De gimmick voorbij: bloed en ledematen in je gezicht
.
Weet je nog, van ‘vrûgah’: de View-Master? Zo’n kijkding waarin je ronde schijfjes deed en waarmee je dan stereobeelden kon bekijken? Wow: 3D! Stel je die verwondering eens voor, maar dan met een onmetelijk groot doek waarop een episch verhaal wordt geprojecteerd waarbij de bloedspetters en de afgerukte ledematen op je af lijken te komen. Het resultaat is een ongeëvenaard enerverend volwassen sprookje dat niet voor mensen met een zwakke maag is.
Robert Zemeckis is een regisseur die met zijn films stilletjes bezig is de grenzen te verleggen van wat er met behulp van computers visueel mogelijk is. Denk maar eens aan het veertje of Gary Sinise’s geamputeerde benen in Forrest Gump, of de ‘onmogelijke’ scène uit Contact waarin het meisje door het huis naar het medicijnkabinet rent. Het zijn krachttoeren die bijna te subtiel zijn om waar te nemen. Maar subtiel is wel het laatste woord dat van toepassing is op Beowulf, zijn laatste film.
Beowulf stond lang op het verlanglijstje van Roger Avary (Pulp Fiction, Killing Zoe), maar hij kreeg het oud-Engelse gedicht – dat waarschijnlijk uit de 7e eeuw stamt – maar niet vertaald naar een goed script. Pas toen hij de handen ineen sloeg met Neil Gaiman (Stardust) lukte het hem om met het verhaal, dat eigenlijk uit drie delen bestaat, een vertaalslag naar het grote doek te maken. Het epos begint bij koning Hrothgar (Anthony Hopkins), wiens koninkrijk geteisterd wordt door het verschrikkelijke monster Grendel (Crispin Glover), een van de meest weerzinwekkende personages uit de filmgeschiedenis. Entree Beowulf (Ray Winstone, Sexy Beast), die – letterlijk – vaker met het bijltje heeft gehakt. Monsters verslaan is namelijk zijn lust en zijn leven, maar hij realiseert zich niet dat met de uiteindelijke ontmoeting met Grendels moeder (Angelina Jolie) zijn lot wordt bezegeld.Zemeckis
Er is veel gezegd en geschreven over de techniek die Zemeckis bij Beowulf toepast, namelijk die van de performance capture: de acteurs krijgen een pak met sensoren aangemeten en hun bewegingen worden vervolgens in de computer geladen. Hij deed dat eerder bij The Polar Express, en het kijken is in het begin wel even wennen. De acteurs lijken namelijk zoveel op hun digitale evenknie, en de details zijn zo extreem (elk haartje, elk littekentje of oneffenheid in de huid is haarscherp), dat de vraag gerechtvaardigd is waarom de acteurs niet gewoon gefilmd zijn. Maar het gaf Zemeckis wel de mogelijkheid de acteurs naar believen fysiek aan te passen: of het nou om Ray Winstones boomlange, afgetrainde lichaam gaat, Anthony Hopkins’ vadsige bierbuik, of Angelina Jolies zwaartekracht tartende welvingen.De techniek wekt in het begin verbazing en vergt enige gewenning, maar dat maakt al snel plaats voor bewondering. De kunstmatige wereld die gecreëerd is werkt uitstekend om het fantasierijke verhaal te vertellen, dat qua gore flink z’n mannetje staat. Hierbij wordt meteen de hypocriete benadering van seks en geweld in de Amerikaanse film pijnlijk duidelijk. Want als dertienjarige (in Nederland twaalfjarige) is het OK om ledematen afgehakt te zien worden, maar stel je voor dat de kwetsbare zieltjes een blik op de digitale tepels van Jolie wordt gegund. Maar hoe waanzinnig de film er ook uitziet, technisch perfect is het zeker niet. Daarvoor bewegen de karakters helaas soms nog te houterig en lijkt het te vaak alsof mensen en voorwerpen geen massa hebben.