Een gemiste kans
.
Het motto dat voor in de bundel te vinden is, is afkomstig van George Eliot en luidt ‘Net als elke andere ondeugd vereist wreedheid geen motief van buitenaf; ze vereist slechts een gelegenheid’. Ross exploreert deze frase in zeven verhalen waarin personages onder druk gezet of opgelicht worden door mensen in hun directe omgeving en waarin personages tot het uiterste gedreven worden. Met alle gevolgen van dien.
Niet genoeg ruimte om te imponeren
In ‘Wat in het verschiet ligt’ bijvoorbeeld is hoofdpersonage David Applelow bereid zijn eigen waardigheid opzij te zetten om een baan te kunnen krijgen. Terwijl hij er alles voor over heeft een baan te vinden, ontfermt hij zich over de nogal lakse en onverschillige zoon van zijn buurvrouw die problemen met zijn moeder heeft. Voor beide zaken zal hij genadeloos gestraft worden.
Hoe boeiend dit verhaal ook moge klinken, de uitkomsten van beide verhaallijnen zijn nogal voorspelbaar. Daarmee openbaart zich meteen het grote probleem van de bundel: Ross wil simpelweg te veel. Ross poogt in ieder verhaal meerdere vertakkingen tot één grote climax te brengen. Het korte verhaal leent zich echter niet goed voor een dergelijk ingewikkelde constructie. Het resultaat is dan ook vaak teleurstellend, omdat Ross niet de ruimte heeft en neemt om de verschillende verhaallijnen goed uit te werken.
Slechts één verhaal dat naspookt
Als Ross zich echter beperkt tot een enkele zaak waar het verhaal omheen blijft cirkelen, blijkt hoe imponerend het resultaat kan zijn. Zo gaat ‘Fusies en overnames’ over de nogal problematische relatie tussen de broers Kevin en Caleb. Na jaren zien ze elkaar weer terug en het lijkt erop dat ze allebei in staat zijn een streep onder het verleden te zetten. Dat een van de broers niet zo toegeeflijk is als in eerste instantie lijkt, blijkt uit de indrukwekkende laatste scènes.
Jammer genoeg is dit het enige verhaal waarbij Ross zich toegelegd heeft op het uitwerken van een enkele verhaallijn. De andere verhalen blijven steken in een geforceerde poging om het verhaal zo onthutsend mogelijk te maken. Dieptepunt is het verhaal ‘Tussen servet en tafellaken’ over een jongen die verliefd is op de zus van een van zijn beste vrienden. Waar in de andere verhalen altijd sprake is van een bepaalde spanning, ontbreekt die in dit verhaal volledig. Dit verhaal is dan ook ronduit saai.
Omdat Ross in ‘Fusies en overnames’ laat zien wat hij in zijn mars heeft, is Dames en heren vooral een gemiste kans. Had hij het iets minder groots aangepakt, dan was het niet één verhaal, maar waren het zeven verhalen geweest die nog lang zouden naspoken in het hoofd van de lezer.