Boeken / Non-fictie

Hoop des vaderlands

recensie: Angela Crott - Jongens zijn 't

.

Deze overzichtsstudie stelt fundamentele vragen over de toename van ‘jongensziekten’ als ADHD en autisme en geeft een kader waarbinnen het baldadige ‘jongensgedrag’ kan worden begrepen. 

Stempel
Crott belicht in haar boek vijf verschillende milieus: het ouderlijk huis, de school, de jongen onder vrienden, de jongen en het meisje en de jongen binnen de maatschappij. Milieus waarop mannen, evenals vrouwen, hun eigen stempel drukken. Veelal aan de hand van uitgebreid literatuuronderzoek beschrijft ze de veranderende rol van man en vrouw binnen deze milieus. Hierin ligt het grootste obstakel van dit boek. De auteur gaat grondig te werk en de vele onderzoeken, citaten, halen de vaart eruit. Soms verdwaal je in de hoeveelheid anekdotes en denkwijzen van voorbije decennia.

Gelukkig weet Crott de lezer vaak genoeg te betrekken in haar noodzaak om dit boek te schrijven. Zeker wanneer ze voorbeelden uit haar eigen leven aanhaalt. Met de vervrouwelijking van onderwijs (‘jongens willen excelleren en geen werkstukjes maken’) en hulpverlening (‘de jongen die tot probleemjongen is benoemd, wordt omringd door vrouwelijke deskundigen’) weet de auteur het huidige tijdsbeeld goed te verwoorden.

Welke drukte?
Uitgebreid aan bod komt de nature-nurturetheorie. De vraag of jongensachtig gedrag is aangeleerd (nurture) of dat het genetisch is bepaald (nature). Natuurlijk ligt de waarheid ergens in het midden en is de auteur zo verstandig dit debat fenomenologisch te benaderen, waarmee terloops de dwaalsporen van de verschillende theorieën zichtbaar worden.

Zo krijgt deze studie naar jongensgedrag plotseling een wetenschapsfilosofische toon. Sterker nog, het historisch overzicht geeft niet alleen de ontwikkelingen van tal van sociale bewegingen in het veld van de jongen weer, het laat tegelijkertijd de betrekkelijkheid van hypes zien. In de jaren zestig en zeventig sprak men schande van de jongen als provo of nozem, tegenwoordig zijn jongetjes druk.

Terug naar normaal
Vanuit het psychologische veld is er op dit moment een beweging gaande die terug wil naar het normale. Een ‘ont-pathologisering’ van de overdaad aan stoornissen. Zo noemt de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter zijn boek Borderline Times: het einde van de normaliteit. Allen Frances, een belangrijke man achter de totstandkoming van de vijfde editie van de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, de psychiatrie ‘bijbel’), schreef een mea culpa met als titel ‘Terug naar normaal’.

De DSM-IV speelt een belangrijke rol in de overdiagnosticering van normaal jongensgedrag, dat we gaandeweg als gestoord zijn gaan zien, met ADHD en autisme als belangrijkste vertegenwoordigers van deze ‘stoornissen’. Je kunt je afvragen of niet de jongen ADHD is, maar in plaats daarvan de psychologie als wetenschap, die in haar snelheid van ‘ontdekkingen’ wispelturig overkomt, gelijk de criteria van dé stoornis van jongetjes van deze tijd.

Van bevrijding naar castratie
Een ander aanwezig onderwerp in dit boek is de geschiedenis van het feminisme. Waar dit in beginsel een noodzakelijke beweging is (natuurlijk hebben vrouwen evenveel rechten als mannen), laat Crott zien dat de derde golf doorslaat. De man verliest gaandeweg steeds meer zijn positie in binnen de traditionele rollen; familie, werk, vader, man, kostwinner, et cetera. Tel hierbij de vervrouwelijking van domeinen als onderwijs en hulpverlening op en we kunnen ons zorgen gaan maken over de jongetjes, die zonder mannelijke rolmodellen opgroeien. 

Jongens moeten ravotten, zo schrijft de auteur. De jongen verhoudt zich zo lastig tot regels, omdat hij eropuit moet, zichzelf moet ontdekken en zich vervolgens weer teruggeven aan de maatschappij. De jongen is niet drukker geworden, nee, de omgeving heeft agressie en daarmee jongensgedrag in de taboesfeer geplaatst. We hebben geen pillen nodig, maar heldere grenzen, echte mannen en echte vaders.