Boeken / Non-fictie

Hoe lang nog voor ‘zodra’ er is?

recensie: Roberto Saviano (vert. Elke Parsa) - Het woord tegen de Camorra

Iemand vroeg Philip Roth eens naar zijn favoriete boek. Roths antwoord was: Is dit een mens, van Primo Levi. Waarom juist dat boek, wilde de interviewer weten. Roth antwoordde: ‘Wie dit boek gelezen heeft, kan nooit meer zeggen dat hij niet in Auschwitz is geweest.’ Wat geldt voor Auschwitz, geldt ook voor de krochten van de Camorra in Zuid-Italië. Wie Roberto Saviano gelezen heeft, kan niet zeggen dat hij er nooit geweest is.

Saviano – bekend van zijn wereldwijde bestseller Gomorra – wordt al jarenlang bedreigd. Zijn onzichtbare tegenstander? De Camorra, maffiaclan van Zuid-Italië. De maffia staat bekend om zijn vergelding. Wie zich in het openbaar tegen de succesvolste misdaadorganisatie ter wereld kant, wordt vroeg of laat berecht. En berechten, dat gebeurt met drie kogels. ‘Ze’ vinden je altijd, ‘ze’ zijn geduldig.



De enige manier om aan zijn onontkoombare lot van executie te ontsnappen, aldus Saviano, is voortdurend de schijnwerpers op te zoeken. De maffia houdt niet van het volle licht. Zolang de schrijver zich in het centrum van de aandacht bevindt, is hij veilig. Maar wanneer die aandacht verslapt, zullen de hitmen op hem wachten.



De vinger en de maan

Met 96 pagina’s is Het woord tegen de camorra niet al te dik. Het boekje begint met vier artikelen van vooraanstaande Italiaanse journalisten over de invloed van Saviano op het maffiadebat en de Italiaanse journalistiek, geschreven naar aanleiding van de speciale televisieavond die de RAI rond Saviano organiseerde. Veel voegen die stukken niet toe; niemand kan zo goed schrijven over de zaak-Saviano als Saviano zelf. Eén zin, van journaliste Benedetta Tobagi, blijft bij. ‘Soms lijkt het wel of iedereen zich vastbijt in de vinger om maar niet te hoeven kijken naar de maan waarnaar die vinger zo vastberaden wijst.’

De vinger is Saviano, de maan is het schrikbewind dat de georganiseerde misdaad de zuidelijke helft van Italië oplegt. De twee artikelen van de antimaffiaschrijver die zijn opgenomen in Het woord tegen de camorra zijn afkomstig van diezelfde RAI-televisieavond. Net als voorgaande artikelen ademt Saviano’s werk de volledige overgave waarmee hij de problematiek te lijf gaat. Saviano vertelt de verhalen van onschuldig vermoorde mensen, mensen die door uitgekiende lastercampagnes van de maffia tot persona non grata werden en mensen wier emoties verdoofd zijn door de onophoudelijke confrontatie met beestachtig geweld. Schrijnend is het filmpje dat Saviano beschrijft (niet voor gevoelige kijkers, te zien op YouTube). De onverschilligheid van getuigen van een maffiamoord is even afschuwelijk als onbegrijpelijk. Het is angst, die tot apathie lijdt.

Zodra, zodra

De niet afnemende strijdbaarheid van Saviano – ‘Hij is een doorn in het vlees van de maffia’, schrijft journalist Paolo Fabbri – heeft te maken met zijn doel. Hij wil de maffia op haar knieën dwingen, louter door middel van woorden: ‘Zodra woorden grote groepen mensen weten te bereiken, als ze over bepaalde machten verhalen, worden ze uiterst gevaarlijk.’ Tegelijk beseft hij dat het noodzakelijk is om zijn woorden niet alleen te verspreiden, maar ze ook door anderen te laten opschrijven en uitspreken. Saviano’s woorden moeten niet alleen van Saviano zijn, maar van eenieder die hem steunt in zijn strijd. Hij roept de lastercampagnes rond de Russische journaliste Anna Politkovskaja in herinnering, hoe de geheime dienst haar ontvoerde, drogeerde en trachtte erotische foto’s van haar te nemen om die naar de roddelpers te sturen. Dat zou haar woorden, haar kritiek, effectief de nek om hebben gedraaid. Saviano schrijft: ‘Zodra het woord niet langer meer alleen van mij is, maar van nog tien, vijftien, twintig anderen, of van wel duizenden mensen, heeft het geen zin meer om te lasteren.’

Twee citaten, beide beginnen met ‘zodra’. Een woord dat een nabije toekomst suggereert. Niemand die weet hoe lang ‘zodra’ nog op zich laat wachten. Lang, als niemand anders dan Roberto Saviano het woord tegen de Camorra durft te richten.