In zijn element
Noem het een rendez-vous tussen traditie en moderniteit: Bernhard Fleischmanns onlangs verschenen plaat The Humbucking Coil. Het is de tweede keer dat de Oostenrijker Fleischmann wat verder van de elektronica vandaan opereert. Hoewel, hij blijft binnen de grenzen. En die grenzen zijn breed genoeg voor een fantastisch diepgaand en sferisch album, Bernhard Fleischmann bewijst het.
Foto: Kerstin Anders |
In het verleden vernoemde hij zijn project 505 (met Herbert Weixelbauer) al naar een instrument, een Roland 505-keyboard om precies te zijn. Nu vernoemde hij zijn plaat naar het Humbucker element voor gitaar dat ook meermalen prijkt op de voorkant van de hoes. Voor dit album smeerde Fleischmann, met behulp van zijn oude vrienden Christoph Amann en Christof Kurzmann, de analoge geluiden van een vibraphone, piano en gitaar in met een geheel van knisperbeats, mechanische geluiden, samples en andere elektronische hoogstandjes. Het geheel ademt serene rust uit.
Piepjes en belletjes
Meteen bij de opener Broken Monitors word je door dat oneindige geluidslandschap van Fleischmann meegevoerd. De digitale ritmes krijgen langzaamaan een melodie aangezet door de piano, die zich weer gesteund voelt door de nodige piepjes en belletjes. Het geheel weet zich zeven minuten lang door het nummer heen te herhalen. Daarna draait het geluid zich licht bij, het tempo wordt ietwat terug genomen en er vormt zich een rustig elektronisch popnummer met de titel Gain. Vriend Kurzmann neemt daarin de vocalen voor zijn rekening. Het is ook het nummer waarop de gitaar zijn intrede doet. Daarna is het weer de beurt aan het instrumentale: een viertal nummers lang. Tot aan het pareltje From To, het andere nummer op de plaat waarbij de zang van Kurzmann te horen is, komen de warme geluiden, de lage, maar sturende bastonen en de beats in een heerlijk kabbelend tempo voorbij.
Tegendraads
Behalve de twee gezongen nummers kent de plaat nauwelijks uitschieters. Het album ademt continue sfeer uit en blijft drijven op een hoog niveau. Alleen bij het tegendraadse First Times moet even geslikt worden. Door de dissonantie strijkt het nummer een beetje tegen de haren in, maar gaandeweg weet het zich richting Fleischmann’s vooraf uitgezette lijnen te werken. Dan past het, ondanks het lichte verfremdungseffekt perfect bij de plaat. Dan toont het net als de andere nummers op de plaat melodielijnen die een soort ruimte bieden, een soort hoop. Je bent continue vol spanning aan het wachten op wat komen gaat. Dat maakt het in eerste instantie sereen aandoende The Humbucking Coil tot zo’n fijne plaat.