Boeken / Fictie

Zwagerman schrijft ‘on-Nederlands’ to the point

recensie: Het wilde westen: Nederland 2001-2003

And a revolution it was. In vijf woorden geeft Zwagerman kernachtig zijn mening over 2002 weer, in de inleiding van Het wilde westen. Het boek bestaat uit een selectie columns en artikelen rondom het ‘revolutiejaar’ 2002. Dat uiteraard niet alle belangrijke onderwerpen uit die periode behandeld worden geeft hij zelf al aan. Mij bekroop het gevoel dat Zwagerman niet voor niets nú deze bundel heeft uitgegeven. Het lijkt erop dat hij daadwerkelijk een tijdperk wil afsluiten.

~

Het wilde westen. Een opmerkelijke titel voor een boek over Nederland. Is het in het afgelopen jaar dan zo rumoerig geweest in ons vertrouwde kikkerlandje? Volgens Zwagerman wel. Het gebruik van een cliché als ‘ons vertrouwde kikkerlandje’ gaat dan ook niet meer op naar zijn mening. Uit het gelijknamige hoofdstuk blijkt al gauw waarom. Wie herinnert zich niet de Daimler waarin Pim Fortuyn rondreed? Wie herinnert zich niet Tom Holkenbergs – ‘on-Nederlands’ goede – remix van ‘A little less conversation’ van Elvis? Massale rouw om overleden publieke figuren en dance-feesten waar duizenden bezoekers op af komen, zijn gemeengoed geworden in Nederland, zo signaleert Zwagerman. ‘On-Nederlands’ is alles buitenproportioneel aanpakken. Juist dat is ‘Typisch Nederlands’ geworden. Welkom in het wilde westen.

Politiek

To the point, een typering goed van toepassing op de columns van Zwagerman. Met een kritische blik bekijkt hij recente gebeurtenissen en plaatst ze in een cultuur(historisch?) perspectief. De verwikkelingen in de aanloop naar 2002, in het jaar zelf en de nasleep in 2003 hebben veel mensen stof tot nadenken gegeven. Klaarblijkelijk behoorde de schrijver zelf ook tot deze groep. De moord op Pim Fortuyn, de opkomst en neergang van de LPF en de daaropvolgende politieke ommezwaai van korte duur. Veel van de onderwerpen uit Het wilde westen raken aan de politiek.

Gewoon zichzelf

~

Zwagerman is de verwondering hierover echter voorbij. In plaats van deze reactie, die bij veel Nederlanders vorig jaar te ontwaren was, denkt hij een stapje verder. In plaats van als een kip zonder kop te ageren en te reageren, zoals veel Nederlanders het afgelopen jaar, ziet hij grotere lijnen. Het lijkt erop alsof Nederland uit een rustige slaap wakker werd. Mondig werden we en ineens spuiden we onze mening breed. Of zoals Zwagerman het typeert: De Nederlander anno nu: een opgefokt in het rond schreeuwende niksweter die luidkeels en geërgerd ‘gewoon zichzelf is’ […]. Youp van ’t Hek was zichzelf, Hanneke Groenteman was zichzelf, maar vooral Pim Fortuyn was zichzelf. Deze nieuwe typische Nederlander werd gevolgd als zijnde de nieuwe Messias.

Het stokpaardje van Zwagerman – porno – is ook in dit werk aanwezig. Deze keer in de vorm van Anita Witzier. Het voegt op het eerste gezicht weinig toe. Dat Madonna met Sex een groot publiek kennis liet maken met de seksuele counterculture weten we nu wel en Camille Paglia’s pleidooi voor de porno kennen we nu wel. Het feit dat Anita Witzier prijs stelt op porno van bovenmodale kwaliteit is eigenlijk amper interessant en nauwelijks opmerkzaam te noemen. Bij nader inzien is het einde van het hoofdstuk Kleine apologie van de porno interessanter. Zwagerman maakt melding van een ontstaan klimaat, waarin de dame met de hardepornobanden en het meisje met de zweep zullen worden veroordeeld als onbeschaamd en onbeschaafd. Hiermee slaat hij de spijker recht op zijn kop.

Een afgesloten tijdperk

De restauratie van de porseleinkast is het laatste hoofdstuk van het boek, waarin Zwagerman het hernieuwde politieke evenwicht na de verkiezingen van afgelopen januari als dusdanig typeert. Een collectieve lichte ontvlambaarheid vormt tegenwoordig in belangrijke mate onze nationale identiteit. Een tactisch einde. Wat zou de reden zijn geweest om juist nú deze selectie columns uit te geven? Misschien omdat Zwagerman, ongeschreven, er net als ik van overtuigd is dat er een periode afgesloten is? Ik denk het wel.

Flapdrollen

Internationale politiek staat weer hoog op de agenda, waardoor binnenlands gemorrel al snel triviaal wordt. Nederland lijkt weer ‘ons vertrouwde kikkerlandje’ te worden. De LPF is grotendeels uitgespeeld en daarmee zijn ook de ‘flapdrollen’ en ‘schijtlullen’ veelal uit de politiek verwijderd. Is er nog sprake van een revolutie, van een huftercultuur? Toen ik Het wilde westen las, leek het er even niet meer op. Naast mij in de trein begonnen namelijk twee volstrekt onbekenden een vriendelijk gesprek. Dat zie ik bij de O.K. Corral nog niet zo snel gebeuren.