Het maximale uit je loopneus halen
Ziek zijn en doodgaan. Dat zijn Vrouwkje Tuinmans lievelingsonderwerpen in haar, toch niet depressieve, dichtbundel Sanatorium. Tuinman weet de ongemakken van ziek zijn werkelijk van alle kanten te benaderen. En daar kan soms best om gelachen worden.
In één keer neervallen terwijl
je een vuilniszak verwisselt en je
vrouw zegt: Kees, wat doe je nu weer.
Maar je doet niks meer.
schrijft Vrouwkje Tuinman in ‘Ik zou ervoor tekenen,’ het openingsgedicht van Sanatorium. Ervoor tekenen om alle ongemakken omtrent de dood, omtrent ziek zijn in één klap over te slaan. Helaas is dat niet de realiteit, laat Tuinman uitgebreid zien met tragische en komische beelden in haar nieuwste dichtbundel.
Onverschillige katten en demente schoonmoeders
In vijf hoofdstukken, met titels als ‘Familieziekten’, ‘Gesloten Afdeling’ en ‘Lang en Gelukkig’, laat Tuinman ziek zijn in al zijn facetten voorbij komen. Van onverschillige huisdieren, ‘Mijn kat wil liever dood dan naar de dokter’, tot kinderen die dromen over gebroken armen, ‘Wie er na de zomer ook met gips de klas in kwam, nooit jij.’ Van mensen die ‘het maximale uit hun loopneus halen’, tot haar schoonmoeder met dementie die briefjes nodig heeft om te begrijpen wat er gebeurt. Ziekte en de ongemakken daarvan horen bij iedereen.
Maar uiteindelijk leiden al deze ziekten, het korte en het lange lijden, naar het onvermijdelijke, de dood. En dat laatste is iets wat we het liefs ontkennen en negeren. Juist dit dit ongemak met onze sterfelijkheid en de dood van de mensen om ons heen komt tijdens het lezen van de gedichten langzaam naar boven als een centraal thema.
Hup, opa!
‘We zijn vergeten dat we prooien waren’, schrijft ze in een van de eerste gedichten. Ofwel, we willen vergeten dat we sterfelijk zijn. In meerdere gedichten komt het verlangen terug om iets vast te leggen, krampachtig stil te zetten, zodat het altijd zo zal blijven. Zoals het stoppen van ouderdom door het gezicht vol botox te spuiten, of het vereeuwigen van een beeld door middel van een tatoeage:
Een man die ik ken gaat iedere avond slapen
met om hem heen een arm waarop zijn eigen
hoofd is afgebeeld. Elke dag lijkt hij iets minder
op het gezicht dat naar hem kijkt.
De boodschap is misschien tragisch, maar Tuinman weet het met humor te beschrijven. Vaak zit de wens tot leven niet eens bij de zieke zelf, maar eerder bij de mensen eromheen. Zoals een stervende man die elke dag naar de tekening boven zijn hoofd kijkt met de tekst: ‘hup, opa!’. Ook het onvermogen en ongemak van de omgeving wordt hiermee blootgegeven.
Directe taal en humor
De onderwerpen die worden aangekaart zijn soms zwaar, denk depressie, de wens om te sterven, de dood van een kind. Maar Tuinman weet ze benaderbaar te maken door met directe taal en humor in een paar zinnen herkenbare situaties te schetsen. Het onderwerp zelf is al complex genoeg, daar zijn geen uitgebreide metaforen of abstracte woorden voor nodig, lijkt de boodschap. Soms loopt ze hiermee het risico een gedicht te verhalend te maken. Dan blijft er niet veel meer over dan een slappe anekdote. Maar meestal zijn juist een paar zinnen voldoende om een compleet verhaal tot leven te roepen.
De vier gedichten die ze aan haar dementerende schoonmoeder wijdt zijn hier een sterk voorbeeld van. De enkele zin ‘Wat zijn het toch voor halve zolen hier, wat doe ik hier, kom ik hier vaker?’, weet het hele dementieproces samen te vatten. Van de overtuiging dat je zelf nog bij kennis bent terwijl iedereen om je heen gek is, dat je hier niet thuis hoort, tot de uiteindelijke verwarring die je toestand bevestigt.
Pijnlijke confrontatie
Naarmate de hoofdstukken vorderen maakt het lichte en humoristische soms langzaam plaats voor het tragikomische. Totdat de humor de situatie niet meer dragelijk maakt, maar juist pijnlijk tot confrontatie brengt. Het gedicht ‘Sanatorium’ is hier een uitstekend voorbeeld van en, met de korte zinnen en rake woorden, daarmee misschien ook direct het beste werk in de hele bundel. Tuinman ontleedt ziekte en al zijn facetten. Het verlangen ernaar, het ontkennen ervan en de totale dominantie die het uiteindelijk over het leven heeft. En ze doet dit door de onderwerpen vanuit alle emoties te benaderen. Het is juist daarom dat haar gedichten de lezer op zoveel manieren weten te raken.