Boeken / Fictie

De Kleine Kapitein is volwassen geworden

recensie: Toine Heijmans - Op zee

Toine Heijmans is journalist en columnist bij De Volkskrant. Journalisten en columnisten zijn gewend snel to the point te komen. Vooral niets vaag houden. Duidelijkheid. In Op zee, Heijmans’ romandebuut, blijft alles echter tot de laatste bladzij in het ongewisse.

Donald, een middle aged man met een ongedefinieerde baan op een ongedefinieerd kantoor, heeft verlof opgenomen. Het ging niet langer. Zeilen moet hij, weg van zijn bureau. De zee op. Voor het laatste deel van zijn tocht van drie maanden komt zijn zevenjarige dochter Maria aan boord. Het stukje van het Deense Thyboron naar Harlingen zullen vader en dochter samen afleggen. Getweeën op de woeste Waddenzee, op het kleine zeilscheepje Ismaël.

Rolwolken
Al snel wordt duidelijk dat Donald op z’n zachtst gezegd overspannen is. Niet zelden is zijn perceptie van situaties aan boord nogal afwijkend; Maria is de stabielere en de meer betrouwbare van de twee opvarenden van de Ismaël. Hebben de maanden alleen op zee van Donald een kluizenaar gemaakt, een zonderling voor wie alleen nog de eenzaamheid van de golven om hem heen dragelijk is? Is dat wel verantwoord, met zo’n jong kind de zee op?

De donkere rolwolken die dreigend boven het scheepje van Donald en Maria hangen, zijn vanaf de eerste pagina voelbaar. Heijmans slaagt erin zijn schijnbaar eenvoudige stijl vol korte zinnen te beladen met een onheilspellende sfeer van een verhaal van een man die vroeg of laat wel schipbreuk moet lijden. Als niet letterlijk, dan toch zeker figuurlijk. Dat gebeurt dan ook. Al vroeg in het verhaal blijkt Maria verdwenen.

Touwtjes strak
Na die ontdekking keert het verhaal terug in de tijd, zodat de toedracht van Maria’s vermissing lange tijd in nevelen gehuld blijft. Heijmans betoont zich een schrijver die in staat is de touwtjes strak in handen houden. Hij goochelt met de plot, die, ondanks dat het perspectief tot het slot van het verhaal bij Donald ligt, voortdurend lijkt te veranderen. Bovendien beschrijft Heijmans op indrukwekkende wijze de zintuiglijke ervaringen die bij het zeezeilen komen kijken. Dat hij daar geen overvloed aan adjectieven voor nodig heeft, is nóg een plusje erbij voor Heijmans en Op zee.

Heijmans kent zijn klassieken uit de zeeliteratuur: hij verwijst naar de poëzie van scheepsarts Slauerhoff, naar De Kleine Kapitein-boeken, naar Bijbel-verhalen (denk aan de naam van Maria en die van haar moeder, Hagar) en natuurlijk naar Moby Dick. De ene verwijzing is meer ter zake doend dan de andere – sommige citaten halen je uit Heijmans’ strakke ritme. Dat ritme is meteen de voornaamste kracht van het boek; het verleent het verhaal de literaire zeggingskracht van een roman en de onderhuidse spanning van een psychologische thriller. De kleine ruimte op de boot werkt beklemmend, evenals de voortdurend leigrijze hemel die ervoor zorgt dat er nauwelijks daglicht in de roman te vinden is.

Onheilspellende illustraties
Op zee is een bijzondere roman. ‘Unputdownable‘, zoals Volkskrant-collega Bert Wagendorp de lezer vanaf de sticker op het omslag toeroept. Wagendorp heeft gelijk; Op zee is een boek om van kaft tot kaft te lezen, in één ruk, als een zeilreis waar je geen pauze van kunt nemen, maar waarin je dóór moet, ook als het langzaam steeds onaangenamer wordt.

Het ritme en de spanning verleiden tot steeds sneller doorlezen, maar het verdient aanbeveling om toch af en toe even stil te houden bij de illustraties die Jenna Arts maakte en die her en der in de roman zijn opgenomen. Ze doen denken aan de prachtige platen die Carl Hollander maakte bij Paul Biegels boeken over De Kleine Kapitein; de afbeeldingen zijn even onheilspellend als Heijmans’ verhaal. Waarom gebeurt dat eigenlijk niet vaker, illustraties bij romans? Arts doet alvast een open sollicitatie uitgaan naar alle uitgeverijen die de komende jaren van plan zijn zeeliteratuur uit te geven.
Lees Op zee. Als De Kleine Kapitein ooit volwassen is geworden, dan in deze roman.