Toverkunst op het platte doek
De tentoonstelling ‘Magie van het Geschilderde Beeld’ in deWillem3 te Vlissingen onderzoekt de kracht van het geschilderde beeld in onze hedendaagse, op hol geslagen beeldcultuur. Is figuratieve schilderkunst nog magisch te noemen, of is het platte doek inmiddels links en rechts ingehaald door nieuwe media, zoals digitale fotografie en internet 2.0? Zes kunstenaars uit Nederland, België, Duitsland en Engeland geven daar ieder hun eigen antwoord op. In deWillem3 zijn hun werken over drie zalen verspreid met in elke ruimte een intruder of opstoker, die de verhoudingen op scherp zet met een afwijkende visie. Zo gaan de kunstenaars met elkaar de strijd aan, of vredelievender: een dialoog. Over het wezen van de schilderkunst.
In de eerste twee zalen van deWillem3 vallen direct de hangende schermen van Marcel Berlanger (B, 1965) op. Ze delen de ruimte zonder pardon in twee. Door het doorzichtige materiaal (aluminium, hars, kunstvezel) en door gaten in het ‘doek’ ontstaan er ramen naar de wereld buiten het werk: doorkijkjes naar de witte muren, de andere kunstwerken in de zaal, en met een hoofdrol voor het licht. Zijn beelden zijn geschilderd maar lijken sterk op korrelige zwart-wit foto’s. Het zijn gedetailleerde weergaven van flora en fauna.
Thomas Huyghe: Sun Chariots |
Kunstenaar Thomas Huyghe (B, 1971) kiest zijn beelden juist uit onze schreeuwerige mediacultuur: porno, films en reclame. Je ziet grote grijnzende monden, vervormde koppen: de mens in het absurde. Hij schildert op ongebruikelijk materiaal, zoals metalen bollen en veelhoeken. Dat creëert een extra vervorming, een slimme ontsnapping aan de platheid van de schilderkunst. Zijn Sun Chariots staan bovendien op wieltjes, makkelijk verrijdbaar daar waar het nodig is, als de voorgeprogrammeerde meeklappers en -lachers bij goedkope televisie.
Vertrouwd/vreemd
Je kunt de dynamiek van de ruimte gebruiken om vragen te stellen bij kunst, maar natuurlijk ook de afbeelding zelf. Wolfgang Ellenrieder (D, 1959) maakt doeken waar je net iets langer voor blijft staan dan je in eerste instantie had gedacht. Deze Duitse kunstenaar werkt zowel met kwast als airbrush en stopt zijn doeken vol kleuren en details. De basis voor zijn werk haalt hij uit databases met ‘stock photography‘, beelden van alledag, die men in de journalistiek gebruikt als er geen geld is om een fotograaf in te huren. Het zijn foto’s zonder lading, die bij elk willekeurig artikel passen. Ellenrieder manipuleert de vertrouwdheid van die alledaagse beelden. Hoeken blijken ineens qua perspectief niet te kloppen, kleuren zijn net iets te fel. Het gewone werkt verveemdend en dat fascineert absoluut.
Karen Trusselle |
Dit vervreemdende effect is zelfs nog sterker bij de Britse Karen Trusselle (UK, 1951-2007). De recent overleden kunstenares combineerde traditionele schilderkunst met foto’s, gevonden objecten en spiegelende elementen. Er zijn zowel foto’s als geschilderde weergaven te zien van hetzelfde beeld, die ook nog eens door spiegels vermenigvuldigd worden. Wat is hier nog het origineel? Haar werk is intiem, op het beklemmende af. Doeken en spiegels staan achteloos op de grond, tegen de muur aangeleund. Je krijgt het gevoel dat de kunstenares nét even weg is, voor een broodje of een sigaret, maar elk moment terug kan komen om haar installaties te herschikken en verder te bouwen aan haar eigen wereld.
Verder kijken
Bij Martijn Schuppers (NL, 1967) is het materiaal de essentie van het werk, voorbij het creëren van een voorstelling. Zijn schilderijen zijn spiegelglad en vaak monochroom, het is tevergeefs speuren naar de verf op het doek. Dat klinkt misschien steriel, maar is het zeker niet, zijn schilderijen zijn wijds, vol diepte, alsof je naar maanlandschappen en geheimzinnige tunnels kijkt. Van Schuppers zijn ook enkele foto’s te zien, een soort natuurwetenschappelijke studies: extreme uitvergrotingen van de verf die hij op zijn doeken gebruikt. Je ziet zowel zachte als grillige texturen, verf als blobjes uit een lavalamp of juist eeuwenoude steenlagen. Interessant is ook de film over de werkwijze van Schuppers. Hij is aan het werk in een fabriekachtige ruimte, aan een enorm doek. Met gigantisch lange borstels, waarmee je net zo goed de ruiten van ramen had kunnen wissen. Fascinerend om te zien hoe zo’n groot schilderij wordt geboren.
Martijn Schuppers |
Roland Schimmel (NL, 1954) stelt het kijken zelf op de proef. Hij is geïntrigeerd door het ‘nabeeld’, de kleuren en beelden die je op je netvlies ziet als je je ogen sluit. Rood licht geeft bijvoorbeeld een groen nabeeld, rood en groen worden samen een wit licht. Vormen die er met ogen open duidelijk wél zijn vervormen als je een seconde later je ogen dichtdoet. Zoals het spelletje dat je op internet vinden kan: staar minutenlang naar een plaatje van zwarte vlekken, en als je wegkijkt zie je ineens een heel nieuw beeld voor je ogen dansen, zoals het hoofd van Jezus of de kerstman. Schimmels werk doet denken aan eclipsen, narcose, flauwvallen en hallucinaties. Het is lastig om je te concentreren op wat er nu precies op het doek staat, je ogen bedriegen je waar je bijstaat.
Magie is het onmogelijke gedaan krijgen door mysterieuze praktijken, in dit geval door iets ambachtelijks als de schilderkunst. Fotografie en beeldmanipulatie zijn weliswaar ook in deze tentoonstelling gekropen, maar ze versterken juist de geschilderde beelden. Deze kunstenaars hebben zeer verschillende visies op het schilderen, maar weten alle zes de kijker te boeien, met name door de hantering van hun gekozen materiaal. Het magische aspect schuilt vooral in de -soms razend knappe- illusies die ze weten op te roepen, en in het uitdagen van de verbeeldingskracht. Zowel die van de maker als van de beschouwer; een mooi stukje magische samenwerking.
deWillem3, expositieruimte en laboratorium. Oranjestraat 4, Vlissingen. Open woensdag t/m zondag van 12 tot 17 uur. Info: 0118-415505.
‘Magie van het Geschilderde Beeld’ is te zien tot 24-02-2008, daarna in Zebrastraat te Gent en The Lanchester Gallery in Coventry University.