Eigenzinnig land
Op initiatief van uitgeverij Boom schreef Marijn Kruk (1971), in het dagelijks leven Frankrijkcorrespondent voor onder andere Trouw en De Groene Amsterdammer, een lichtvoetige, doch intelligente schets van het Parijse intellectuele milieu: Parijs denkt. In acht hoofdstukken geeft Kruk een overzicht van dat wat de hedendaagse Franse intelligentsia zoal bezighoudt. Het boek is een waardig vervolg op Patrick van IJzendoorns Londen denkt (2008).
Veel komt aan bod in Parijs denkt. Zo is er de even onontkoombare als omstreden Bernard-Henri Lévy – zowel liefkozend als schertsend vaak kortweg BHL genoemd – die vanwege zijn vele mediaoptredens volgens sommigen symbool staat voor een devaluatie van het begrip intellectueel. Ook besteedt Kruk veel aandacht aan de herinneringsoorlogen (guerres de mémoires); politiek en moreel geladen strijden waarbij wordt getracht historische gebeurtenissen op te nemen in een subjectieve roman national. Hierbij is een speciale rol weggelegd voor zaken als de Algerijnse oorlog, vaak eufemistisch aangeduid als les événements d’Algérie, de erfenis van 1968 en het koloniale verleden. Verder komen het Franse trotskisme en het (elitaire) schoolsysteem uitgebreid ter sprake, en de speciale rol die daarin is weggelegd voor de école normale sup’ als hofleverancier van retorisch begaafde intellectuelen.
De Franse paradox
Kruk legt nergens uitdrukkelijk een verband met de Nederlandse situatie, uitgezonderd van een korte verwijzing naar de schoolstrijd. Vanuit het oogpunt van de schrijver is deze keuze zeer begrijpelijk, het valt tenslotte buiten de grenzen van zijn onderwerp. De Nederlandse lezer echter kan door de inhoudelijke parallellen, zoals die er zijn bij integratievraagstukken, de neiging tot vergelijking niet altijd onderdrukken. Wat op die momenten vooral opvalt, is het immense verschil in niveau van de publieke debatten in respectievelijk Nederland en Frankrijk. Geen gejammer over de aangeslagen toon of dergelijke afdwalingen. Nee, het publieke debat is misschien bij tijd en wijle ietwat hoogdravend, maar het is serieus en vrijwel altijd gericht op inhoudelijke vraagstukken.
Blind voor de werkelijkheid?
Het boek eindigt met een interview met de in Nederland relatief onbekende denker Marcel Gauchet, onder de veelzeggende titel ‘Frankrijk blijft hardnekkig weigeren de wereld te zien zoals hij is’. Een zeer lezenswaardig artikel waarin een van Sarkozy’s intelligentste critici zijn licht laat schijnen over het huidige Frankrijk.
Gauchet houdt een eloquent betoog over de ongemakkelijkheid die veel Fransen, nog altijd groot voorstander van een sterke staat, voelen in het hedendaagse globale systeem van vrije markten en terughoudende overheden. Frankrijk kwam na de Tweede Wereldoorlog weer tot bloei in de periode waarin een dirigistische overheid de norm was. Grote van overheidswege ongeïnspireerde infrastructurele projecten als de TGV en de Concorde en het omvangrijke kernwapenprogramma getuigen hier nog altijd van. In dit opzicht loopt Frankrijk hopeloos achter bij de rest van de westerse wereld, die sindsdien vrijwel unaniem het Angelsaksische model in meer of mindere mate heeft omarmd. Het is echter niet ondenkbaar dat het ongemak dat de Fransen al die jaren hebben gevoeld bij het internationale primaat van de vrije markt in een door de huidige crisis getekende toekomst wel eens de westerse norm zou kunnen worden.