Het wenselijke lijden

Elke zichzelf respecterende universiteit houdt er tegenwoordig een gastschrijver op na. Deze schrijver, dichter of denker geeft aan een selecte groep studenten voor een korte tijd college over een specifiek onderwerp. Zoals meestal het geval is met colleges of wetenschappelijk onderzoek, blijft de informatie eerst even binnen de muren van de universiteit om pas later in uitgewerkte vorm gepresenteerd te worden.
Bij Arnon Grunberg ging dit anders. In het voorjaar van 2005 was hij gastschrijver aan de Technische Universiteit in Delft. Een weergave van zijn gastschrijverschap is na een paar maanden al terug te vinden in De techniek van het lijden. Het boekje bestaat uit twee lezingen van Grunberg, een verslag van een tripje naar Neurenberg en een korte weergave van de resultaten van het onderzoek van de studenten.
Oud thema
~
Het Lijden
Grunbergs uitgangspunt was om een soort encyclopedie van het lijden samen te stellen: Het handboek van het lijden. Hierin wilde hij een handleiding bieden voor hoe men het best kan lijden zonder er aan tenonder te gaan. Die ambitie heeft hij echter moeten laten varen. De studenten van de TU hebben zich meer in hun eigen straatje bewogen. Hun onderzoek naar het lijden van de mens resulteerde in de productie van twee verschillende soorten machines. De ene groep ontwierp machines die doen lijden, terwijl een andere groep machines maakte die zelf lijden. Zo ontwierpen studenten een Café Maria, een espressopotje in de vorm van een Mariabeeld dat koffie huilt als er een bakje troost wordt gezet, of een video van vrolijke beelden met daaronder schokkende teksten. In die machines komen techniek en fictie dicht bij elkaar; het zijn bovendien aansprekende ideeën.
In de twee opgenomen lezingen probeert Grunberg op een voor hem bekende manier zijn gedachten uiteen te zetten. Hij verandert soms snel van onderwerp en bedient zich daarbij van de nodige retoriek. In een lezing werkt dat misschien, maar op papier dient het niet de structuur van de tekst en het punt dat hij wil maken, namelijk dat lijden goed en zelfs wenselijk is. De prikkelende opmerkingen die de lezingen aantrekkelijk maakten, missen daarnaast helaas hun effect op papier.
Kliederboel
~
De studenten hebben zich laten inspireren door een thema dat Grunberg zelf vooral literair heeft benaderd. Zijn eigen invalshoek is in feite interessanter dan de machines van een aantal techniekstudenten, die deelgenomen lijken te hebben omdat ze Grunberg al bewonderden. Nog interessanter dan het onderzoek naar het lijden was misschien wel de omgang met de gastschrijver, de gesprekken over lijden – die jammer genoeg ontbreken in het boekje en op de dvd – en vooral deze conclusie, geschreven door een van de studenten in zijn reisverslag: ‘Arnon Grunberg is kleiner dan in zijn boeken, uitstekend gekleed, buitengewoon voorkomend, en hij maakt er zelden een kliederboel van.’