Er was eens een middelmatige blockbuster
Naast de eindeloze stroom aan reboots, sequels en superheldenfilms die in het laatste decennium de bioscopen domineren, lijkt Hollywood met creaties zoals Red Riding Hood (2011), Mirror Mirror (2012) en Snow White and the Huntsman (2012) nog een melkkoe te hebben aangeboord: sprookjes. Een nieuwe remake van het beroemde gebroeders Grimmverhaal Hans en Grietje kon dan ook niet uitblijven.
De door Tommy Wirkola geregisseerde film Hansel & Gretel: Witch Hunters (2013) gaat verder waar het originele sprookjesverhaal eindigt. Jaren na het snoephuisincident worden Hansel (Jeremy Renner) en Gretel (Gemma Arterton), die zich als premiejagers toeleggen op het uitroeien van kwaadaardige heksen, ingehuurd door de burgemeester van Augsburg omdat er kinderen uit het dorp verdwijnen. De machtige opperheks Muriel (Famke Janssen) blijkt het meesterbrein achter deze ontvoeringen. Onder haar leiding bereiden de heksen zich voor op het feest van de bloedmaan. Hier zullen twaalf kinderen, zes jongens en zes meisjes, worden geofferd zodat de heksen onkwetsbaar worden voor vuur. Ze hebben nog één kind en het hart van een witte heks nodig om het ritueel te kunnen uitvoeren.
Genre
mash-up
Zoals de filmtitel doet vermoeden is deze versie van Hans en Grietje geen brave sprookjesfilm voor de kleinsten onder ons. Het universum waarbinnen het verhaal zich afspeelt is een duistere fantasiesetting in een ver verleden, met steampunk-achtige elementen daaraan toegevoegd. Die komen onder andere tot uiting in de vormgeving van de kostuums en diverse anachronistische gadgets. Deze moderne technologie in een oud jasje moet bijdragen aan de komische toon en de camp-factor. Want net als in zijn voorgaande film, de onafhankelijke horrorkomedie Dead Snow (Død Snø, 2009) waarin een groep studenten tijdens een skivakantie in aanraking komt met naziezombies, brengt Wirkola met zijn nieuwste creatie een mix van verschillende genre’s.
De keuze om horror, komedie, fantasy en actie te combineren pakt niet altijd even goed uit. De gebruikte anachronismen en grappig bedoelde oneliners zijn te flauw om echt humoristisch te zijn en als horrorfilm is Hansel & Gretel: Witch Hunters niet angstaanjagend genoeg. De film moet het vooral hebben van de gewelddadige actiescènes. Gebroken schedels, exploderend vlees, rondvliegende ingewanden en ledematen als gevolg van harde fysieke confrontaties komen veelvuldig voor, maar worden door het repetitieve karakter al snel eentonig.
Verstand op nul
Wirkola heeft ook het script geschreven, maar een hoogstaand verhaal hoeft in deze popcornfilm (die zich nauwelijks serieus neemt) niet te worden verwacht. De ongecompliceerde plot vol eendimensionale personages bevat niettemin toch enkele spitsvondigheden. Zo heeft Hansel bijvoorbeeld regelmatig een insuline-injectie nodig omdat hij door het eten van het vele suikergoed tijdens zijn gevangenschap als kind diabetespatiënt is geworden. Verder kent Hansel & Gretel: Witch Hunters ook de onvermijdelijke clichés, waaronder een voorspelbare liefdesaffaire (met zelfs wat bloot) en stelt de film wat betreft acteerwerk doorgaans teleur. Vooral Renner lepelt ongeïnspireerd zijn tekst op en doet voorkomen deze productie vooral te zien als snel tussendoortje. Het budget van vijftig miljoen dollar dat nodig was om de film te vervaardigen, lijkt vooral ten goede zijn gekomen aan de aankleding, het animatronische poppenkostuum van de trol Edward en de CGI die er, toegegeven, gelikt uitziet.
Desondanks is Hansel & Gretel: Witch Hunters niet meer dan een zoveelste dertien-in-een-dozijn actiefilm waarin de special effects ten gunste van de plot de boventoon voeren. Teleurgestelde liefhebbers van sprookjesvertolkingen hoeven overigens niet te treuren: er verschijnen dit jaar nog vier (!) Hans en Grietje-verfilmingen. En Hollywood leefde nog lang en gelukkig…