Toegankelijke ongrijpbaarheid
Met virtuoze solo’s, om elkaar heen draaiende en continue aanhoudende gitaarlijnen, hier en daar veel ‘wahwah’ en een galmend zanggeluid, haalt Comets on Fire opnieuw oude herinneringen op aan het einde van de jaren zestig. En dan vooral de psychedelische kant van die jaren. Hun vierde plaat Avatar is de tweede in de catalogus van het immer bejubelde SubPop, en tot zover het meest toegankelijke album van de band.
Steevast weten de heren van Comets on Fire een andere draai te vinden in hun muziek, die ze zo min mogelijk in bestaande hokjes willen duwen; van geluidsexperimenten zoals we die kennen van Pink Floyd tot de rock-sound van MC5 of Cream. Op Avatar breekt het geweld direct los met de psychedelica van het acht minuten durende Dogwood Rust. Meesterlijke drums, een ronddansende bas en hypnotiserende gitaren vliegen om je oren. Daaroverheen dendert – volledig over-the-top – zanger/ gitarist Ethan Miller. Deze opener is meteen één van sterkste nummers van de plaat.
Toch is de essentie van de plaat niet na één nummer duidelijk. Het liedje Jaybird bijvoorbeeld klinkt als een jammend Doors-nummer, terwijl Lucifer’s Memory zo op Pink Floyd’s Wish You Were Here had kunnen staan. Het kortste nummer van de plaat, het drie minuten klokkende Holy Teeth, is meer te zoeken in de richting van MC5. Het moge duidelijk zijn: Avatar is een dynamische plaat met veel hoeken en gaten. Als je de band toch per se in een hokje wilt stoppen, stop ze dan in het hokje: 1965-1975. Toegegeven, dat kan alle kanten op gaan. En dat is nu precies waar Comets on Fire voor staat; voor ongrijpbaar.