Sandrine en Sabine
Toen en nu staan centraal in het levensverhaal van Sabine Bonnaire. Sinds vijf jaar is ze een van de bewoners van een klein gezinsvervangend tehuis op het Zuid-Franse platteland. Haar geschiedenis wordt verteld door de Franse actrice Sandrine Bonnaire, die met deze documentaire debuteert als regisseuse.
Het persoonlijke portret dat Bonnaire over haar zuster maakte is daarnaast ook een onderhuidse aanklacht, rechtstreeks gericht aan de Franse regering. Ze pleit voor oprichting en financiering van meer kleinschalige collectieve voorzieningen voor mensen als Sabine. Nu is het zo dat families aan hun lot worden overgelaten. Vanaf twintig jaar zijn patienten min of meer vogelvrij en is het vinden van een geschikte plek aan de familie en ouders; behalve grote inrichtingen zijn er nauwelijks alternatieven.
Met 38 jaar is Sabine slechts een schim van het levenslustige en vrolijke meisje dat ze ooit was. Sandrine vraagt zich terecht af of een sprankje daarvan ooit zal terugkeren. Ze duikt in het verleden en zet materiaal uit het familiearchief af tegen het leven in het tehuis nu. Ze laat daarbij vele vragen onbeantwoord, maar haar punt is duidelijk. Tot haar 27e gaat alles goed. Sabine wordt liefdevol binnen de familie grootgebracht, beschermd en toch met een grote mate van autonomie. Ze gaat zolang het kan naar een gewone school, speelt piano, breit truien voor de hele familie en vliegt in 1993 met de Concorde naar Amerika. De archiefbeelden en het commentaar dat Bonnaire mondjesmaat geeft spreken voor zichzelf, en geven een goed beeld van Sabine’s normale leven en van haar creatieve en nieuwsgierige kant.Verlies en verlating
Het is afschuwelijk om te zien hoe de jonge levendige Sabine is veranderd in een geïnstitutionaliseerde schim van haar oorspronkelijke zelf. Dertig kilo te zwaar, zelfdestructief en afhankelijk van medicatie wordt ze nu overheerst door de angst alleen te worden gelaten. Voortdurend spreekt ze in herhalingen en vraagt haar zuster om antwoord en geruststelling. Haar lijdensweg, die kies en zorgvuldig buiten de documentaire wordt gehouden, begint in 1996. Als haar oudste broer thuis een hartaanval krijgt slaan de stoppen door. Met toenemende gewelddadigheid geeft Sabine uiting aan haar frustratie en angst en eenzaamheid. Ze richt zich tegen haar moeder met wie ze alleen is achtergebleven sinds haar elf broers en zussen het nest hebben verlaten. Iets wat haar zwaar gevallen moet zijn.
Er wordt gezocht naar oplossingen maar die werken niet. Uiteindelijk wordt Sabine opgenomen in een gesloten kliniek. Als ze na vijf jaar medicatie en isolement een nieuw tehuis vindt is haar persoonlijkheid verwoest. Haar levenslust en creativiteit zijn verdwenen, maar het is ook een nieuwe start. Liefdevol en geduldig draait de documentaire om die hervonden kwaliteit van leven en de progressie die Sabine langzaam weer maakt.
De zijpaden die Sandrine in de film soms behandelt doen er eigenlijk niet toe. Wat telt voor de familie is de veiligheid van de plek waar Sabine woont. Een tehuis waar aandacht en menselijkheid voorop staan. Niet voor niets barst Sabine in tranen uit als ze zichzelf terugziet in de film van haar zus: “nee ze is het verleden niet vergeten, haar tranen zijn tranen van vreugde”.Zonder omkijken
Tot aan het eind weet Sandrine Bonnaire de kijker te confronteren. Haar missie is er een waar je als kijker volledig achter kan staan. Want als de heldin in een aangrijpend verhaal is Sabine niet meer los te zien van het goede deel van haar verleden. Hoopvol en gesterkt door de liefde binnen haar familie, weet je het als kijker zeker. In de ideale toekomst zal Sabine zeker nog een keer met haar zus Sabrine op vakantie gaan.