Opgroeien tijdens een volksopstand
Adam Foulds heeft Het gebroken woord opgezet als een opvallende tussenvorm van proza en poëzie. Foulds noemt het boek een gedicht, maar een novelle in verzen dekt de lading beter.
Hoofdpersonage Tom brengt eind jaren vijftig zijn laatste zomervakantie in Kenia door: daarna zal hij naar Engeland vertrekken om daar te gaan studeren. Zijn leeftijd wordt niet geëxpliciteerd, maar hij is nog jong en op weg richting volwassenheid. Daarom is hij des te ontvankelijker voor wat er zich in Kenia afspeelt. Het land is nog een kolonie van Groot-Brittannië en de Kenianen zijn de situatie beu. Dat leidt tot een opstand tegen de onderdrukkers. Tegen deze achtergrond groeit Tom op, en, zo zal uit Het gebroken woord blijken, dat zijn bepaald geen prettige omstandigheden.
Het gebroken woord is eerder een novelle, maar eerlijk is eerlijk: een aangrijpende novelle. Foulds weet met de gebeurtenissen in het boek een indringende subtekst op te roepen: niet zozeer de Kenianen, maar de Britse bezetters zijn de primitieve stam. De sleutelgebeurtenis is het moment waarop Tom met zijn vader en een stel andere volwassenen Kenia intrekt om de opstand van de lokale bevolking neer te slaan. Tom schiet tijdens deze toch voor het eerst iemand dood: ‘Toen sprong een kerel ergens achter vandaan / en Tom schoot hem neer. / Net als in een cowboyfilm: de indiaan valt aan’. Door cowboyfilms als referentiekader aan te halen wordt het duidelijk dat Tom ook geestelijk nog erg jong is.
Met Toms jeugdigheid in het achterhoofd wordt ook een andere belangrijke scène erg aangrijpend: Toms ontmaagding. De arme jongen wordt door zijn vader en diens vrienden opgejut tot het verkrachten van een Keniaans meisje. Toms eerste dode en zijn eerste verkrachting; het zijn beide initiatierituelen. Probeer nu nog eens vol te houden dat de Britse kolonisten niet de primitieven waren. Nadat Tom naar Engeland is verhuisd, krijgt hij een vriendinnetje, maar zijn omgang met het andere geslacht is bepaald niet voorbeeldig:
Tom. Wees alsjeblieft lief.
Ik ben toch lief.
Hij drukte tegen haar eerlijke zwakte,
duwde de warme stof in haar holte.
Tom. Doe niet. Alsjeblieft, hou op.
Maar waarom niet?
Ze trapte zich overeind,
strikte haar haar weer.
Het mag duidelijk zijn waar Tom zijn gebrek aan manieren aan over gehouden heeft. Een dergelijke scène laat de kracht van Het gebroken woord zien. De gebeurtenissen houden onderling verband, en ze hebben een kwalijke invloed op Toms ontwikkeling. Die arme jongen mag ook best als symbool voor iets veel groters opgevat worden want ook de koloniale grootmacht Groot-Brittannië heeft zo zijn littekens opgelopen.
Als gedicht is Het gebroken woord niet erg geslaagd. Het taalgebruik is vlak en erg prozaïsch. Foulds heeft zo af en toe best oog voor prima vergelijkingen, maar die zijn vooral esthetisch en voegen weinig wezenlijks toe: ‘Regen mitrailleerde de rivier.’ Met de gevoelswaarde van woorden wordt weinig gespeeld en op de vierkante centimeter gebeurt er eigenlijk weinig spannends. De kracht van het boek zit echter niet in die kleine details, maar strekt zich over het hele verhaal uit.
Dat verhaal komt tot een einde wanneer Toms vriendin terugkomt en hij haar ten huwelijk wil vragen. De suggestie is dat alles uiteindelijk gewoon doorgaat, maar echt lekker zit het allemaal niet; precies zo worstelen heel wat landen nog met hun koloniale verleden. Door al deze subtekst zal Het gebroken woord nog in het hoofd van menig lezen door blijven borrelen en dan is het Foulds gemakkelijk te vergeven dat zijn boek op poëtisch vlak te kort schiet.