Ken Park
Het Californische woestijnstadje Visalia, met een levendige skatecultuur, schrikt met een knal even op: de drop-out Ken Park heeft zichzelf en plein public door het hoofd geschoten omdat hij geen zin heeft vader te worden van zijn kind dat op komst is. Wat volgt is een portret van vier doormodderende tieners die hem kenden, met ieder zo hun eigen problemen met hun opvoeders. Ken Park is de film van fotograaf en regisseur Larry Clark die, samen met cameraman en co-regisseur Ed Lachman, een scenario van Harmony Korine op een rauwe en een tevens opmerkelijk tedere manier verfilmde.
Tate, Peaches, Shawn en Claude zijn tieners van de zelfkant van de samenleving, die zich al zuipend, neukend en drugs gebruikend staande houden. De psychisch gestoorde Tate zit met een driepotige hond (genaamd Legs), zijn kiwiserverende grootmoeder en zijn met Scrabble valsspelende grootvader opgescheept. Peaches met haar godsdienstfanatieke en gewelddadige vader. Shawn gaat naar bed met de moeder van zijn vriendinnetje en Claude wordt door zijn vader als loser en homo bestempeld. Vier verhaallijnen die aan het eind tot een climax komen. Het is een curieuze verzameling van op de werkelijkheid gebaseerde verhalen: persoonlijke ervaringen van Larry Clark, krantenartikelen en verhalen van vrienden vormen de basis van de film.
Skaterseks
Clark heeft sinds eind jaren 1980 iets met skatende tieners met zachte huidjes die al op jonge leeftijd seksuele ervaring opdoen. Hij legde hun leven fotografisch vast, zonder zelfcensuur toe te passen. In die tijd kwam ook het idee op voor een film, maar pas in 1995 ontstond zijn eerste film, Kids. Een pseudo-documentaire over (onveilige) skaterseks, drugs en geweld.In Ken Park is de seks nog weer explicieter kant in beeld gebracht: ejaculaties worden bijvoorbeeld doodleuk in beeld gebracht. De camera zwenkt normaliter naar opzij waarna suggestie zijn werk kan doen, terwijl in Ken Park de camera soms zelfs inzoomt op de (letterlijk) seksuele uitspattingen van de tieners.
R(a)uw
Maar de toon van de seksscènes is wel weer goed getroffen, mede dankzij de cinematografie van co-regisseur Ed Lachman. De scènes hebben over het algemeen niet een pornografische, maar meer een r(a)uwe en soms zelfs gevoelige lading meegekregen. Net als in Kids zijn de seksscènes veel te lang: de kijker – die in de rol van voyeur wordt geplaatst – heeft allang door dat er (solo)seks wordt bedreven. De scène gaat zo lang door dat er weinig meer aan het verhaal wordt toegevoegd: het leidt af van het hoofdthema van de film, opgroeien op de rand van de samenleving. Nu beklijven de seksscènes meer dan noodzakelijk.
Shock
Het willen shockeren om het shockeren van Larry Clark in Ken Park (een Frans-Nederlandse productie) zie je ook bij andere Amerikaanse kunstenaars als Marilyn Manson en Matt Stone (South Park) terug: de maatschappij verandert volgens hen nauwelijks, dankzij een conservatieve massa (ongeveer 50 procent van de Amerikaanse [plattelands-]bevolking) die kort gezegd de vrijheid van meningsuiting belemmert, tegen abortus is en voor de doodstraf. Expliciete ongenuanceerde beelden en teksten werken als olie op het vuur van een groot deel van dit segment van de bevolking: keer op keer wordt door de producties van deze Amerikaanse kunstenaars het gewenste shockeffect bereikt, met als uiteindelijk doel een maatschappelijke revolutie te forceren zoals die zich in Europa in de jaren zestig heeft voltrokken. In augustus 2003 zal Ken Park voor het eerst in de VS te zien zijn en dan zal de uitwerking van de film blijken. In een links-liberale democratische rechtsstaat als Nederland heeft dergelijk effectbejag dus waarschijnlijk geen zin meer, al moet gezegd worden dat er eigenlijk geen Nederlandse films – of films over Nederland – te noemen zijn die met een orgie van seks en geweld de vinger leggen op de zwakke plekken in de Nederlandse samenleving.
Korinesk?
De scenarist van Ken Park, Harmony Korine, werkte al eerder samen met Larry Clark. Het scenario van Kids, dat gezien kan worden als het verhaal voor of na Ken Park maar dan zonder de ouders erbij, werd door Korine geschreven toen hij 19 was op basis van een verhaallijn die Clark voor hem schetste. Later maakte Korine furore als regisseur/schrijver van de films Gummo (1997) en de Dogma 95-film Julien Donkey-Boy (1999). Hij schreef het script van Ken Park ook weer op basis van de observaties van Clark. Korine’s maatschappijkritische en humoristische visie is venijnig en doeltreffend. Zijn misschien wel als ‘Korinesk’ aan te duiden puntige dialogen, leggen de pijnlijke keerzijde van de VS-façade – the American Dream – moeiteloos bloot. Dit komt met name in het eerste (en beste) gedeelte van de film, voor de seks- en geweldsexplosie in het tweede gedeelte, tot uiting. Het is echter de vraag in hoeverre het script helemaal van de hand van Korine is, aangezien hij een wurgcontract had getekend waarin stond dat hij zich verder niet met de film mocht bemoeien. Clark heeft het script waarschijnlijk naderhand nog gewijzigd.
Clash
Larry Clark en Harmony Korine kunnen beter niet meer gaan samenwerken. De meer subtiele visie van Korine clasht toch wel enigszins met het expliciete visuele shock-and-awe-spektakel dat Clark aan het publiek wil overbrengen. Samenwerking zal er de komende tijd waarschijnlijk ook niet inzitten, aangezien Korine zich gedistantieerd heeft van het uiteindelijke product van Clark en Lachman en heeft verklaard nooit meer in opdracht van een ander een script te schrijven. In de media hebben ze elkaar al herhaaldelijk zwart gemaakt.
Dus?
Al met al is Ken Park geen volledig geslaagde film, hoogstens een curieus portret van opgroeiende Amerikaanse jeugd in een zonovergoten Visalia maar met wel een paar hele goede scènes die een bijdrage leveren aan de alternatieve great American movie.