Boeken / Fictie

Problematiek in toenemende mate

recensie: Laurent Gaudé (vert. Jan Versteeg) - Nacht in Mozambique

Dramaturg en romanschrijver Laurent Gaudé vertelt in Nacht in Mozambique vier afwisselende verhalen. Hierin belicht de auteur steeds het concept identiteit – en toont aan hoe veelzijdig en problematisch dit begrip is. Drie vertellingen spelen zich af tegen een postkoloniale achtergrond. In drie van de vier verhalen komen de verhoudingen tussen onderdrukte en onderdrukker bloot te liggen.

Gaudé laat met de eerste drie verhalen zien hoe gemakkelijk het voor een lezer is om zich in te leven. Maar in het laatste verhaal is dit anders. Waar de eerste vertellingen simpelweg laten zien wat een hoofdpersonage beleeft, dwingt ‘Nacht in Mozambique’ om door verschillende lagen heen te kijken. Het is een nogal ingewikkelde geschiedenis in een vreemd land, met vier verschillende vreemde vertellers.

Climax naar complexiteit
Negerbloed’ is verreweg het meest angstaanjagende korte verhaal uit deze bundel. Een kapitein kijkt terug op een voodooachtige geschiedenis die zijn leven heeft veranderd. De slaven die hij moest vervoeren, ontsnapten en lieten een bloedig spoor van wraakacties achter. Afgehakte ledematen zijn niet van de lucht. Het is een vertelling à la Poe en laat een diepe indruk achter, ook omdat het de opening van de bundel is. ‘Gramercy Park Hotel’, over een hoogbejaarde man die op zijn leven terugkijkt, vordert tergend langzaam. Het verhaal staat in schril contrast met zijn voorganger. Gaudé pakt de zwoele sfeer en de dreiging van het Afrikaanse continent terug in het derde verhaal, ‘Kolonel Barbaque’: een Franse veteraan uit de Eerste Wereldoorlog vecht  tegen Franse soldaten in een Afrikaanse kolonie. De bundel neemt hier een aanloop naar zijn climax. Het begrip identiteit wordt steeds complexer. Wie vecht er immers tegen zijn eigen landgenoten?

Het echte hoogtepunt van de bundel ligt in het laatste verhaal. Om te beginnen is het perspectief in ‘Nacht in Mozambique’ anders dan in de eerste drie korte verhalen. Dit technische verschil schept een grote afstand tussen het vertelde en de lezer. Daarbij komt dat de eigenlijke historie niet verteld wordt door degene die haar heeft meegemaakt. De werkelijke verteller is namelijk vermist. Bovendien is het lang geleden, dus het is niet eens zeker of alle feiten wel kloppen. De kern is dat de Portugese kapitein Passeo illegale Afrikaanse immigranten over zee naar Mozambique vervoert. Op een nacht, tijdens een routinematige oversteek, sterft er een vrouw aan boord van zijn schip. Waarom, dat is onduidelijk. Passeo gaat op onderzoek uit. Dat is het enige wat zijn vrienden in het thuisland weten.

Troebel beeld
Met vakkundige verfijning en precisie weet Gaudé het begrip identiteit steeds onbevattelijker te maken. De eerste vertellingen bieden de lezer nog gelegenheid zich in te leven in een onderdrukte geest. Maar de vertelstijl van het laatste verhaal is te objectief voor dit soort trucs. Op een prettige manier roept het verhaal een hoop vragen op. Passeo’s vrienden kunnen niet achterhalen wat hij in Mozambique doet of deed. De geschiedenis zit in de weg, want het is te lang geleden gebeurd. Er zijn geen middelen tot communicatie. De cultuur zit in de weg, want niemand weet waarom twintig mannen zomaar een vrouw doden. Het beeld van Mozambique is zowel in dit verhaal als in deze bundel te troebel om de uitkomst te begrijpen. Aan het einde van deze bundel blijven er alleen maar vragen over, en dat is maar goed ook.