Film / Films

Van Social perfection naar Self perfection: een zoektocht naar de diepte

recensie: Bill Viola: The Eye of the Heart

“If I’d want to be an artist, I’d better make something that is gonna change someone’s life. It’s all about changing the world,” verkondigt Bill Viola zelfbewust ergens halverwege deze documentaire. Opmerkelijk ambitieus en, zo later blijkt, niet geheel in overeenstemming met de leer van het zen-boedhisme.

In samenwerking met het Franse ARTE produceert de BBC een documentaire over videokunstenaar Bill Viola, die tegenwoordig algemeen wordt beschouwd als de Rembrandt van het videotijdperk. Viola’s fascinatie voor Renaissance schilderkunst (grofweg 14e t/m 16e eeuw) en de rol van de religie mag inmiddels bekend worden verondersteld; zo zou het video-vijfluik Catharine’s Day (2001, te zien in museum De Pont in Tilburg) uit visueel oogpunt verwijzen naar de binnenhuistafereeltjes van Johannes Vermeer en wordt in deze documentaire ondermeer stilgestaan bij een 14e eeuwse frescocyclus van Giotto.

Bill Viola, Catharine’s Room, 2001, De Pont (Tilburg)

Gedurende een periode van drie maanden volgde cineast Mark Kidel (onder meer regisseur van de in 2001 verschenen documentaire Ravi Shankar: Between Two Worlds) Viola intensief en kreeg daarbij onbeperkt toegang tot diens archieven. Het bracht ze naar voor de kunstenaar bijzondere plekken als de Californische woestijn (“A lot of people come here to be alone, to be quiet”), de Basiliek in Assisi en een gasfabriek in het Duitse Oberhausen. Dit poëtische portret van Bill Viola is in die zin uniek dat het de allereerste keer is dat de kunstenaar wordt geportretteerd. Daaruit blijkt dat Viola één-op-één beduidend meer op zijn gemak is dan wanneer hij voor een grote groep staat, wat vooral naar voren komt tijdens een podiuminterview dat filmster Peter Sellers met hem heeft in het Getty Center, LA.

Esthetische benadering

Samen met Bruce Nauman en Gary Hill wordt Viola tegenwoordig beschouwd als degene die het medium video in het begin van de jaren 70 tot ontwikkeling heeft gebracht. Viola’s esthetische benadering van het medium haalde de videokunst uit het ondergrondse circuit waarbij zijn thematiek vooral gericht is op de klassieke, existentiele principes als de geboorte, de sterfelijkheid en de dood. Daarbij maakt hij veelal gebruik van niet specificeerbare geluiden en bezit zijn werk een sterk fragmentarisch karakter.

Bill Viola, Nantes Triptych, 1992, Tate Modern (Londen)

Liefdesgedichten

Een keerpunt in zijn loopbaan als kunstenaar was het werk Room for St. John of the Cross uit 1983. De inspiratie daarvoor haalde Viola uit het verhaal van de heilige Johannes, die op een niet nader genoemde dag in 1577 ’s nachts door de inquisitie uit zijn huis werd gehaald om te worden opgesloten in een ruimte zo klein dat hij er amper kon staan en liggen. Elke dag werd hij een uur gelucht waarbij hij de verschrikkelijkste martelingen moest ondergaan. Ieder ander zou zijn vijanden hartstochtelijk haten, maar in plaats daarvan schreef Johannes liefdesgedichten. Viola vertelt in de film geraakt te zijn door een dergelijke vergevingsgezindheid en te hebben ingezien dat hij als kunstenaar zou moeten streven naar de vervolmaking van de geest.

Zalvende woorden

Op dat moment zou je wensen dat Kidel iets minder ontzag zou hebben voor zijn onderwerp; het zengehalte (Viola is daar serieus in) neemt namelijk dusdanige vormen aan dat deze recensent de slaap af en toe uit zijn ogen moet wrijven. Dit wordt vooral veroorzaakt door Viola’s zalvende woorden en zijn monotone manier van praten, maar ook doordat Kidel nergens interrumpeert. Daarbij komt dat in een relatief kort tijdsbestek (ongeveer een uur) relatief veel werken aan bod komen, wat leidt tot de gedachte dat Kidel vooral niet heeft willen kiezen. Wat we daarnaast met name missen zijn de technische details.

Verstillingstrucje

En daarmee zijn we dan aanbeland bij het grootste manco van Viola’s videokunst: visueel absoluut magnifiek, cameratechnisch idem dito, maar het verstillingtrucje lijkt zijn langste tijd wel te hebben gehad. Bovendien is Viola al sinds het in 1979 verschenen Silent Life (een in documentairestijl gefilmde studie over het eerste licht dat een mens ziet) bezig met eerder genoemde levensstadia (met als ‘hoogtepunt’ de video waarin Viola zijn moeder filmt op haar sterfbed, ondermeer verwerkt in The Passing uit 1991 en Nantes Triptych uit 1992) en slaat wat dat betreft de verveling een beetje toe. Wat in feite wordt gemist is de zo relevante vernieuwingsdrang, waardoor we durven te stellen dat Viola zijn koppositie wat dat betreft reeds is kwijtgeraakt.

Toch is The Eye of the Heart een zeer interessant kunstenaarsportret, waarbij het eindshot de essentie van Viola’s persoonlijkheid perfect weergeeft: de kunstenaar die langzaam wordt opgeslokt door zijn omgeving.