Zingen voor de zee
Ergens aan de Engelse kust staat een groepje oude vrouwen in folkloristische kostuums, veelkleurig en gebloemd. Ooit schilderde Gauguin portretten van Bretonse vrouwen, maar dit is hedendaagse kunst, dit is film. De vrouwen barsten los in energiek gezang, ze kijken er ernstig bij. Hun schelle en doordringende stemmen vormen een repeterend klanktapijt. Soms boven de wind uit, soms voert de wind de boventoon, maar ze blijven zingen. Ze dansen ook, al even serieus en monomaan. Arm in arm draaien ze hun rondjes. De film heeft een zuigende werking, het geluid blijft haken en ergernis ligt op de loer. Maar uiteindelijk overheerst ontroering over dit vergeefse concert voor de grijze zee, toegezongen door vrouwen met gekleurde kousen. Deze film vormt – wat mij betreft – het hart van Bethan Huws’ tentoonstelling in het Bonnefantenmuseum ter gelegenheid van de uitreiking van de B.A.C.A., een nieuwe Europese kunstprijs.
Singing for the Sea, collectie Galerie Friedrich, Basel and Galerie Tschudi, Glarus-Zuoz |
Het Bonnefantenmuseum reikt voortaan elke twee jaar de B.A.C.A. uit. De Biennial Award for Contemporary Art is de ‘opvolger’ van The Vincent, die nu is overgenomen door het Stedelijk Museum. De prijs wordt uitgereikt aan een Europese kunstenaar tussen de vijfendertig en vijfenveertig jaar, die aanwijsbaar invloed heeft op het huidige discours van de hedendaagse kunst. Als winnaar van de editie 2006 kreeg Huws vijftigduizend euro en haar eerste museale overzicht, met bijbehorende catalogus. In Maastricht is nu werk uit de periode 1988-2006 te zien. In een zogenaamde Introduction room is uiteenlopend werk verzameld (van tekst tot foto tot sculptuur), in andere zalen wordt telkens één aspect centraal gesteld, bijvoorbeeld films of tekeningen. Zo kun je uitgebreid kennismaken met Huws, haar werk en werkwijze.
De catalogus vermeldt dat Bethan Huws de film Singing for the Sea maakte naar aanleiding van het overlijden van haar moeder. Het tekent de werkwijze van Huws, die met een conceptueel uitgangspunt zulk persoonlijk werk maakt en dat zonder in valse sentimenten te vervallen. Moeiteloos verbindt ze individuele emoties met veel algemenere bespiegelingen en maakt ze theoretische uitgangspunten concreet. Of in de woorden van de jury die haar tot winnaar van de B.A.C.A. uitriep: “Centraal in haar werk staat het begrip vertalen: vertalingen van de ene taal naar de andere, tussen verschillende culturen en van ervaringen naar concepten en omgekeerd.”
Poëzie in chocolade
What’s the point of giving you …, privé collectie, Basel |
Dat Huws zich met het discours van de hedendaagse kunst bezighoudt, staat buiten kijf. Haar werk bestaat voor een groot deel uit commentaar op kunst en ze refereert vaak aan andere kunstenaars. Ze speelt met museale conventies en haalt de verwachtingen van museumbezoekers onderuit. In Maastricht staat bijvoorbeeld een primitief Afrikaans houten beeldje, aan de ronde vormen ziet elke museumbezoeker dat het aan de vruchtbaarheidscultus gewijd is. Maar dit is een recent werk, door Bethan Huws gemaakt van chocolade. Het werkt. En het is een mooi beeldje. Het is Huws ten voeten uit, het is conceptueel, zintuiglijk en poëtisch. Veel van haar kunst is letterlijk poëtisch: taal is een van haar belangrijkste materialen. Handgeschreven op de muur, als drukwerk of door witte plastic lettertjes in zwart board te prikken. De teksten kunnen bestaan uit een woordgrap, een luchtige anekdote, een slapstickachtige dialoog of een serieuze gedachte over de inhoud van het kunstenaarschap. “This work is a pattern for a work, any work” schrijft ze bijvoorbeeld, waarmee ze de kiem van een beeld zichtbaar maakt.
Huws heeft een scherp oog voor het kleine, voor de charme van het tot in het extreme doorgevoerde. De koppigheid van de vrouwen aan zee die blijven zingen, de honderden strootjes die Huws door haar handen liet gaan. Een simpele woordgrap rond ‘Mars’ die ontaardt in een zinnelijke, bijna obscene film. Daarmee doet ze denken aan Samuel Beckett, de Ierse (toneel)schrijver die met soortgelijke voorkeuren een heel eigen universum schiep; absurd, prikkelend en herkenbaar. Haar kunst lijkt gekleurd door eenzelfde blik.
Spel met boot
The definition of the boat…, foto: Achim Kukelies Düsseldorf |
Naast tekstwerken, films en sculpturen maakt de veelzijdige Huws ook aquarellen. Ook daarvan zijn er op de tentoonstelling enkele te zien. Kleine intieme tekeningen zijn het, bijna als aantekeningen, geconcentreerd op een enkel detail. Sommige doen denken aan kindertekeningen, gemaakt zonder pretentie, puur om te zien wat mogelijk is, speels en aandachtig. Een zelfde kwaliteit hebben de ‘bootjes van strootjes’. In lange rijen achterelkaar vormen ze een soort aangroeiend leger dat gestalte geeft aan de ontwikkeling van spelend kind tot conceptuele kunstenaar, of zoals de titel luidt: The definition of the boat from a childs plaything to a work of art.
Essentie of elitair
In dit gebied is Huws op haar best, waar ze speelt én reflecteert. Waar ze zich rekenschap geeft van haar kunstenaarschap en er tegelijk de draak mee steekt. Licht, met liefde en vol humor. Zo pareert ze de kritiek dat ze te intellectualistisch zou zijn. Dat haar werk ongrijpbaar is en lastig te bevatten voor een groot publiek, is duidelijk. Veel beelden veronderstellen een basiskennis van moderne kunst. Het is ook geen kunst die zich onmiddellijk bloot geeft – het werk vraagt concentratie, aandacht en geduld – en loopt daardoor het gevaar als ‘elitair’ te worden bestempeld. Het is mooi dat de jury tegen de waan van de dag in heeft gekozen voor Huws. En daarmee voor een kunstenaar van het kleine gebaar, die zich bezig houdt met de essentie van kunst. Het is goed te benadrukken dat ook deze kunst bestaansrecht heeft. Of Bethan Huws werkelijk zoveel invloed heeft op het discours van de hedendaagse kunst zal moeten blijken.