdat de tekst erg hoog hangt en het onmogelijk is je oog zowel op de actie als op de vertaling te houden. Toch spreekt wederom de non-verbale taal, die van de muziek, enscenering en lichaamstaal, zeker zo luid en is het verhaal goed te volgen. Er wordt werkelijk prima geacteerd en ook de personages zijn perfect gecast. Noé Colín (Falstaff), een zwaarlijvige Danny DeVito lookalike met zwart hoornen bril en een roodfluwelen jasje, vormt het humoristische middelpunt van de voorstelling, maar ook de vrouwen acteren met speels enthousiasme terwijl de heren strak en statig over het toneel paraderen. Opvallend is ook Mark Omvlee in de rol van Bardolfo, een van Falstaffs dienaren. Zijn timing van grappen en acties is feilloos en hij weet zowel met een subtiel gebaar als met zijn hele fysiek de tekst van zichzelf en anderen te ondersteunen.

3 x lachen

~

Deze ‘opera buffa’, een komische opera waarin één of meer liefdeskoppels centraal staan, behaalt haar lachsalvo’s op drie manieren. Veel van de humor komt direct uit de tekst. Uiteraard is het voor het publiek moeilijk de nuances hiervan op te pikken, maar de boventiteling, ondersteund door sterk acteerwerk, zorgen er voor dat veel grappen toch aankomen. Soms heb je echter het idee dat je naar een moderne versie van Laurel & Hardy-sketches zit te kijken, alleen dan mét geluid. Met name de acties van de twee bedienden hebben daar erg veel van weg, bijvoorbeeld wanneer zij keer op keer samen door een deuropening proberen te lopen en vast komen te zitten, met bezems vechten of elkaars bolhoeden, perfect getimed, overgooien. Ten slotte is er ook subtielere humor. Een bepaalde blik of een terloops gebaar kan, hoe klein dan ook, waarachtig op de lachspieren werken. Een zanger uit het ensemble verschijnt bijvoorbeeld iedere keer al krantlezend in de scène en valt amper op. Het is de vraag hoeveel toeschouwers het is opgevallen dat hij in de laatste scène, waarin iedereen in sprookjesachtige kleding is uitgedost, verschijnt in pak en krantenhoed. De humor varieert dus van zeer talig of subtiel tot in your face, maar weet de aandacht wel vast te houden.

Uit de maat

~

Het was fijn geweest als deze variaties van humor, en trouwens ook van decor, weerspiegeld zouden zijn in de zang en muziek. Helaas is de muziekvariatie in Falstaff soms iets té subtiel, waardoor halverwege de tweede acte de aandacht wat verslapt. De afwisseling zit vooral in genre en snelheid. Fabio Trümpy (Fenton) zingt een melodieus liefdeslied in akte 3, scène 2, Falstaffs nummers zijn vooral bombastisch en over the top en de vrouwen zingen vaak wat lichter en sneller. Met name hun harmonieuze scheldkanonnade, wanneer zij erachter komen dat Falstaff hen identieke brieven heeft gestuurd, is memorabel. Echte koorstukken blijven uit tot de allerlaatste scène. Daarbij is de timing wat ongebalanceerd omdat aktes 1 en 2 voor de pauze gezongen worden en akte 3 erna. Ten slotte viel ook de zang van Colín op, en helaas niet positief. Waar hij perfect in zijn rol past qua uiterlijk en acteren, heeft hij een mooie maar wat zachte zangstem, alsof hij zich bewust inhoudt. Dit is jammer omdat een volle, sterke klank beter bij het personage gepast zou hebben.

Toch is Opera Zuid erin geslaagd om het meeste te halen uit dit klassieke stuk. De regie van Glück was levendig en verrassend, evenals het decor en de kostuums van Pia Oertel. Geen stormachtige windvlagen dus, maar soms is een fris briesje precies waar je behoefte aan hebt.

Falstaff is nog te zien t/m 6 juli in Venlo, Rotterdam, Maastricht, Utrecht en Amsterdam. Klik hier voor de speellijst.