Boeken / Non-fictie

Standaarduitrusting

recensie: Michael Walzer - Rechtvaardige en onrechtvaardige oorlogen

Het hoe en waarom van oorlogsvoering staat weer volop in de aandacht, niet in het minst dankzij de groeiende oppositie tegen de Irak-oorlog. Michael Walzer, professor aan Princeton, New Jersey, uitgever en auteur, bestudeert de kernbegrippen van de ‘just war’-theorie. Dit is het even oude als dubieuze idee, dat een moreel geoorloofde oorlog begonnen en gevoerd kan worden mits voldaan wordt aan een aantal vooropgestelde parameters. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het recht om een oorlog te beginnen (ius ad bellum) en het recht tijdens een oorlog (in bello). Walzer lardeert zijn ethische overwegingen met verhelderende voorbeelden uit de geschiedenis.

Het boek is een dikke pil, simpelweg omdat geen onderwerp van de krijgsethiek onberoerd blijft. Walzers verteltrant is constant en zijn taalgebruik is niet ingewikkeld. Toch vereisen sommige passages twee keer lezen, juist omdat hij voors en tegens zorgvuldig presenteert. De definitieve stellingname laat hij over aan de lezer. Soms is hij duidelijk kritisch (de atoombom, Vietnam), zij het op theoretische gronden, op andere momenten lijkt hij weinig meelevend, bijvoorbeeld waar het gaat om burgerslachtoffers in oorlogsgebied:

In het heetst van de strijd is de aandacht van soldaten sterk gericht op de vijand. Waar we in zulke gevallen naar kijken, is een teken dat ze zich positief inspannen om burgerlevens te sparen. Niet alleen om aan de regels van proportionaliteit te voldoen; de regel is ook op militairen van toepassing, want niemand mag om triviale redenen gedood worden. burgers hebben echter een verder reikend recht. En als het sparen van de levens van burgers inhoudt dat de soldaten hun leven riskeren, moeten ze dat risico aanvaarden. Er is echter een grens aan de risico’s die acceptabel zijn.

~

Walzer biedt een verhelderende theoretische ondergrond bij het lezen over huidige conflicten. Je verwacht dus bij het omslaan van elke bladzijde, dat hij voorbeelden aanhaalt zoals 9/11, Irak, de Balkan- of Golfoorlog. Maar dat ontbreekt omdat het boek is geschreven in 1977. De voorbeelden (de zogenaamde ‘illustraties’ uit de titel) variëren van de Peleponnesische oorlogen, de Amerikaanse burgeroorlog tot aan de oorlog in Vietnam. Veel Vietnam (1959-1975), want dat lag toen nog fris in het geheugen. Dat de jongste oorlogen als voorbeeld ontbreken is trouwens geen gemis; het toont eerder aan hoe algemeen geldig het boek nog is.

Communitarianisme

Is er dan helemaal niks veranderd sinds 1977? Jawel, de opkomst van de zogenaamde humanitaire interventies, zeg maar militaire ingrepen met goede bedoelingen, juist zo verbonden met de ‘just war’ theorie. Hieraan besteedt Waltzer aandacht in het extra voorwoord dat in 2000 is toegevoegd aan de derde Engelstalige herdruk en dat in deze vertaling is meegenomen.

Een minstens even belangrijke verandering, tenminste voor ons dénken over oorlog, is de afschaffing van de dienstplicht. De soldaten van de Eerste Wereldoorlog en de Vietnamoorlog konden we nog zien als hulpeloze broekies. Deels waren ook zij slachtoffer van de oorlog, net als burgers. Van een beroeps- of huurlingenleger is dat een stuk moeilijker te zeggen. Om nog maar te zwijgen van het huidige conflict in Irak, waar de grens tussen burger en combattant blijkbaar afwezig is. Maar Waltzer redeneert nog, geheel in de stijl van het communitarianisme van de jaren zeventig, in termen van manipuleerbare groepen in plaats van individuen met eigen motieven en emoties.

Tokio na de bombardementen
Tokio na de bombardementen

Is een oorlog eenmaal op gang, dan is de ethiek ver te zoeken. De enigen die nog wel eens ontzien werden waren burgers en non-combattanten. Maar dat principe is in de Tweede Wereldoorlog om zeep geholpen met het bombarderen van steden in Duitsland en Japan. En zo komen we bij een van de weinige tekortkomingen van het boek. Walzer spreekt zich wel uit tegen de atoombommen op Japan, maar maakt geen wezenlijk onderscheid tussen die op Hiroshima en die op Nagasaki, drie dagen later. Immers, de meeste argumenten die golden voor de eerste gingen niet meer op voor de tweede. Verder is er slechts summier aandacht – en daarin verschilt het niet van de meeste andere oorlogsboeken – voor een van de grootste wandaden uit de geschiedenis; de brandbombardementen op Japanse steden.

Brandbommen op Japan

In de zes maanden voordat de atoombom viel, lieten B-29 bommenwerpers een regen van brandbommen neer op Japan. De vuurzee legde de 40 grootste steden deels in as. 2,5 miljoen huizen brandden af, honderdduizenden mensen vonden de dood en nog meer raakten gewond of dakloos. 8,5 miljoen vluchtelingen verlieten de steden, velen stierven de hongerdood. Tokio was na 7 bombardementen voor 80% verwoest. Tegen augustus 1945 waren er nog maar 5 grote steden onaangetast; Kyoto (dat als religieus en cultureel centrum off-limits was), Hiroshima, Nagasaki, Niigata en Kokura, die zorgvuldig werden bewaard als testgebied voor de atoombommen.

Het is jammer dat Walzer hier niet iets dieper op ingaat. Voor de rest is ‘Rechtvaardige en onrechtvaardige oorlogen’ een moderne klassieker, een ijkpunt in de politieke filosofie, dat tot de standaard uitrusting behoort van iedereen die serieus over oorlogsvoering leest.