Geen grootse veldslagen

De historische Chinese film viert hoogtijdagen. Het uitkomen van Ang Lees Crouching Tiger, Hidden Dragon en Zhang Yimou’s Hero was het startschot voor een stroom Chinese films vol mythische zwaardhelden, die hun weg naar het Westen vonden. Dit jaar lijkt het hoogtepunt van dit succes aangebroken met John Woo’s Red Cliff, de duurste Chinese filmproductie aller tijden. Naast deze film is er echter ook nog ruimte voor iets kleinschaligere films zoals The Warlords (2007).
~
Bloedbroeders
In tegenstelling tot in Red Cliff staan in The Warlords niet de grootse veldslagen en indrukwekkende vechtkunsten centraal, maar het persoonlijke verlies van oorlog. Thema’s als broederschap, loyaliteit en politieke intrige worden belichaamd in de driehoeksverhouding tussen een oud-generaal (Li) en twee rovers (Andy Lau en Takeshi Kaneshiro). De drie mannen worden bloedbroeders en sluiten zich aan bij het leger. Ze behalen een aantal grote overwinningen, maar de band tussen de mannen vertoont door de verschrikkingen van de oorlog en politieke spelletjes van bovenaf steeds meer scheuren.
~
Intimiteit
The Warlords mist hier en daar helaas vaart, waardoor het verhaal niet altijd even interessant is en ondanks zijn korte speelduur te lang aanvoelt. Je komt er moeilijk in, maar geleidelijk wordt je aandacht er steeds meer door getrokken. Pas na afloop werkt de film verder op je in. Dit is vooral te danken aan het sterke acteerwerk en de wisselwerking tussen de drie hoofdpersonages, waardoor The Warlords een intimiteit bezit die de grootste veldslagscènes overbodig maakt.