Tussen licht en duisternis
Voor hen die de zomer en alle vrolijkheid die daarbij komt kijken helemaal zat zijn, maar zich toch ook weer niet direct van een klif af willen werpen, is Pain Is Beauty de perfecte middenweg.
Wie enkele foto’s van Chelsea Wolfe opzoekt, is niet verrast te lezen dat de Amerikaanse singer-songwriter geïnspireerd is door black metal. Des te verrassender is de muziek die ze maakt. Wolfe doopt de misantropie van black metal in een mengsel van folk en elektronica. De prachtige stem van Wolfe maakt het geheel af.
Betoverend
En dit geheel is niets minder dan betoverend. Pain Is Beauty (kon een albumtitel ooit toepasselijker zijn?) balanceert op zowel het randje van de hemel als de hel en speelt met tegenstellingen als licht en duisternis en hoop en wanhoop. Dit spel wordt niet alleen via de teksten (’they’ll love you when you’re dead / and they’ll understand /and you’ll be forgiven then’), maar ook via de muziek gespeeld. Die is log en sleept zich langzaam voort, maar is qua klankkleur eigenlijk helemaal niet zo deprimerend.
De nummers die het best de balans tussen de tegendelen weten te bewaren, zijn ‘Feral Love’, ‘The Warden’, ‘Sick’ en ‘The Waves Have Come’, maar eigenlijk is het onzin deze eruit te lichten. In het geval van Pain Is Beauty is het geheel meer dan de som der delen. Wie zich wil laten onderdompelen in de bijzondere wereld van Chelsea Wolfe, luistert daarom bij voorkeur het album van begin tot eind.
Nieuwe wegen inslaan
Dat Pain Is Beauty zo’n sterk en verfijnd geheel is, is een duidelijke verbetering ten opzichte van haar eerste albums, die moeilijker te verteren zijn. Zowel The Grime and the Glow (2010) als Apokalypsis (2011) is experimenteler, donkerder en mist de balans die het nieuwe album wel heeft. Het lijkt erop dat het toegankelijkere ’tussenalbum’ van vorig jaar (Unknown Rooms: A Collection of Acoustic Songs) belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van Wolfe’s geluid.
De lijn van de toegankelijke, akoestische nummers heeft Wolfe namelijk op haar nieuwe album doorgetrokken. Pain Is Beauty is nog meer poppy en weet zo beter het midden te houden tussen deprimerend en hoopvol. Zware, overstuurde gitaren hebben plaatsgemaakt voor wat lichtere elektronica die ervoor zorgt dat de muziek niet meer overhelt naar de kant van dood en verderf.
Wolfe heeft een nieuwe weg in durven slaan en overtreft daarmee haar eerdere werk. Pain Is Beauty is een van de opvallendste albums van het jaar. Hopelijk valt het ook op bij een groter publiek in de smaak, want een betoverend album als dit verdient het om gehoord te worden.