Wat je niet oplost blijft aan je kleven

.
Het eerste boek van Khaled Hosseini, De vliegeraar (2003) werd vanuit het niets meteen een internationale bestseller. De verfilming is voor diegenen die het boek gelezen hebben een visuele herbeleving, want regisseur Marc Forster (Monster’s Ball) is het boek trouw gebleven. Grotendeels opgenomen in China en met een Afghaanse cast, ademt de film dezelfde authenciteit uit.
In drie hoofdstukken overbrugt de film een tijdspanne van dertig jaar en kleurt roerige episodes uit de Afghaanse geschiedenis vanuit het pijnlijke litteken dat de volwassen schrijver Amir in zijn jeugd heeft opgelopen. De titel van het indringende verhaal over vriendschap en verraad tussen de twee jongens Amir en Hassan refereert aan vliegergevechten in de lucht. Bij deze oude Afghaanse traditie halen vliegeraars elkaars vliegers neer door de lijnen in te smeren met lijm en glas. Het is tijdens zo’n vliegerwedstrijd dat Amirs smet ontstaat.
~
Onvermogen
Amir’s triomf wordt teniet gedaan als hij na een gevecht getuige is van de verkrachting van Hassan. Niet in staat in te grijpen keert hij zich van hem af, en vertaalt zijn onvermogen in valse beschuldigingen. Een kans om het goed te maken krijgt Amir niet meer. Als de Russen in 1979 het land binnenvallen vluchten vader en zoon naar Amerika, waar het leven in de marge een zware tol eist van de geletterde en beschaafde Baba. In het tweede deel van de film staan het sentiment en het leven onder het juk van een immigrantengemeenschap centraal. Het wordt gedragen door de vader en beleefd door de emoties van Amir. Tot dan balanceert de film evenwichtig tussen de microkosmos van onderlinge relaties en de grote wereld vol sociologische en politieke confrontaties en culturele verschillen.
Verleden versus heden
~
De schakel van gebeurtenissen die leidt tot het inlossen van Amirs schuld is in de fictie meeslepender dan in de film. En ook de realiteit spreekt de ongeloofwaardige ontsnapping tegen. Na diverse bedreigingen heeft filmmaatschappij Paramount de kinderen Zekiria Ebrahimi, Ahmad Khan Mahmoodzada en Ali Danish Bakhty Ari – die achtereenvolgens Amir, Hassan en Sohrab spelen – uit voorzorg naar veiliger onderkomens in Saoedi-Arabië geëmigreerd. De release van de film werd 6 weken uitgesteld.