De toorn van een valse profeet
Charles Laughtons The Night of the Hunter had een onsuccesvolle première in de jaren vijftig en werd een tijdlang gezien als een excentriek curiosum. Toch maakte de film een bijzondere comeback dankzij de lof van een nieuwe generatie filmliefhebbers, waaronder Martin Scorsese en filmcritica Pauline Kael. Sindsdien heeft de film zich zo op een indringende wijze in de Amerikaanse populaire cultuur genesteld.
Het corpulente en onsympathieke voorkomen van de Britse acteur Charles Laughton was voor de standaarden van Hollywood reden om hem vaak de rol te geven van schurk of complete buitenstaander. Zo werd Laughton gecast als de sadistische kapitein Bligh in Mutiny on the Bounty (1935), tegenover een knappe Clark Gable. Of in de rol van Quasimodo in The Hunchback of Notre Dame (1939). Soms kon Laughton zich subtiel een weg banen tussen die polen, zoals zijn rol van sluwe senator in Stanley Kubricks Spartacus (1960).
Gedeeltelijk passen deze rollen bij een acteur die symbool kan staan voor de dubbelzinnige relatie die veel Engelse acteurs hebben met Hollywood, waarbij een mate van dramatische kwaliteiten altijd onderhevig is aan de stereotiepe karakteriseringen van simpele publieksfilms. En Laughton bleef een eigenzinnige en enigszins verheven buitenstaander binnen de glamourwereld van de Amerikaanse showbusiness. Met The Night of the Hunter toonde Laughton dat zijn ambitie verder reikte dan het spelen voor de camera, maar na de slechte ontvangst van de film zou hij nooit meer iets regisseren.Zuidelijke gotiek
Voor een Brit toonde Laughton met The Night of the Hunter een opmerkelijk gevoel te hebben voor een oer-Amerikaanse setting. De film speelt zich af in het zuiden van de Verenigde Staten ten tijde van de depressie. Robert Mitchum speelt de zwendelende predikant Harry Powell die zich voordoet als een rechtschapen man van god. Powell is een complex figuur die in bepaalde scènes handelt vanuit een directe band die hij met god lijkt te hebben. Door Mitchum krijgt Powell fantastisch gestalte als de belichaming van de dualiteit tussen goed en kwaad. Op zijn handen staan de woorden Love en Hate getatoeëerd, en Mitchum voert in de film een preek op waarbij hij op zeer fysieke wijze de eeuwige strijd tussen die twee elementen toont.
Powells motieven blijken duisterder te zijn dan zijn standvastige geloof doen vermoeden. Als hij in de gevangenis belandt hoort hij van een stervende gevangene iets over zijn verborgen buit. Powell gaat vervolgens op zoek naar diens weduwe, en zijn twee kinderen. Zij is een radeloze vrouw die zich al snel door Powells rechtlijnige preken laat verleiden, maar haar zoon vermoedt dat er meer achter de charismatische predikant zit.
Powell vermoordt uiteindelijk de weduwe, en haar kinderen slaan op de vlucht voor zijn bloeddorstige toorn. Ze worden gered door een oude vrouw die zich om een groep kinderen bekommert. Een rol die overtuigend wordt vertolkt door Lilian Gish, die ooit eens de eerste filmdiva was van de zwijgende film.
Duister sprookje
The Night of the Hunter is een vreemde mengeling van realistische scènes en gedeeltes die sprookjesachtig zijn. De film laveert tussen verschillende genres. Zo worden film noir-elementen zoals de moord en de bijbehorende duistere cinematografie afgewisseld met een overgang naar de sprookjesachtige beleving van de kinderen. Deze spanning tussen gruwelijkheid en naïviteit vormt nog steeds een krachtig element van de film.
Het camerawerk van Stanley Cortez (bekend wegens zijn spookachtige cinematografie van Orson Welles’, door de studio verminkte, meesterwerk The Magnificent Ambersons) speelt met de contrasten tussen licht en duisternis waarmee de thematiek van de film visueel wordt aangevuld. Schrijver en filmcriticus James Agee schreef het script. Agee was een sociaal geëngageerde schrijver die reportages maakte over de gevolgen van de depressie in het zuiden van de Verenigde Staten. Ook was hij een belangrijke grondlegger van de serieuze Amerikaanse filmkritiek.
Onevenwichtig meesterwerk
Kijkend naar de film is het niet verwonderlijk dat het toenmalige publiek de film massaal links liet liggen. Het eclecticisme van Night of the Hunter draagt soms bij aan de onevenwichtigheid van de film. Ook wordt het plot niet altijd even goed uitgewerkt en met het personage van Powell wordt op een vrij snelle wijze afgerekend. Het einde van de film komt voor een eigentijds publiek geforceerd over en men kan zich voorstellen dat Laughton door de toenmalige studiobazen gedwongen was om de film af te sluiten met een geruststellende moraal.
Afgezien van deze verouderde aspecten is de invloed van The Night of the Hunter nog steeds groot. Het lijkt alsof de film in het collectieve onderbewuste van de Verenigde Staten is blijven steken. Verwijzingen naar de film blijven opduiken zoals in Todd Solondz’ Palindromes (2004) waar de christelijke surrogaatmoeder (Mama Sunshine) ongetwijfeld een sarcastische hommage is aan het personage gespeeld door Gish. David Gordon Greens Undertow (2004) lijkt zelfs op een aangepaste remake, waarin bepaalde thema’s duidelijk spiegelen met Laughtons film.
Ook is de figuur van Powell als de ambigue predikant een archetype geworden binnen de Amerikaanse cultuur. Denk hierbij aan de kwaadaardige Justin Crowe uit de serie Carnivàle of Robert Duvalls subtiele vertolking van een predikant in zijn The Apostle (1997). Deze personages zijn verwarde profeten die kampen met aardse verlokkingen en agressieve grillen. De dualiteit van deze personages is misschien niet zo verwonderlijk voor een land dat enerzijds al het moderne belichaamt, en anderzijds nog een diepe christelijk moraal nastreeft. En deze tegenstrijdigheden komen perfect samen in de figuur van Powell en de filmische discipelen die hij nog steeds lijkt voort te brengen.