Dubieus maar interessant experiment
Het muzikale brein van de New Yorkse band Beirut, Zach Condon, drukt media en publiek op het hart dat March of the Zapotec/ Holland géén nieuw album van zijn groep is. Het gaat hier om een dubbel-EP, waarvan de tweede eigenlijk gemaakt is door zijn artistieke alter ego Real People. Dat het maar even duidelijk is. Op March of the Zapotec experimenteert Condon met muziek uit Midden-Amerika, en op Holland zijn het vooral elektronische waagstukken die de boventoon voeren.
Misschien een beetje veel probeersels voor de fans van de twee eerder verschenen Beirut-albums, maar Condon laat ons in ieder geval nieuwe dingen horen. Voor de eerste EP reisde hij af naar Teotitlan del Valle in Mexico, waar hij een band die vooral ervaring had met het spelen op begrafenissen overhaalde om samen met hem muziek te gaan maken. Het resultaat van de samenwerking met deze Jiminezband is te horen in de zes nummers van March of the Zapotec.
De eerste EP
De blazers van de muziekgroep domineren. Ze spelen veelvuldig trompet, trombone, tuba en hobo op de overwegend instrumentale nummers. Of dit nu typisch Mexciaans is, is nog maar de vraag, maar de melancholische melodielijnen die de blazers laten horen in combinatie met de lage klanken uit Condons keel, zorgen ervoor dat de basis voor een droefgeestige stemming snel gelegd is. In ‘La Llorna’ (gebaseerd op een Mexicaanse mythe over de dolende geest van een ontroostbare vrouw) zingt Condon langzaam ‘No man ever could steal her heart / but with bright cold coins I’ll take my shot.’ Alsof je in een sprookje wordt meegesleurd en er niet meer uitkomt. Maar de nummers worden jammer genoeg snel eentonig, en de melancholie verveelt op den duur meer dan dat zij vervoert.Bring out the synth!
Met de tweede EP Holland breekt het synthesizergeweld los. Op ‘My Night with the Prostitute from Marseille’ slaat Condon de plank mis. Het lijkt of de tekst, die ook prima op March of the Zapotec had gepast, een eigen leven is gaan leiden en er iemand per ongeluk een dikke electropopbeat onder heeft gezet. Het resultaat is een geknutseld nummer dat kant noch wal raakt. Hetzelfde geldt voor ‘No Dice’, dat zo van een verzamelcd met de allerslechtste Eurodisco lijkt te komen. De lichtpuntjes van Holland zijn ‘Venice’, waar de langzame synhtesizereffecten wel goed zijn afgestemd op de tekst en de stem van Condon, en ‘The Concubine’, waar hij bij uitzondering nu eens wat creatiever gebruik maakt van de mogelijkheden van zijn stem.
Experiment geslaagd?
Fans van het eerdere werk van Beirut zullen wellicht teleurgesteld zijn, maar het moet gezegd worden dat Condon wel lef toont door de mogelijkheden van zowel zijn muzikale nieuwsgierigheid als zijn talent op te zoeken. En dat zal niet door iedereen gewaardeerd worden. Maar of het je goedkeuring weg kan dragen of niet, het is het proberen waard. Zo kom je nog eens buiten je eigen muzikale kader en word je misschien wel verrast. En waarom dan niet in de vorm van deze dubbel-EP?