Een kleurrijk mozaïek van Portugal
João Ricardo Pedro is wat je noemt een literaire komeet. Zijn debuutroman Jouw gezicht zal het laatste zijn werd direct bekroond met de meest prestigieuze prijs van Portugal. In 2009 werd technisch ingenieur Pedro ontslagen en kon hij eindelijk zijn droom verwezenlijken: het schrijven van een roman.
Iedereen die wel eens in Portugal is geweest, kent ze: os azulejos, de keramieken tegeltjes waarmee de binnen- en buitenmuren van veel huizen zijn versierd. De roman Jouw gezicht zal het laatste zijn is zo’n mozaïek. Niet van tegeltjes, maar van verhalen over Portugal onder het dictatoriale bewind en de jaren erna. We volgen drie generaties van de familie Mendes: Augusto, Antonio en Duarte.
Van de een op de andere dag
Het zijn de jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog en van de een op de andere dag besluit de jonge arts Augusto Mendes Lissabon te verlaten voor een gehucht in de binnenlanden van Portugal. Hij wordt de huisarts van de veelal straatarme dorpelingen. Zijn zoon Antonio wordt officier in het leger en keert begin jaren zeventig voorgoed terug uit Angola, alwaar Portugal tegen beter weten in voor behoud van de kolonie strijdt. Antonio is getraumatiseerd en herkent zijn zoon Duarte eerst niet. Wat er is gebeurd, kunnen we alleen raden. Al moeten we dat misschien niet willen:
Je eigen herinneringen vreten al genoeg aan je om de herinneringen van anderen er nog eens bij te nemen.
Deze zoon, Duarte Mendes, is de eigenlijke hoofdfiguur van het boek. Geboren in de jaren zeventig wordt hij door kenners beschouwd als de beste vertolker van Beethoven, een mooie toekomst wacht hem. Van de een op de andere dag zweert hij de piano af en raakt het instrument niet meer aan. Waarom? Deze en alle andere vragen worden niet eenduidig beantwoord. Zoals alles in de tijd van een dictatuur schimmig en onduidelijk blijft en van de een op de andere dag iemand voorgoed kan verdwijnen, zo wordt niets in deze roman werkelijk opgehelderd.
Het beste is het raadsel te vergroten
Waar je een antwoord verwacht, daar komt de schrijver met een nieuw verhaal dat als antwoord kan dienen, maar dat zelf ook weer vragen oproept. In Voer voor psychologen schreef Harry Mulisch dat goede literatuur het raadsel van het leven niet moet oplossen, maar juist moet vergroten. Pedro neemt die poëtica wel erg serieus. Je moet iets van de geschiedenis van Portugal weten om de vele subtiele verwijzingen te begrijpen. Maar ook zonder deze kennis is het boek een bijzondere tocht door een land dat in Nederland niet erg bekend is.
Zuid-Amerikaanse vertelkunst
In een interview heeft de schrijver gezegd dat niet alles verklaarbaar is wat er in de roman gebeurt, zoals niet alles in de werkelijkheid logisch is. Het is een van die hardnekkige eigenschappen van de mens dat we overal verbanden willen zien, zelfs als ze er misschien niet zijn. De wereld in deze roman is magisch en mysterieus. En de stijl is bij vlagen grandioos.
Dautor Augusto Mendes zat met zijn rieten hoed en zijn pijp klaar om het peloton van de Ronde van Portugal voorbij te zien komen, met een bijna jeugdig enthousiasme dat niet alleen niet paste bij zijn leeftijd, gewicht, lengte en sociale positie, maar vooral niet bij de hoge temperatuur.
De schrijver veroorlooft zich niet alleen inhoudelijk en qua structuur veel vrijheid. De stijl verandert met elke scène en is als een kleurrijk mozaïek. In het ene hoofdstuk is de stijl romantisch en verhalend en doet zij in verbeeldingskracht niet onder voor het beste werk van Gabriel Marcia Márquez. Andere hoofdstukken zijn experimenteel en vervreemdend en doen sterk denken aan de grote roman 2666 van Roberto Bolaño. Wellicht wat te veel.
Hier en daar lijkt de experimenteerdrift de vijand van de schrijver. Zij die een verhaal met kop en staart zoeken, kunnen het boek dan ook beter laten liggen. Neem je echter de moeite, dan ontvouwt zich een magisch mozaïek van kleuren en vormen.