Held in een krakende kosmos
Engeland tussen 1500 en 1535: land van mythes, hypocrisie en strijd tussen kroon en kerk. Thomas Cromwell, voorvader van Oliver, klimt op van smidszoon tot de rechterhand van de beruchte koning Henry VIII. Over deze vernuftige Cromwell heeft Hilary Mantel het absoluut schitterende Wolf Hall geschreven, waarvoor zij in 2009 de Booker Prize ontving.
Wolf Hall geschreven, waarvoor zij in 2009 de Booker Prize ontving.
Om die schittering te kunnen ervaren moet de Nederlandse lezer, met waarschijnlijk alleen kennis van Henry VIII en zijn vrouwen, wel over wat doorzettingsvermogen beschikken. Want in Mantels bijna 700 pagina’s tellende roman wordt de Engelse geschiedenis als bekend voorondersteld. Het wemelt van de niet geïntroduceerde Engelse historische figuren, waarvan er ook nog eens buitensporig veel Henry, Richard of Mary heten. Enigszins vertroostend is dat zelfs de personages vaak moeten nadenken wanneer een ander personage enkel met de voornaam wordt aangeduid. Maar wanneer de orde langzaam de overhand op deze historische chaos neemt, gaat Wolf Hall op een andere manier wemelen: van scherpe, kort aaneengesloten zinnen die samen de ene na de andere meeslepende prachtpassage vormen.
CromwellHet middelpunt van die pracht is Thomas Cromwell, de alleskunner die zonder adellijke familie – wat nog nooit was vertoond – uitgroeit tot de man die feitelijk het Engelse koninkrijk bestuurt. Bij zo’n beschrijving ben je geneigd te denken aan een soort kardinaal Richelieu, maar Cromwell, weliswaar ‘de man met het voorkomen van een zondaar’, is werkelijk een zelf nadenkend, goed mens. Letterlijk tussendoor verliest Cromwell zijn vrouw en twee van zijn kinderen aan de ‘zweetziekte’. Zijn verdriet wordt nauwelijks expliciet gemaakt, maar juist daardoor lijkt de ontroerende kracht ervan alleen maar toe te nemen. Hij stort zichzelf nog meer op zijn werk. Dankzij zijn beschermheer kardinaal Wosley en zijn talent voor het bedenken van oplossingen voor de meest netelige kerkelijke en hoofse zaken, klimt Cromwell op tot hoofdadviseur van de koning:
De hovelingen merken dat hij de loop der dingen kan ombuigen, kan smeden. Hij kan de angsten van mensen indammen en hun een gevoel van zekerheid geven in een in zijn voegen krakende kosmos: dit volk, dit vorstenhuis, dit miserabele regenachtige eiland aan het randje van de wereld.
Anne Boleyn
Cromwells oplossingen zijn hard nodig binnen de Engelse krakende kosmos. Het ‘ketterse’ protestantisme tiert – schrijver en dogmaticus Thomas More is bezig met een inquisitie – en daar komt nog eens bovenop dat de getrouwde Henry VIII wil scheiden om te kunnen trouwen met Anne Boleyn. Om dat te bewerkstelligen forceert hij samen met Cromwell een breuk met de paus in Rome, en plaatst hij zichzelf aan het hoofd van de Engelse kerk. Overigens stopt het boek voordat Henry Anne Boleyn laat onthoofden.
De zestiende-eeuwse diplomatie is doordrenkt met de privélevens van de adel. Vaak staat daarin de verhouding centraal tussen seks en huwelijk enerzijds en de christelijke wetten anderzijds. Vuistregel is dat een christelijke gelofte heilig is, tenzij je genoeg macht hebt om er onderuit te komen. Steeds komt de hypocrisie van de christelijk-maatschappelijke praktijk naar voren: ‘overspel wordt niet onderbroken vanwege de vasten.’ Naast verholen en onverholen grappen is het verhaal ook spookachtig, passend bij het mistige zestiende-eeuwse Engeland.
Wolf
Dit alles is de constellatie waarbinnen de held Cromwell opereert, met een door Mantel zeer knap weergegeven vernuft. De titel Wolf Hall verwijst naar het gezegde ‘de mens is de mens een wolf’, wat zeker toepasbaar is op de hoofse situaties maar ook op Cromwell zelf. Hij is een wolf voor velen, maar een goede wolf. Een prachtfiguur waar Hilary Mantel haar subtiel geschreven historische drama omheen heeft geweven. Tegen het einde verwacht je als lezer de dood van Cromwell. Geen woord daarover, wel dat Mantel momenteel een vervolg aan het schrijven is.