Te weinig verontrustend

De Nederlandse literatuur lijkt het patent te hebben op anti-helden. In de jaren vijftig begon Willem Frederik Hermans met het beschrijven van mensen die het niet helemaal gemaakt hadden, die wat minder geluk hadden, waarmee hij de identificatie van de lezer met deze romanfiguren problematiseerde. Ook vandaag blijft de ‘mislukking’ schrijvers inspireren: in de debuutroman van Hans Hogenkamp, Excuses voor het ongemak, maken we kennis met een nieuwe anti-held: Edo Kleingeld.
Edo Kleingeld is een man van rond de veertig. Hij werkt als onderzoeker bij een bedrijf dat de kijkcijfers van tv-programma’s registreert en daar uitdraaien van maakt. Vrolijk of somber zou je hem niet kunnen noemen. Hij lijkt weinig emoties te hebben, of toont ze in ieder geval niet. Zodra hij begint te drinken laat hij zich van een meer menselijke kant zien, maar over het algemeen zou je hem kunnen omschrijven als ‘vlak’.
~
Per ongeluk deelnemer
Tegenwoordig lijden sommige mensen niet meer aan het leven, maar ‘nemen ze er per ongeluk deel aan’. Dit lijkt ook Edo te overkomen. Hij is geen gelukkig persoon, maar is ook niet ongelukkig. Hij is een onïnspirerende man, lijkt weinig te voelen, heeft weinig meningen, weinig genoegens. Er is niet veel dat hem stoort, ja kleine dingen, zoals een afstandsbediening die niet goed ligt. Er is dan ook niet veel dat hij kan overbrengen aan de lezer. Zijn gedachten zijn vaak oninteressant; wat hij denkt is oppervlakkig, of hij maakt loze opmerkingen. Ondertussen gebeurt er in de roman van alles waar hij op zou kunnen reageren, maar dat doet hij niet. Hij beweegt zich in een moderne samenleving, maar zou eigenlijk niet weten hoe het leven er hier uit zou moeten zien.
Slechts een mogelijkheid
Hogenkamp heeft de gevoelloosheid en apathie van Kleingeld goed neergezet. Zo goed dat Edo mij volkomen koud liet; zelfs het medelijden ontbreekt. Het geeft de roman geen kracht; het maakt weinig indruk. Edo wordt geen schrijnend figuur, zoals sommige karakters in de boeken van Houellebecq, waar je soms van walgt, of ontzettend medelijden mee hebt. Edo steekt tegen deze personen een beetje magertjes af, waardoor andere punten die Hogenkamp eventueel zou willen maken ook niet goed uit de verf komen.
Misschien wil Hogenkamp de lezer helemaal geen vragen opdringen over de moderne samenleving, en is dit geen geëngageerde roman. Excuses voor het ongemak is vooral een ironische schets van Nederland, waar op Koninginnedag de ergste dingen gebeuren en het saboteren van de kijkcijfers niet veel genoegen geeft. Het verhaal geeft een bij vlagen grappig beeld, dat echter nergens echt verontrustend wil worden. Het beeld van een moderne samenleving dat Hogenkamp ons voorlegt, is te vrijblijvend.