Een huwelijk in voor- en tegenspoed
.
‘NAC heeft behoorlijk wat historie voor een club zonder historie,’ zei een fan ooit. En inderdaad, de prijzenkast is bij NAC behoorlijk leeg, de clubkas zo mogelijk nog leger, maar de cafés in en om het stadion zijn al jaren lang altijd vol.
Die gezelligheid, en al dat bier, rondom de wedstrijden van NAC, zijn bepalend geweest voor het fenomeen ‘Avondje NAC’ zoals het nu bestaat, en dat Avondje NAC is voor AD-journalist en -columnist Sjoerd Mossou de inspiratiebron geweest voor zijn nieuwe boek. De Bredanaar en NAC-supporter schreef in het kader van het 100-jarige jubileum van de club een persoonlijk verhaal over wat NAC nu zo speciaal maakt, opgehangen aan hét fenomeen dat de geelzwarten zoveel roem bracht in den lande: het Avondje NAC.
Sfeersnikken en sportgrimlachjes
Spelen op zaterdagavond om half acht: het kwam de sfeer en de drankomzet in het stadion vanaf 1975 enorm ten goede, en gaf de spelers in thuiswedstrijden extra kracht (uitwedstrijden gingen vaak, zo niet altijd, verloren). Mossou toont in het boek dan ook wat de kracht van NAC was en is, voor supporters en vrijwilligers, voor omroepster en trainer, voor oud-spelers van NAC en keepers van PSV. Telkens met dezelfde conclusie: of er nou gewonnen of verloren wordt, of NAC de Europa League haalt of jarenlang onderin de Eerste Divisie aanmoddert, naar NAC ga je eigenlijk niet voor het voetballen. Laten we het vooral gezellig houden, dat is toch veel meer waard.
En die gedachte komt terug in alle 36 hoofdstukjes: NAC is een club om van te houden, maar niet vanwege het mooie voetbal, en de hoogtepunten zijn schaars, maar daardoor o zo mooi. Doordat het boek is opgedeeld in korte verhaaltjes komt de schrijfstijl van Mossou goed tot zijn recht – hij laat zien waarom hij zeer gewaardeerd columnist is. Een kanttekening is dat het daardoor gefragmenteerd voelt, maar door zijn goede pen is die ontbrekende eenheid overkomelijk.
Toch wringt het boek af en toe. Mossou geeft in de proloog al aan dat het hier een beschrijving vanuit eigen herinnering betreft, dat hij er niet op uit is een feitelijke geschiedenis van de club te geven. Je zult het hem dus moeten vergeven dat het boek soms leest alsof het als iets teveel alleen Mossous verhaal is (alleen materiaalman Ben van Bilzen komt even aan het woord), waar er zeker gelegenheid was om toch iets dieper op de materie of betrokkenen in te gaan.
Scepsis
Merkbaar in het boek is bovendien de (herkenbare) ontwikkeling die Mossou doormaakte als supporter. Van de herinneringen van een jochie met een geel petje, dat met moeite het oude NAC-embleem in zijn schriftjes probeert tekenen (ook voor grote jongens nog een verduiveld lastig logo, overigens), groeien zijn beschrijvingen met hem mee, tot hij anno 2012 een volwassen journalist is, die zijn club met liefde, maar met minstens zoveel scepsis beziet.
Die scepsis laat zich echter steeds meer voelen naar het einde toe. De almaar aanhoudende financiële en bestuurlijke ellende, die net zo bij NAC hoort als bier en Annie van Hooijdonk, verleidt de schrijver bijvoorbeeld tot een vileine analyse van degenen die het iedere keer weer presteren zijn club vijfjaarlijks naar de verdoemenis te helpen.
Pareltjes
Mossous kritiek in ogenschouw genomen is Avondje NAC daarom misschien meer een liefdesgeschiedenis. Van blinde eerste verliefdheid en adoratie, tot ruzie, crisis en bijtende kritiek: de relatie met NAC blijkt er een met ups en downs, met vreugde en teleurstelling, een relatie waardoor je in de loop der tijd leert te feesten wanneer het kan, en te troosten wanneer het moet. Een relatie ook, die voor supporters van andere clubs erg herkenbaar zal zijn, zodat het boek voor fans van Groningen, NEC, De Graafschap of Go Ahead minstens zo leesbaar (en vermakelijk) is.
Een ander gevolg van die ontwikkeling tot journalist is de groeiende afstand tot zijn studie-object. Newcastle-uit in 2003 lijkt in het boek het laatste hoogtepunt voor de fan, zoals de afgelopen tien jaar sowieso een beetje onderbelicht blijven. Pareltjes van uitwedstrijden tegen Volendam (zoek op Youtube naar ‘hij zit erin’) en Omniworld, de 0-4 bij Feyenoord en het dagje Villarreal in meer recente tijden lijken bijvoorbeeld aan de schrijver voorbij te zijn gegaan, zodat het boek, in combinatie met alle aandacht voor vroeger tijden, vooral een beschrijving lijkt van hoe het vroeger was om voor NAC te zijn. Het is duidelijk dat de schrijver vooral een fanatiek supporter was voordat NAC de wijk naar het nieuwe stadion nam.
Neuriën
Maar al die nostalgie is niet erg, want nostalgie hoort bij NAC. En van de coverfoto tot de prachtige afbeeldingen in het hart van het boek, van het spandoekincident met Gerard den Haan tot het enthousiasme van Alex Schalk: het hele boek ademt precies datgene wat NAC is, of wat NAC zou moeten zijn. Lezing ervan maakt dat je wegdroomt om die ene herinnering die je nog hebt aan de Beatrixstraat weer scherp te krijgen. Het maakt dat je onbewust ‘Hé hé, hé hé, hup N.A.C.’ neuriet in de bus of in de supermarkt. Het maakt dat je niet kunt wachten tot zaterdagavond, half acht.
Als puur voetbalboek biedt Avondje NAC voor de historicus misschien te weinig inzicht of te weinig feitelijkheden, maar voor liefhebbers van voetbalcultuur biedt het een mooi kijkje in de typische cultuur NAC en Breda. En voor NAC-fans is het een soms weemoedige, soms kritische, maar altijd uiterst herkenbare vertelling die verwoordt wat velen zullen voelen.
Lees nog meer over sport op 8WEEKLY:
Michiel van Egmond – Gijp
Hugo Camps, Johan Derksen, Michel van Egmond, et al. – Bert van Marwijk. Het levensverhaal. De werkwijze
Maarten Moll – Wat een goal!
Michael Boogerd en Maarten Scholten – Handboek Tour de France 2012