Film / Films

Bloed en disco

recensie: Tony Manero

Raúl Peralta is een man die zich niet laat doorgronden. Het enige wat hij deelt met anderen is zijn obsessie voor Tony Manero uit Saturday Night Fever. Waar hij kan oefent hij zijn danspasjes en voor zijn grote droom, het winnen van de Chileense Tony Manero-competitie, is hij bereid ver te gaan. Ook al moet hij er iemand voor vermoorden. Pablo Larraín maakt met zijn tweede speelfilm een rauw portret van een man die nergens voor wijkt.

~

Ongeduldig staat Raúl te wachten voor de deuren van de studio waar de uitzending ‘Wie is de Chileense Tony Manero?’ zal plaatsvinden. Het blijkt dat hij een week te vroeg is. Het is nu de beurt aan Chuck Norris. Schokkerig volgt de camera Raúl Peralta op zijn weg terug. Zijn grote droom is het winnen van de tv-uitzending en het creëren van een oplichtende dansvloer in de bar waar hij optreedt. Een groot contrast met zijn droom is de man zelf. Raúl heeft een starre gezichtsuitdrukking waar geen lachje van afspat. Vele malen gaat hij naar de bioscoopvoorstelling van Saturday Night Fever, waar hij bloedserieus de dansbewegingen nadoet en de Engelse dialogen staccato naspreekt. Wanneer Saturday Night Fever plaats moet maken voor Grease, blijkt hoe ver Raúl in zijn obsessie kan gaan.

Het regime

De film speelt zich af ten tijde van het Pinochetregime. De sfeer is grimmig en donker. De straten en huizen zijn vervallen en in achterafsteegjes worden gestolen goederen verhandeld. Een man die pamfletten tegen het regime bij zich heeft, wordt gepakt door de autoriteiten en genadeloos neergeknald. De gewetenloze Raúl lijkt niet op te vallen tussen het geweld en de corruptie van alledag. Hoeveel hij ook op zijn kerfstok heeft, de autoriteiten houden zich niet met hem bezig — in plaats daarvan stropen zij huizen af op zoek naar verraders. Met als gevolg dat Raúl ongestoord zijn gang kan gaan. Ook zijn omgeving lijkt niet door te hebben met wie ze te maken hebben. Vrouwen voelen zich aangetrokken tot Raúl, maar hij is niet in staat liefde te geven. In het contact is hij bot en afstandelijk, met telkens maar een ding voor ogen: zijn dansvloer en de wedstrijd.

Tony Manero doet met zijn expliciete en zinloze geweld denken aan C’est arrivé près de chez vous (1992). In deze film wordt een seriemoordenaar gevolgd, wiens daden op camera worden vastgelegd. Er wordt geen verklaring gegeven waarom gemoord wordt, het lijkt iets vanzelfsprekends en onontkoombaars. Maar waar Ben (Benoît Poelvoorde) nog een bepaalde charme heeft, is Raúls karakter een donkere poel van verderf. Alfredo Castro zet hem zonder enige gêne en sympathie neer.

Ongemakkelijk en intens

~

De film kent zijn hilarische momenten, maar Castro weet die snel ongedaan te maken met de continue pressie die hij uitstraalt. Raúl is niet te doorgronden en zijn acties evenmin. Regisseur Larraín geeft geen uitleg of antwoorden. Hij laat een man zien die ver voorbij de morele grenzen gaat, in een maatschappij verweven met corruptie en geweld. Hij heeft van Tony Manero een ongemakkelijke en intense kijkervaring gemaakt die lang nabroeit. Saturday Night Fever zal nooit meer hetzelfde zijn.