Hommage aan de klassieke kungfu-films
.
Het zou je maar gebeuren: je krijgt de mogelijkheid om als grote liefhebber van kungfu-films zelf zo’n film te maken, met de hulp van Quentin Tarantino. Nu overkomt dit natuurlijk niet iedereen, maar RZA is dan ook niet de eerste de beste. Hij maakte een paar tracks voor Tarantino’s Kill Bill 1 en 2 (‘O-Ren Ishii, oh, what a species’) en verwierf bekendheid met de Wu-Tang Clan.
RZA draait niet aan de knoppen, maar heeft de regie in handen en schreef met Eli Roth (Hostel, Cabin Fever) het script. En wat doe je dan als debuterend regisseur? Juist, dan ga je ook meteen zelf de hoofdrol spelen en schrijf je je eigen soundtrack. En de verzorging van de voice-over neemt RZA ook voor zijn rekening. Moet kunnen, zal hij gedacht hebben. En in films met een vette knipoog, zoals deze The Man With The Iron Fists, kan dat dan ook.
Thaddeus de wapensmid (RZA) vertelt de kijker een verhaal. Een verhaal over moordende krijgers, over eer en wraak, over chi waarmee levenloze objecten kunnen worden bewogen, over het begeerde goud van de Keizer en over verscheidene clans die al jaren met elkaar in oorlog zijn in het mistroostige Jungle Village. Silver Lion wil de macht grijpen en heeft daarvoor het keizerlijke goud nodig, dat door de Gemini’s bewaakt wordt: tweelingen die tijdens gevechten vooral aandacht voor elkaar hebben en allerlei wapens en lichaamsdelen in elkaar haken.
Jack The Knife
De vele kleurrijke personages vormen het hoofdbestandsdeel van de film. De maniakale Silver Lion speelt ontzettend overdreven, maar komt er prima mee weg. RZA zelf doet het niet slecht in vergelijking met Rick Yune of de meeste andere Lions, en een flink aangekomen Russell Crowe heeft een hilarische rol. Hij is vooral te vinden in het centraal gelegen, knalroze bordeel van Madame Blossom (Lucy Liu), van waaruit hij de boel in de gaten houdt.
Quentin Tarantino
The Man With The Iron Fists is ideaal voor een avondje zuipen met zoute popcorn. Hersenloos vermaak, maar wel goed uitgewerkt en uiteraard afstevenend op een grande finale. Verheffend is het zelden, maar grappig en vermakelijk des te meer. Een sterk debuut dus, mede door de sterk aanwezige invloed van Tarantino.