Air Bud: Golden Receiver
De camera daalt langzaam naar het rustieke, all time American dorpje Fernfield, waar iedereen een oprijlaan, een witte houten brievenbus en een bijpassend wit houten huis met achtentwintig kamers heeft. Een jongen speelt op een basketbalveldje met zijn hond. Vogels kwinkeleren en de hond rent speels achter de basketbal aan. “Toe dan, ja goed zo Bud!” roept de jongen.
De camera zwenkt verder en portretteert een knappe moeder met hoogblonde lokken in Miss Etam kleding. Liefdevol glimlachend begroet ze de jongen en de hond als die de oprijlaan op komen rennen. “Zijn jullie klaar voor de basketbalwedstrijd?” roept ze alsof ze haar kinderen gaat vergasten op een portie pannenkoeken. “Jaa!” roepen de jongen en zijn kleine zusje dat twee vlechtjes en een tuinbroek draagt. Vol blijdschap en enthousiasme springen ze in de auto. “Mag Bud ook mee?” vraagt de jongen. “Nee Josh, dat gaat niet.” zegt de moeder warm. De hond, kijkend uit het raam van Josh’s slaapkamer, ziet zijn kans schoon en springt via het dak door het bovenraampje van de 4wheeldrive in de achterbak.
Scene 3. De moeder, het meisje en Josh kijken naar een flitsende basketbalwedstrijd. De hond zit nog altijd in de achterbak, maar slim als honden zijn drukt hij met zijn voorpoot op een knopje en het bovenraampje gaat open. De hond springt eruit en gaat ook naar de basketbalwedstrijd kijken. Hij laat het autoraampje open staan. De hond aarzelt enkele seconden bij een achteringang, maar rent dan toch het speelveld op. Hij ontfutselt de bal van een grote zwarte speler die prompt zijn tandpastaglimlach laat zien.”He, dat is gek! Een hond op het veld!” Scheidsrechters in zwart-wit gestreepte shirts blazen driftig op hun fluitjes: “Pak die hond!”
De hond laat enkele prachtige afstandsschoten zien, die natuurlijk allemaal raak zijn. Hilariteit alom en Josh rent ook het veld op om zijn hond tot de orde te roepen.”Hier Bud!”
Alle spelers lachen als de grote zwarte speler de hond eindelijk weet te grijpen en Josh aan komt rennen. “Foto!” roept de aanwezige pers. Josh en de spelers lachen. De hond kijkt -uiteraard- met een blik van ‘waar is al die ophef goed voor? Dit is toch volstrekt natuurlijk?’ De camera zoekt nu een afgelegen plek op. In een grote loods staat een vrouw met onbestemd accent tegenover een grote papegaaienkooi. “Dames en gheren, jongins an maisjes, komt allhen kaiken naar die grote shauw met die fantaastiese dierenn. Dat moet jai zeggen, stomme phaphaghoai!” De vrouw heeft een gitzwart en goed gemodelleerd kapsel en spreekt met een vuurrood gelippenstifte mond en laat haar blinkende tanden vaak zien. Plotseling kijkt ze opzij: ze hoort gestommel. Een dikke man met scheiding en hetzefde ongure accent komt stuntelend binnenvallen en zegt zoetgevooisd: “Ghallo main makreeltje!”
Tot zover Air Bud: Golden Receiver. En dan was dit ook nog de Nederlands nagesynchroniseerde versie. Ik trok mijn begeleider naar deze film overeind en vluchtte samen met hem de zaal uit. Walging, dat was waar wij last van hadden. Wij voelden niks voor deze feelgood-all-American-tandpasta-movie waar de slechterik zijn meesteres bovendien aanduidde met ‘makreeltje’. Feelgood? Ik voelde me eerder sick voor de rest van de dag.