Muziek / Concert

Een afspraak met Il Maestro

recensie: Ennio Morricone

Ennio Morricone is een legende. De 87-jarige Italiaan veranderde met zijn eigenzinnige geluid de manier waarop er naar filmmuziek werd geluisterd: anders dan een aanvulling van de beelden werd de muziek zelf de moeite van het luisteren waard. In een volle Ziggo Dome dirigeert Il Maestro zich een weg door zijn veelzijdige oeuvre.

Morricone begint het concert sterk met de opzwepende openingsmuziek van The Untouchables – filmmuziek die een beklemmende spanning overbrengt met zijn nerveuze tempo en plotselinge percussieaanvallen. Hierna wordt het wat softer, wat een interessante tegenstelling laat zien in het oeuvre van de componist.

Morricone de muzikale excentriekeling, is vele malen interessanter dan de componist van mooie aanzwellende en sentimentele muziek die gemaakt is om te ontroeren, maar generiek aanvoelt.

Zo volgt na de spanning van The Untouchables de weelderige muziek voor Guiseppe Tornatores sentimentele The Legend of 1900. Af en toe zorgen wat dissonante jazzgeluiden voor wat afwisseling in dat stuk. Als Morricone serieus en gevoelig doet in dienst van grote films, valt het allemaal wat door de mand. Het klinkt kitscherig en geforceerd: de reden waarom veel mensen filmmuziek tegenwoordig ervaren als een cliché voor de oren. Neem zijn muziek voor Tornatores Cinema Paradiso of ‘Deborah’s Theme’ uit Sergio Leones gangster-epos Once upon a time in America. Het klinkt allemaal gladjes en net te zoet.

Rauwe kracht tegenover kitsch


De Maestro is het sterkst als hij je door verrassende geluiden wakker schudt in combinaties die rauw en onverwachts zijn. Vaak past die stijl het beste bij minder serieuze genrefilms die regelmatig het stempel krijgen van lowbrow-vermaak. Tijdens het optreden komt die speelsere en inventievere kant gelukkig ook naar boven.

De heerlijke score voor The Sicilian Clan maakt gebruik van popelementen zoals een aanstekelijk gitaardeuntje als een thema waar de strijkers geleidelijk en braaf omheen zweven. Het is eigenzinnig en sfeervol en past perfect bij de gelijknamige misdaadfilm van Henri Verneuil. Ook Morricones muziek voor de bizarre thriller Indagine su un cittadino al di sopra di ogni sospetto van Elio Petri heeft genoeg karakter en spannende elementen om te boeien en je mee te zuigen in spanning.

Het hoogtepunt van het optreden zijn natuurlijk de deuntjes voor de spaghettiwesterns die Morricones reputatie op de kaart hebben gezet. Il Maestro krijgt hierbij versterking van diva Susanna Rigacci. Dat resulteert in muziek waar bombast en de excentrieke eigenzinnigheid van de Italiaan perfect samenkomen. De openingstheme van The Good, The Bad and the Ugly is natuurlijk over the top, maar het is uniek en weergaloos. Dat wordt nog eens versterkt door een heel arsenaal van een koor.

Van de klassieker van Sergio Leone gaat het over op rustige en wat tamme segmenten van Once upon a time in the West en A fistful of Dynamite. In de versies die ten gehore worden gebracht, ontbreken wat elementen die de originelen spannender maken. De mondharp en de harmonica zijn de grote afwezigen.

Een concert om te ontroeren


De tweede helft biedt weer wat muziek van de grote gebaren met het nummer ‘Chi Mai’ uit Le professionnel met een hoog Richard Clayderman- en James Last-gehalte. Daarna wordt er opgebouwd naar de bombastische en religieus getinte muziek van The Mission, waarbij het koor goed van pas komt. Even lijkt het hier voorbij te zijn, maar het publiek wil echter meer, wat wel blijkt uit een enorme staande ovatie. Il Maestro verzorgt daarom nog een riante toegift met het opzwepende ‘The Ecstasy of gold’ van The Good, the Bad, and the Ugly waar Rigacci nog even haar stembereik laat horen.

Het was een waardige afsluiter van een optreden die de gevarieerdheid van Morricone liet horen, maar ook zijn zwakke punten. Ondanks de kitsch en sentimentaliteit kun je het de gepassioneerde man echter niet kwalijk nemen. Je weet dat het allemaal met hart en ziel gemaakt is en dat hij zijn leven in de muziek nog steeds wil delen met een groot publiek. Het was vooral een concert gemaakt om te ontroeren en waar je op momenten wakker werd geschud door de eigenzinnige kracht van een ongeëvenaarde Italiaanse meester.