Liefde in tijden van genocide
In A Sunday in Kigali brengt de Canadese journalist Bernard Valcourt heel wat uren door aan de rand van het zwembad van Hôtel des Milles Collines in Kigali, Rwanda. Alleen of (meestal) in het gezelschap van vrienden, altijd een fles bier op tafel. En als hij niet op het terras zit, kijkt hij neer op het azuurblauwe water vanaf zijn balkon. Speurend naar de mooie serveerster Gentille, een glimlach met haar uitwisselend.
Blanke hoofdrol
Want A Sunday in Kigali, gebaseerd op het boek Een zondag aan het zwembad in Kigali van Gil Courtemanche, draait om liefde in tijden van genocide. De relatie tussen Bernard en Gentille ontvouwt zich tegen een achtergrond van polariserende verhoudingen tussen Hutu’s en Tutsi’s, en toenemend geweld in Kigali. Om de gruwelijkheid van de genocide in beeld te vatten concentreert de film zich op het liefdesdrama, met een blanke hoofdrol om een brug te slaan naar de Westerse kijker. Het is een begrijpelijke scenariokeuze en gelukkig is Bernard bepaald geen glamourheld, maar een morsige journalist die teveel drinkt, stijfkoppig het naderende gevaar niet wil zien en (als het te laat is) machteloos moet toekijken. Persoonlijk drama uitvergroten als metafoor voor het anonieme massageweld kan effectief zijn, mits het niet misplaatst is. En daar wringt het enigszins in A Sunday in Kigali. Het lot van Gentille is verschrikkelijk en Bernards leed daardoor immens, maar weegt het zwaarder dan de gruwelen die andere personages moeten doorstaan?Het is jammer dat de makers van de film menen dat de kijker Bernards perspectief nodig heeft om te begrijpen wat er gebeurt, en de lotgevallen van andere personages naar het einde toe duidelijk daaraan ondergeschikt zijn. Zo is het uiteindelijk te weinig een film over de genocide en teveel een film over een koppige man met eeuwige spijt.