Eerst en vooral een kunstwerk
Das Cabinet des Dr. Caligari is een van de eerste Duitse expressionistische films, maar staat toch vooral op zichzelf als een van de meest unieke kunstwerken uit de geschiedenis.
Het verhaal is bedrieglijk simpel. Caligari (Werner Krauss) is een hypnotiseur die met zijn attractie kermis na kermis afloopt. Deze Cesare (Conrad Veidt) is een slaapwandelaar die de opdrachten van zijn meester blindelings volgt. ’s Nachts verlaat Cesare zijn kist om, van alle verdachtmakingen vrij, zijn misdaden te plegen. Dit alles wordt uiteengezet in een raamvertelling die de rol van Caligari op het einde nog van een bizarre twist voorziet.
Zieke geest
Ook de politieke dimensie riep vele vragen op. Het beroemdste voorbeeld van de manier waarop geprobeerd is de film in een politieke context te plaatsen is het boek van Siegfried Kracauer: From Caligari To Hitler: A Psychological History Of The German Film. Hierin tracht de auteur de film te koppelen aan de opkomst van het nazisme in de jaren twintig. Ook terugkijkend op het verleden is het werk gepolitiseerd door Caligari te vergelijken met het machtige Pruisische rijk en Cesare met het meelopende volk daarin. Een macht die symbool zou staan voor de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. De belangrijkste les is echter dat de film nooit gepoogd heeft realistisch te zijn en vooral gezien moet worden als een visionaire vorm van expressie waarin kunst een manier was om uiting te geven aan frustraties en verlangens.
Vooruitstrevende technieken
Het belang en de invloed van Das Cabinet des Dr. Caligari zijn dan ook groot, maar is de film met eenentwintigste eeuwse ogen nog wel te bekijken? Voor iedereen die, al dan niet deze analyses meenemend, een blanco bril weet op te zetten en in is voor een goedgestructureerde en visueel nog steeds indrukwekkende thriller is het antwoord een volmondig: ‘ja’.