Muziek / Achtergrond
special: Crossing Border 2011

Magere vrijdag, vette zaterdag

Oscar & the Wolf, Lanterns On the Lake, Josh T. Pearson, Jonathan Wilson, Spinvis en James Vincent McMorrow live in Den Haag.

Lees nu de recensies van: Oscar & the Wolf | Lanterns on the Lake | Josh T. Pearson | Jonathan Wilson | Spinvis | James Vincent McMorrow

Zoals we van Crossing Border gewend zijn biedt ook de jongste editie van het muzikale en literaire festival een keur aan nieuwe en gearriveerde artiesten. Schrijvers en andere bescheiden beroemdheden moeten weer oneerbiedig opzij worden geduwd om toch zoveel mogelijk moois van het programma mee te pikken.

Oscar & the Wolf

~

We betreden de Koninklijke Schouwburg voor het eerst op vrijdagavond. Ergens op de zolder bevindt zich daar het kleine Paradise podium, waar het Gentse Oscar & the Wolf de avond mag openen. ‘Oscar’ is frontman Max Colombie. ‘The Wolf’ zijn twee gitaristen, een drummer en de nieuwe aanwinst (want nog niet op de debuut EP te horen) Eva Vermeiren, een coole chick die prima achtergrondvocalen levert en zo nu en dan ook wat basgitaar speelt. Door die samenzang, inclusief typisch ‘Vlamerikaans’ accent,  doen Oscar & the Wolf enigszins aan Isbells denken. Trage ritmes en elektrische gitaren zorgen voor een dream pop sausje.

De set die de band ten gehore brengt is aangenaam, met een spannende dynamiek en voldoende afwisseling tussen de nummers. Toch weten Oscar & the Wolf de zaal niet in te pakken. Wat ontbreekt is bezieling – in de presentatie, maar misschien ook wel in de nummers zelf. Laten we daarover niet teveel zeveren, want Colombie en zijn vrienden zijn sympathiek genoeg om ze voorlopig het voordeel van de twijfel te gunnen.

Lanterns on the Lake
In het straatje achter de Koninklijke Schouwburg bevindt zich de Duitse kerk. Ondanks het podium en de professionele belichting, hangt er hier nog een erg kerkelijke sfeer, vooral omdat het publiek in ouderwetse kerkbanken plaats moet nemen. De programmeurs hebben goed ingeschat dat men bij Lanterns on the Lake niet al te rap de kroonluchters in zal duiken. Het uit Newcastle afkomstige zestal maakt namelijk trage, atmosferische dream pop, met invloeden van Mazzy Star, Sigur Ros en Album Leaf. Onlangs verscheen hun sterke debuutalbum Gracious Tide, Take Me Home dat de band vanavond live ten gehore brengt. ‘Lungs Quicken’ is een stemmige opener, met subtiele elektronica en dito vioolpartij van Sarah Kemp. Tijdens het tweede nummer ‘If I’ve Been Unkind’, speelt een vervelende feedback op, waardoor het nummer niet het hoogtepunt wordt dat het had kunnen zijn. Dergelijke schoonheidsfoutjes speelt de band vanavond parten, waarmee duidelijk wordt hoe zeer de kracht van Lanterns of the Lake schuilt in een uitgekiende muzikale balans. Verder moet de band het hebben van het contrast tussen Hazel Wilde’s ingetogen vocalen en grootste instrumentale erupties. Dat de band niet geheel overtuigt, is ten dele te wijten aan het feit dat Lanterns of the Lake geen enkele moeite doet contact met haar publiek te leggen. Ook de setting werkt de band tegen. Op papier is een kerk een uitgelezen plaats voor sfeervolle, intieme concerten, in de praktijk is het allemaal net wat te stijfjes. Wanneer de kans groter is dat er een rol pepermunt wordt rondgedeeld dan een joint, kun je spreken van een fundamenteel gebrek aan rock ’n roll.

Josh T. Pearson

~

Misschien dat Josh T. Pearson beter op zijn plek is in een kerk. De songteksten van de religieuze Texaan zijn even doordrongen van bijbelse beelden als een gemiddelde preek.  Boomlang, dikke baard en traditionele gekleed, beschikt Pearson bovendien over het juiste charisma om een gemeente van zondaars tot inkeer te brengen. Als singer-songwriter weet hij zijn publiek echter niet te raken. Alles klopt aan deze artiest, behalve zijn liedjes: mooie melodieën of ritmes ontbreken. Zijn teksten zijn niet te volgen, al was het maar omdat ze niet te verstaan zijn. Zo ontstaat een sfeer die niet te onderscheiden is van die in een zwartekousenkerk: je mag niet drinken, niet praten, niet bewegen en de mobieltjes moeten uit. Dat ook Pearson last heeft van een leeglopende kerk is een logisch gevolg. Zo pakt de vrijdagprogrammering enigszins teleurstellend uit. Het lijkt alsof de echte feestjes steeds een zaaltje verderop werden gevierd. Gelukkig is er morgen weer een dag.

Jonathan Wilson

Zaterdagavond treedt in de echte schouwburgzaal Jonathan Wilson op. Wilson debuteerde eerder dit jaar met het opvallende album Gentle Spirit (nou ja, in eigen beheer nam hij al eens een plaatje op). Sindsdien moet Wilson, al jaren actief als sessiemuzikant, de pers van zich af slaan. Dat Wilson nog geen echte ster is, blijkt uit de toch wat bescheiden opkomst in de schouwburgzaal. Dat we deze keer wel het goede feestje hebben gekozen is bij opener ‘Gentle Spirit’ meteen duidelijk. Wilson en zijn vierkoppige begeleidingsband hebben de vibe goed te pakken. De band is uitstekend op elkaar ingespeeld en laat Wilson de show stelen met uitgestrekte gitaarsolo’s. Dat die nooit vervelen is te danken aan de structuur van de nummers, die complex genoeg is om langere tijd te boeien, maar tegelijk losjes genoeg om ruimte voor improvisatie te laten. Naast Wilsons gitaar, spelen de keyboard partijen (inclusief een prachtige mellotron) een cruciale rol. Daarmee slaat Wilson een brug tussen Californische folkrock en Britse psychedelica. Wat wil een mens nog meer?

Spinvis

~

Misschien wil een mens Spinvis niet missen, wiens wel druk bezochte concert gedeeltelijk met dat van Wilson overlapt. Gelukkig kan de schade schade enigszins inlopen worden door een sessie op het kleine 3voor12 podium bij te wonen. Uiteraard staat zijn wederom lovend ontvangen nieuweling Tot Ziens, Justine Keller centraal. Tekst en muzikale inkleuring sluiten ook nu weer prima op elkaar aan. Spinvis weet op ‘Heel Goed Nieuws’, ‘Club Insomnia’ en ‘Kom Terug’ persoonlijke emoties in beeldende fictie te verstoppen, waarbij humor en melancholie moeiteloos samengaan. Zo weet Spinvis als geen ander de grens tussen literatuur en muziek op te zoeken. Tien jaar na zijn debuut is Spinvis nog steeds in topvorm en dat is inderdaad heel goed nieuws.

James Vincent McMorrow
James Vincent McMorrow mag in de Duitse kerk het festival afsluiten. McMorrow doet het goed in Nederland, zoals blijkt uit het enthousiaste onthaal van het publiek. Dit is zijn eerste optreden met een volledige band in Nederland. Zo kan hij het materiaal van zijn eerder dit jaar verschenen Early in the Morning in al zijn glorie presenteren. Dat McMorrow die plaat in zijn eentje heeft opgenomen is moeilijk te geloven. In tegenstelling tot Bon Iver’s debuut, dat een overduidelijke invloed is, is dit een album dat tot in de puntjes verzorgd is en waar bij tijd en wijle groots wordt uitgepakt. Vanavond weet de band munt te slaan uit die dynamiek. Wanneer de heftige finale van afsluiter ‘From the Woods!!’ uitgeraasd is staat het publiek te schreeuwen en te stampen en beginnen de kroonluchters van de Duitse kerk gevaarlijk te slingeren – het kan dus toch!

Het is dan ook niet moeilijk McMorrow zijn solo gebrachte interpretatie van Higher Love (jawel, die van Steve Winwood) te vergeven. Intieme vertolkingen van pophits scoren tegenwoordig als een tierelier, maar in dit geval is het een trucje waar je gemakkelijk doorheen prikt. De enige echte makke van McMorrow is dat hij wel heel erg leunt op de invloeden van Patrick Watson, Mumford & Sonds, Fleet Foxes en Bon Iver. Daardoor kan hij zich net niet met deze artiesten meten.

Kunst / Expo binnenland

Waar zouden we zijn zonder De Stijl?

recensie: diverse kunstenaars - Mondriaan en de Stijl

Mondriaan heeft een thuishaven! En dat is Het Gemeentemuseum in Den Haag. De grootste collectie artefacten van de Hollandse meester is hier nu permanent te bewonderen. Maar ook werken van andere grote kunstenaars zijn samengebracht in de expositie Mondriaan & De Stijl, die sinds najaar 2011 in het Gemeentemuseum te bezoeken is. Anders dan voorheen vertelt de tentoonstelling nu een verhaal.

~

‘De Stijl’ heet het, omdat het volgens de avantgardisten de enige stijl was. Over de hele wereld worden schilderijen, meubels en maquettes van gebouwen, gekenmerkt door deze stijl, tentoongesteld. Het Gemeentemuseum pronkt met haar collectie en presenteert deze hernieuwde expositie vanuit een andere invalshoek. De nadruk ligt voornamelijk op de gedachtegang van de kunstenaars en het tonen van deze gedachten aan het publiek. ‘De Stijl is meer dan een vormgevingsclubje’ aldus de heer Janssen, conservator, curator en medeauteur van Het verhaal van De Stijl: van Mondriaan tot Van Doesburg. Wat wilden de kunstenaars met deze stroming uitdragen als het niet slechts nieuwe vormgeving was? En is deze overtuiging hardnekkig genoeg geweest om zichtbare sporen na te laten in onze huidige maatschappij? 8WEEKLY bezocht de expositie en sprak de heer Janssen, die vol enthousiasme de stroming verdedigde.

Allemaal lijnen

De vroegste tastbare bewijzen die tot de stroming gecategoriseerd konden worden dateren van voor de Eerste Wereldoorlog. Toch werd de stijl van de werken pas beschreven in 1917, in het eerste tijdschrift over deze nieuwe stijl, genaamd De Stijl. Grondlegger Theo van Doesburg wilde deze stijl, die hij bij Piet Mondriaan zo had bewonderd, vastleggen en misschien zelfs aan de kunstwereld opleggen. Dit was De Stijl, die hij vanaf nu samen met andere nationale en internationale kunstenaars zou aanhangen en uitbreiden.

Abstractie van de werkelijkheid

Leden van de groep streefden naar objectiviteit en abstractie van de werkelijkheid, die zij in eenvoud probeerden uit te beelden. Het werk diende niet alleen een afspiegeling te zijn van de werkelijkheid, maar het had ook het doel om ruimte en overzicht te creëren. Hiervoor moest de kunstenaar terug naar de basis. En omdat zij het idee huldigden dat alles in de natuur terug te voeren was op geometrische vormen, betroffen rechte lijnen deze basis.

Piet Mondriaan, Evolutie, 1911

Piet Mondriaan, Evolutie, 1911

Naast lijnen in verschillende diktes en lengtes werd ook gebruik gemaakt van primaire-(rood, blauw en geel) en niet-kleuren (zwart,wit en grijs). Op de meeste abstracte doeken van Mondriaan is te zien hoe de combinatie van lijnen en kleuren een non-figuratieve voorstelling tot stand brengt. Door de lijnen aan de zijkanten niet af te sluiten lijkt het net of ze buiten het doek doorlopen. Bij de aanschouwer wordt op deze manier een gevoel van ruimte gecreëerd. Ook de kleurencombinatie heeft een effect, namelijk dimensie aanbrengen. De felle vlakken staan in contrast met de lichte kleuren, waardoor zij naar voren lijken te komen en hiermee lichtelijk een optische illusie vormen.

Het totale pakket

Buiten schilderijen van Mondriaan en andere belangrijke aanhangers van De Stijl, zijn er ook meubels en maquettes van gebouwen in het Gemeentemuseum te zien. De tentoonstelling beslaat een hele vleugel, die is opgedeeld in kleine open ruimtes waardoor het publiek steeds verrast bij met betreden van een nieuwe ruimte. Zo loop je langs een kinderkamer, op werkelijke schaal, die helemaal volgens de richtlijnen van De Stijl is vormgegeven. En ineens waan je je bij oma in de keuken, als je de ruimte betreed waar de Bruynzeelkeuken die ontworpen is door Piet Zwart, wordt geëxposeerd.

Piet Zwart, Bruynzeelkeuken 1938

Piet Zwart, Bruynzeelkeuken 1938

De maquettes geven de bouwstijl weer die door aanhangers van De Stijl werd nagestreefd. Radicaal was het idee van grote ramen, felle kleuren en ruimtelijkheid in die tijd. Maar vandaag de dag kan dit ons niet meer choqueren, sterker nog, we moedigen het juist aan. Bedrijventerreinen kenmerken zich door hoge transparante gebouwen en woonhuizen lijken vooral goed in de markt te liggen als ze licht en ruimtelijk zijn. Is dit misschien een spoor van de stroming?

Ook kan het publiek een beetje proeven van mode en dagelijkse gebruiksvoorwerpen, die volgens de richtlijnen van De Stijl zijn ontworpen. 

De tentoonstelling is daarmee een perfecte en volledige representatie van de ideologie rondom De Stijl, die voor nog meer volledigheid wordt ondersteund door de verschijning van het boek Het verhaal van de Stijl: Van Mondriaan tot Van Doesburg. Hierin zijn de belangrijkste en invloedrijkste artefacten van de stroming beschreven op een toegankelijke manier met behulp van voorbeelden en anekdotes. De bezoeker kan het boek, dat tevens mooi geïllustreerd is, tijdens de tentoonstelling inkijken om informatie te verwerven over bijvoorbeeld de totstandkoming van een bepaald kunstwerk, daar veel geëxposeerde werken ook in het boek voorkomen. Maar het boek bevat nog veel meer, zoals brieven van kunstenaars, krantenknipsels uit de tijd waarin de stroming hoogtij vierde, foto’s en portretten van de kunstenaars.

Erfenis van De Stijl

Het lijkt erop dat de kunstenaars van De Stijl inderdaad meer waren dan een vormgeversclubje. En misschien zelfs internationale trendsetters kunnen worden genoemd? Volgens de heer Janssen is De Stijl namelijk van onuitwisbare invloed geweest op de moderne kunst. Je zou kunnen stellen dat het fenomeen ‘moderne kunst’ met de komst van De Stijl is ontstaan. Kunst is niet langer op traditie berust, maar op radicalisering. Deze radicalisering moet plaatsvinden om kunst voor het volk begrijpelijk te maken.

~

Maar De Stijl heeft niet alleen een revolutie veroorzaakt in de schilderkunst, zoals eerder aangekaart heeft zij ook de architectuur en het interieur opgeschud. ‘Ik weet niet hoe jij bent opgevoed, maar ik herinner me hoe mijn grootouders aan tafel zaten te lezen onder een grote lamp die in het midden van de kamer hing’ zegt de heer Janssen in zijn aanloop naar het schetsen van het verschil tussen nu en toen. Tegenwoordig is dit namelijk anders. ‘In het interieur wordt alles nu gedecentraliseerd.’ De harmonie en compositie die de kunstenaars van De Stijl destijds met hun werk uitbeeldden, is nu te zien in ons modern interieur. ‘Kijk maar eens bij Ikea, die weerspiegelt dit.’

We kunnen stellen dat De Stijl ons richtlijnen heeft gegeven voor het inrichten van de moderne leefomgeving. Deze hebben we geadopteerd en uitgebreid. Hoewel de vooruitstrevendheid, in de periode die de stroming bestrijkt, onwenselijk en aangrijpend was, schrikt De Stijl ons niet af.

In tegendeel, we kunnen reflecteren met de expositie omdat we ons herkennen in deze progressiviteit. Naast dit gewenste effect streeft het Gemeentemuseum nog een ander doel na; het onderwijzen van het publiek. Door de manier waarop de expositie het verhaal vertelt over de verschillende aspecten die samenhangen om de ideologie achter de stroming uit te beelden, kunnen we stellen dat ook dit doel is bereikt.

 

 

Theater / Voorstelling

Fresh Tracks Europe wil jeugddans naar hoger level brengen

recensie: Extended Teenage Era - Samir Akika/Unusual Suspects

Theater, moderne dans, breakdance, popping en locking komen samen in de voorstelling Extended Teenage Era van Samir Akika/Unusual Suspects. De voornamelijk Duitstalige performers zijn eenmalig te zien tijdens het nieuw platform en netwerkinitiatief Fresh Tracks Europe.

De voornamelijk Duitstalige performers zijn eenmalig te zien tijdens het nieuw platform en netwerkinitiatief Fresh Tracks Europe.

De dansers van de dansgroep Samir Akika/Unusual Suspects delen hun persoonlijke ervaringen, herinneringen en levensovertuigingen. Afgewisseld met moderne dans en breakdance vertellen ze over de voor- en nadelen van het volwassen leven. Als tegenhanger van de volwassenen met hun verantwoordelijkheden loopt de dochter van één van de dansers tussen de performers.

~

De dansers zitten en hangen rond de dansvloer op de grond en op een bank. Een dj naast de vloer  bedient de knoppen. De achterwand is bekleed met levensgrote vellen papier met tekeningen en graffiti. Door het decor en de sfeer die de dansers meteen weten te creëren, heb je niet het gevoel dat je naar en voorstelling kijkt, maar naar een vriendengroep die samen ‘chillt’. De dansers met hun verhalen wisselen elkaar in een razendsnel tempo af.

Improvisatie
In de voorstelling laat choreograaf Samir Akika veel ruimte voor improvisatie door de performers. Hierdoor is de show soms een beetje chaotisch en verliest het in snelheid. Maar het heeft ook een paar onverwachte wendingen. De bijdrage van het kleine meisje en haar interactie met de ouderen zorgt voor komische en vertederende momenten. En met haar breakdance skills doet de vijfjarige niet onder voor de volwassenen. Ze gaat zelfs in een battle met één van de dansers, en ze probeert zoveel mogelijk met de gezamenlijke choreografieën mee te doen.

Fresh Track Europe
Extended Teenage Era
maakt onderdeel uit van het platform Fresh Tracks Europe dat van 3 tot en met 13 november in Utrecht plaatsvond. Dit nieuw project is ontstaan uit samenwerking en contacten tussen Het LAB en de productiehuizen Kopergietery (Gent, België), Dschungel Wien (Wenen, Oostenrijk) en Tanzhaus NRW (Düsseldorf, Duitsland).

Met het project richten de productiehuizen zich op een nieuwe generatie choreografen in de jeugddans. Ze dagen hen uit om deel te nemen aan een artistieke dialoog en het voortouw te nemen in de innovatie van de jeugddans. De choreografen krijgen de kans om onderling samen te werken en nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Naast de openbare voorstellingen en debatten, is er ook een gesloten deel met workshops en presentaties. Tijdens deze bijeenkomsten wordt veel kennis uitgewisseld met als doel uiteindelijk ook meer samen te werken op productioneel niveau.

~

Uitwisselingsprogramma

Voor het gesloten uitwisselingsprogramma New Artistic Identities zijn twaalf choreografen uit verschillende landen van de EU uitgenodigd. In zes paren onderzoeken zij een week de relatie tussen dans en Visual Art vanuit het thema SKIN. Voor de meeste choreografen is het de eerste kennismaking met elkaar. Aan het einde van de workshopweek geven de deelnemers in jeugdtheater De Berenkuil een presentatie aan een kleine groep leerlingen van basisschool de Kameleon. 

De leerlingen bezoeken twee voorstellingen en geven na afloop hun feedback op wat zij hebben gezien. Maar de jongeren hebben meer interesse in het privéleven van de dansers. Waar komen ze vandaan? Hebben ze een vriend of vriendin? De feedback van de jongeren blijft minimaal. Zelfs het beetje aanmoediging van hun lerares maakt het er niet beter op.

Ontmoetingen
De komende twee jaar organiseert Fresh Tracks Europe een serie van vier ontmoetingen in vier landen. Hiermee willen de partners de ontwikkeling in jeugddans bevorderen en de kwaliteit en het niveau ondersteunen. Na de start in Utrecht is de volgende bijeenkomst in maart 2012  in Gent. Later volgen ook ontmoetingen in Wenen en Düsseldorf.

Muziek / Album

Goed fundament

recensie: Are You A Lion - Are You A Lion

Are You A Lion is een jonge band die op de juiste momenten afwisseling en spanning aan hun songs meegeeft. Het debuut smaakt naar meer.

Are You A Lion streeft een ambachtelijke manier van werken na. Alle songs van het gelijknamige debuutalbum komen uit de eigen koker, maar daar blijft het niet bij. Het kwartet uit het oosten des lands heeft de plaat ook zelf opgenomen, bijgeschaafd en afgemixt. En dat allemaal in een oefenhok in het Overijsselse Luttenberg. Het resultaat mag er zijn.

Wapenfeiten
De doe-het-zelvers van Are You A Lion hebben een puik jaar achter de rug. Op Eurosonic en tijdens het reizende festival Popronde trok de band veel aandacht. Vervolgens verzorgden ze nog enkele losse optredens op festivals en waren ze tot twee maal toe in het voorprogramma van Saybia te bewonderen. Voldoende wapenfeiten om onder de vleugels van platenlabel Goomah Records met een volwaardig album aan een verdere naamsbekendheid te schaven.

~

De muziek van Are You A Lion valt het beste te betitelen als rootsrock, geschoeid op Amerikaanse leest. Benamingen als alternatief, indie en Americana liggen binnen handbereik en geven je het idee dat de jonge knapen er op uit zijn geweest om ‘oude mannen’-bluesrock te laten fuseren met hedendaagse populaire muziek. Ouwe wijn in nieuwe zakken zeg maar. Of zoals ze het zelf omschrijven: ‘Het is een melodieuze gitaarplaat met twaalf liedjes waarin geluiden uit zowel de wat oudere Amerikaanse muziek als de moderne indie/alternatieve hoek terug te horen zijn’.

Inspiratiebronnen
Het viertal heeft geen half werk afgeleverd. Alle uren die in het geknutsel zijn gestoken, hebben zo hun vruchten afgeworpen. De songs worden doorgaans gekenmerkt door een goede opbouw, prettig gitaarwerk, een lekkere cadans en het opvallend helder geproduceerde stemgeluid van zanger Tije Oortwijn. Het accent ligt op folk, pop en country, met beurtelings een galmende gitaar, een heerlijk rockend middenstuk of een desolaat klinkend intro in de belangrijkste bijrollen.

Are You A Lion lijkt daarmee op het eerste gehoor schatplichtig aan bands als Fleet Foxes, The Shins en The Zutons. In de verte althans, maar die vergelijkingen zijn in ieder geval beter te trekken dan die met Neil Young en Bob Dylan. Deze giganten uit de popgeschiedenis worden door de band aangehaald als inspiratiebronnen, maar muzikaal is dat nergens terug te horen. Dan heeft het ritmische tromgeroffel waarmee nummers als ‘Dangerous Summer’ en ‘Hounted Home’ beginnen meer verwantschap met Fleetwood Mac ten tijde van diens hoogtijdagen.

Goede basis
Het is echter niet alleen hosanna op dit debuut. Oortwijn is een prima zanger, maar zijn uitspraak van de Engelse taal wordt soms ontsierd door een Nederlandse tongval. De teksten van de songs komen wat obligaat en weinig verrassend over. De strekking komt niet verder dan het bezingen van relatieproblemen, een nieuwe start maken en mijmeren over het leven. Het aantal van twaalf songs is ook iets te veel van het goede. Over de gehele linie heeft Are You A Lion een prima album gemaakt, maar een echte uitschieter zit er niet tussen. Na driekwart van de plaat heb je het eigenlijk wel gehoord. Neemt niet weg dat met afsluiter ‘Through The Mill’ het beste voor het laatst is bewaard. De song dient als opmaat voor wat er in de toekomst allemaal nog volgen kan.

Theater / Voorstelling

Minimalistische choreografie tussen twee zielen

recensie: TAO Dance Theatre - Tao Ye - 2

Een lege vloer, soms wat industriële geluiden en het zwaar ademen van de twee dansers van het TAO Dance Theatre. De minimalistische choreografie van ‘2‘ is een hypnotiserend en uitdagend duet tussen artistiek directeur Tao Ye en danser Duan Ni.

De twee dansers bewegen laag over de grond. Daardoor lijkt het soms alsof ze zweven. Hun bewegingen ontwikkelen zich tot virtuoze patronen die twee zielen in gesprek uitdrukken. In uiterlijke kenmerken lijken de twee dansers bijna op elkaar. Ze hebben hetzelfde wijde grijsgroene broekpak aan en hun haren zijn gemillimeterd. Slechts in lengte en fysieke gesteldheid verschillen ze. De lange Tao heeft als man meer kracht in zijn spieren dan de kleine Duan, maar ze doen niet voor elkaar onder als het gaat om de enorme beheersing van al hun spieren. De dansers brengen de dans naar een erg hoog niveau met hun technische kwaliteiten en dagen hiermee de bestaande opvattingen over moderne dans uit.

~

Conversatie

Het duet is een gesprek tussen twee zielen of tussen een man en een vrouw. In totale concentratie en met hun ogen dicht lijken ze in een trance. Soms openen ze hun ogen en staren in de leegte. Tijdens de voorstelling ‘spreekt’ het duo net als in een gesproken conversatie soms heftig, soms zacht en soms vallen er stiltes, maar het gesprek blijft in harmonie. Het duo raakt niet verwijderd van elkaar. Duan en Tao vertalen het gesprek door soms de bewegingen van de ander te herhalen en even te bevriezen op de grond. Maar geen moment raken ze elkaar aan of dansen ze samen.

De twee dansers hebben hun gesprekken tijdens de repetities en hun dagelijks leven opgenomen. Componist Xiao He heeft die vervolgens gebruikt om van de natuurlijke, gesproken ritmes de muzikale partituur te ontwikkelen. Op de achtergrond is het geluid soms kort en zachtjes te horen.

Speciale gast
2‘ is een coproductie voor het Singapore Arts Festival, NorrlandsOperan en Dansmakers Amsterdam. Het is niet de eerste keer dat Tao in Nederland te zien is. In 2008 danste hij op uitnodiging van choreografe en danseres Anouk van Dijk als speciale gast een solo in de voorstelling ‘Bliss‘, een samenwerking met de Beijing Modern Dance Company. Twee jaar later danst hij opnieuw op uitnodiging van anoukvandijk dc in Nederland in de voorstelling ‘Weight x 3‘.

~

‘Enfant terrible’

Choreograaf en danser Tao Ye, ‘enfant terrible’ van de Chinese danswereld, richtte in maart 2008 het TAO Dance Theatre op. Hij was niet meer onder de indruk van het werk van de gevestigde Chinese choreografen en besloot dat hij het beter kon. In tegenstelling tot andere choreografen in China verkent hij vorm en inhoud, onderzoekt muzikale en fysieke interactie en experimenteert met minimalisme en gelaagde patronen van beweging en ruimtelijke motoriek.

Strakke spanningsboog
De voorstelling ‘2‘ pakt je vanaf de eerste minuut en laat je niet meer los. Het is geen gemakkelijk duet om naar te kijken. Door de lage bewegingen, de gelaagdheid en de bijna stille omgeving is de kans groot dat je wordt afgeleid. Maar de bewegingen zijn zo virtuoos en energiek, dat het publiek ademloos kijkt. De spanningsboog blijft tot de laatste minuut strak gespannen. Voor je het weet is een uur om en verdwijnen de dansers achter het gordijn.

Het is wachten op de volgende gelegenheid dat TaoYe en zijn danscompagnie weer op de Nederlandse dansvloer te zien is. Want dit hoogste niveau van technische virtuositeit en de ijzeren discipline maken de voorstellingen een lust om naar te kijken.

Boeken / Fictie

Elk ogenblik laat de waterklok de laatste druppel vallen

recensie: Jorge Luis Borges (vert. Barber van der Pol en Maarten Steenmeijer) - Alle gedichten

Nadat Jorge Luis Borges met zijn proza mondiale bekendheid verwierf,  schreef hij voornamelijk nog poëzie. Met Alle gedichten is eindelijk zijn gehele dichtwerk voor Nederlandse lezers ontsloten.

Hoewel al eerder gedichten van hem in het Nederlands gepubliceerd werden, is de vader van de Latijns-Amerikaanse letteren bij ons vooral bekend van zijn korte verhalen. Met name De Aleph kreeg een iconische status.

Nergens omtrek

Foto: Maria Kodama

Foto: Maria Kodama

De kortste wijze om Borges en zijn literatuur te beschrijven is door Klein requiem van Frank Koenegracht te citeren:

Borges was blind
en leefde in een bol
met overal middelpunt
en nergens omtrek
ver van allen
die vandaag de dag
de aarde bevolken
en haar vermoeien.

Hoewel Koenegracht zich in de eerste regel vergist, Borges stierf blind, introduceerde de Argentijn een mythische literatuur, waarin bijvoorbeeld in een kelder een bol (de Aleph) bestaat zoals door Koenegracht wordt beschreven. Of waarin een gedroomde dromer iemand tot leven droomt. Terugkerende thema’s zijn de onwerkelijkheid van de materiële wereld – die immers maar een subjectieve aanname is – en de broosheid van persoonlijke identiteit. Identiteit is bij Borges inwisselbaar: een mens kan alle mensen zijn en vice versa. Sterker nog, identiteit kan evengoed een ordinaire gril zijn van een kosmische intelligentie.

Borges’ poëtica is door de jaren niet constant geweest. In zijn vroege, modernistische periode wilde hij van gedichten levende of organische gehelen maken. Metaforiek was daarbij heel belangrijk. Iedere regel moest bovendien een volmaakte synthese bevatten van gewaarwordingen, een spirituele wereld of een staat van bewustzijn. Vanaf de jaren zestig waren zijn schrijversdoelen voor onze tijd ouderwetser. Volgens de sterk psychologisch getinte Borgesbiografie van Edwin Williamson probeerde hij in zijn gedichten de herinnering aan daden van de helden levend houden en het voorbijgaan van de tijd betreuren. Eind jaren zestig geeft hij in zijn voorwoord tot de bundel Lof van de schaduw (1969) aan geen (literaire) esthetica’s aan te hangen.

(Geen) intellectueel (taalgebruik)
Toch is de invloed van die poëtica’s in Borges’ werk zichtbaar. Waar de dichter in zijn eerste drie bundels vooral een haast persoonlijke romantische urgentie aan de dag legt, kom je vanaf de De maker (1960), Borges vierde bundel, overwegend historisch-literair gerichte gedichten tegen. De romantiek dient nu de epische inhoud: het lot van Carthago en Odysseus regelmatig bezongen, maar ook zijn familiegeschiedenis komt veelvuldig aan de orde. Vanaf De diepe roos (1975), zijn negende, tot aan zijn dertiende bundel De eedgenoten (1985) bevat zijn poëzie een steeds grotere existentiële urgentie. De dood, het verlies, de eenzaamheid, ze dringen zich onherroepelijk aan je op.

Een constante in de 414 gedichten is de intellectuele thematiek: het maakt de gedichten sterk verhalend en essayistisch. Ook is de ‘persoon Borges’ (hoe we die ook interpreteren) markant aanwezig, zoals in zijn angst voor spiegels en zijn fascinatie voor boeken, bibliotheken, dolken en tijgers. Sommige gedichten zijn vormvaster dan andere, het taalgebruik van Borges blijft echter gelijk. Dat is mogelijk debet aan zijn redigeerdrift, zijn de vroege werk nam hij voor zijn Obras completas / Poesía completa grondig onder handen. Dat taalgebruik is overigens opvallend weinig intellectueel: het is alledaags en zeer muzikaal.

Waar zijn de honden?
De vertalers van Alle gedichten, Barber van der Pol en Maarten Steenmeijer en hun redacteur W. Hansen, hebben de gedichten zorgvuldig vertaald met het oog op vormbehoud. Enkele vertaalkwesties daargelaten (archaïsch taalgebruik als ‘ochtendstond’ en ‘vermetel’; soms ongenuanceerde omzettingen als in ‘Recoleta’ van sombra (schaduw) naar ‘duisternis’ en omissies, bijvoorbeeld in het gedicht ‘Een Saks (449 A.D.)’ waar het woord ‘honden’ moet zijn weggelopen), is deze vertalingswijze goed gelukt: de vorm is behouden.

Deze formalistische vertaling maakt dat het postmoderne essayistische en verhalende karakter van de gedichten meer voorop komt te staan dan in hun originelen. Wat de vraag oproept of een dergelijk formalistische benadering wel zo wenselijk is wanneer poëticaliteit erdoor naar de achtergrond neigt – ondanks dat vorm vrij kenmerkend is van Borges’ poëzie. Voor de lezers die geen Spaans lezen, is het haast alsof ze iemand een ritme zien tikken op een tafelblad: de melodie moeten ze er zelf bij bedenken. Terwijl dat voor de dichter nou juist zo belangrijk was. Als hij in 1967 tijdens zijn collegereeks This craft of verse aan Harvard ‘muzikaliteit’ tegenover ‘betekenis’ plaatst, stelt hij: ‘what is important is a certain music, a certain way of saying things’.

Hart ophalen
Het neemt niet weg dat in Alle gedichten een groot aantal onwrikbaar sterke verzen staan en Borgesliefhebbers zullen hun hart kunnen ophalen. Bijvoorbeeld met het meest afsluitende gedicht van de bundel:

DOOMSDAY

Het zal zijn als de bazuin weerklinkt, zoals Johannes de
Theoloog schrijft.
Het was in 1757, volgens getuigenis van Swedenborg.
Het was in Israël, toen de wolvin het vlees van Christus aan het
kruis sloeg, maar niet alleen toen.
Het gebeurt bij elke hartslag van je bloed.
Er is geen ogenblik dat niet de krater van de Hel kan zijn.
Er is geen ogenblik dat niet het water van het Paradijs kan zijn.
Er is geen ogenblik dat niet geladen als een wapen is.
Elk ogenblik kun jij Kain of Siddharta zijn, het masker of het
gezicht.
Elk ogenblik kan Helena van Troje jou haar geliefde openbaren.
Elk ogenblik kan de haan driemaal hebben gekraaid.
Elk ogenblik laat de waterklok de laatste druppel vallen.

Film / Films

Verborgen lusten

recensie: Michael

.

~

Pedofilie is niet eerder zo akelig realistisch in beeld gebracht als in het debuut van de Oostenrijker Markus Schleinzer, bekend als castingagent van films van onder meer Michael Haneke. Wiens invloed overigens terug is te zien in de manier van filmen: de kant van de dader wordt zonder enige vorm van opsmuk of dramatiek belicht.

Michael, een man van in de dertig, wordt gevolgd in zijn dagelijkse bezigheden. Hij oogt wat saai en van zijn gezicht valt weinig af te lezen. Op het werk is hij een serieuze medewerker, maar wel een beetje een einzelgänger. Wanneer een vrouwelijke collega in de pauze bij hem aanschuift, verlaat hij het tafeltje al snel. Toch doet niets in zijn gedrag vermoeden dat hij thuis een geheim verborgen houdt: in de kelder van zijn huis zit de tienjarige Wolfgang opgesloten. Hoe lang hij daar al zit en hoe hij daar terecht gekomen is, wordt niet toegelicht. Evenmin wordt het gedrag van Michael verklaard. De handelingen die Michael uitvoert − of het nu gaat om autorijden, het doen van de afwas of het openen van de kelder om zijn lusten op het jongetje te botvieren − worden op kille, haast routineuze wijze geregistreerd.

Schijnbaar alledaags


Niet dat de seksuele handelingen uitvoerig in beeld worden gebracht, integendeel. Wanneer Michael de donkere kelder opent en de deur sluit vult je verbeeldingskracht de rest wel in. In het contact met de jongen is er steeds sprake van een onderliggende spanning. Iedere avond eten ze samen, doen vervolgens de afwas en de jongen mag dan nog even televisie kijken. Het lijken alledaagse handelingen, onschuldig bijna: het samenleven als dader en slachtoffer. Zelfs een uitje naar een kinderboerderij wordt niet geschuwd, maar ook daar is geen mogelijkheid om te vluchten. Michael houdt de jongen in een stevige greep, voor buitenstaanders niet anders dan een liefdevolle en bezorgde vader. In dat schijnbare gewone ligt dan ook de kracht van de film. Een van de sterkste scènes toont hoe Michael en de jongen samen een kerstboom optuigen en kerstliederen zingen. Als een gewoon gezin, waar liefde en warmte heersen. Maar de kelder waar de jongen vervolgens naartoe geleid wordt, spreekt voor zich.

~

Schleinzer heeft een behoorlijke staat van dienst opgebouwd met de casting voor films als Das weisse Band, La pianiste en Lourdes. Ook in Michael laat hij zien oog te hebben voor talent. David Rauchenberger speelt het jongetje Wolfgang met een zekere bedeesdheid. Plichtsgetrouw doet hij wat van hem verwacht wordt, maar onderhuids broeien gevoelens van angst en haat. Michael Fuith zet een knappe prestatie neer als Michael. Hoewel hij een dubbelleven leidt, is hij constant in zowel zijn werk als privéleven: geroutineerd, zwijgzaam, maar op een bepaalde manier ook zorgzaam. Wanneer de jongen ziek is, verzorgt Michael hem aandachtig en haast liefdevol. De vraag is of hij echt om de jongen geeft, of hem puur als lustobject ziet. In de jongen zelf gaan ook tegenstrijdige emoties om: hij legt zich enerzijds neer bij zijn situatie, maar teruggeworpen op zichzelf schrijft hij zijn ouders brieven.

Naarmate de film vordert wordt Michael onvoorzichtiger en ontstaan er scheurtjes in zijn routine. Zo ook in het scenario, maar gelukkig lijdt de film daar als geheel niet onder. Achter de serene, haast steriele sfeer gaat een schokkende werkelijkheid schuil, waarvoor de kijker zich niet kan afsluiten. Leverde Todd Solondz met Happiness al een moedige en geloofwaardige kijk op pedofilie, dan doet Schleinzer dat met Michael opnieuw.  

Theater / Voorstelling

Zien met gesloten ogen

recensie: Ulrike Quade Company - Radio Exit Live

Het is donker en er hangt een dreigende sfeer. Vanuit verschillende kanten klinkt meisjesgegiechel. De radio gaat aan. Een stem vertelt dat een man zijn vrouw heeft vermoord wegens zijn verloren passie voor haar. En omdat ze een beetje preuts was geworden. Voor deze daad wordt hij echter niet gearresteerd. Vervolgens meldt de stem dat een man thuis is gevonden, die verklaart gelukkig te zijn. De politie zal hiernaar nader onderzoek doen.

Dit is de sfeer die de voorstelling Radio Exit Live oproept. Een vermoorde man hoort de stem vertellen dat het onderzoek naar zijn moord gestaakt zal worden, aangezien hij toch door niemand wordt gemist. Terwijl de man, die zich in het ’tussen’ bevindt, juist wil weten wie zijn moordenaar is. Hierop volgt een absurdistische parade van poëtische figuren die hun kijk op het leven laten zien. Een greep van de figuren uit deze parade is een ingevroren embryo, een man met een gigantisch hoofd en een uitstekende tong, en een dame met één hoofd en twee lijven. In dit ‘tussen’ lijkt alles een droom, maar is dit het niet.

~

In het begin van de voorstelling wordt voor de ogen van de vermoorde man een deel van zijn leven uitgebeeld. Dit gebeurt in een dans waarin Tarik Rammo en Aleksandra Sende constant veranderen van pop naar levend mens en zich als een herinnering van de man voortbewegen. Deze droomachtige dans is ontroerend om te zien. Zij symboliseren de levenloosheid en machteloosheid van het leven van de vermoorde man.

Getekende oogleden
De cast bestaat uit vijf spelers en een aantal poppen. De spelers hebben een bijzondere uitdaging in deze voorstelling: op Maarten Wansink – ‘de vermoorde man’ – na, spelen zij namelijk met hun ogen dicht. Op hun oogleden zijn ogen getekend, zodat ze dezelfde levenloze ogen als de poppen hebben. Met hun ogen dicht staren ze het publiek aan en is het onduidelijk wie levend of levenloos is. Het verschil tussen poppen en mensen wordt daardoor vrijwel onzichtbaar.

De manier waarop de voorstelling is vormgegeven is inventief. Zo komt er op een gegeven moment een groep ‘beenpoppen’ op. Dit zijn vingerpoppen, maar dan op benen. Op hun rug schuiven de spelers voort over de grond, waardoor het lijkt alsof een man, vrouw, oudere vrouw en twee kinderen langzaam van de ene kant naar de andere kant schuifelen. Dit soort innovatieve manieren van het gebruik van poppen maakt de voorstelling speciaal. Ulrike Quade – de regisseuse van de voorstelling – staat niet voor niets internationaal bekend als een toonaangevende vernieuwer van het beeldend theater. Ze won diverse prijzen op internationale festivals. Als ze nog meer voorstelling zoals Radio Exit Live zal maken, komen daar vast meer bij.

Een absurdistische kijk op het leven

~

Soms pakt het gebruik van de poppen goed uit, soms minder goed. Sommige spelers zijn een deel van een pop, zoals het figuur met één hoofd en twee lijven. Deze poppen zijn geloofwaardig en komen tot leven. Bij de andere poppen zijn de spelers die de poppen bestuurden altijd duidelijk zichtbaar. Door het gebruik van voice-overs komt het geluid vaak niet van de richting van de pop. Hoewel de poppen niet overtuigend zijn als levendige personages, stoort dit echter niet. Door de surrealistische sfeer passen alle vreemde figuren, levend of dood, in het plaatje.

Radio Exit Live prikkelt alle zintuigen en bevat een absurdistische kijk op het leven. Door de surrealistische dialogen en beelden geeft de voorstelling stof tot nadenken. Het innovatieve beeldtheater is mooi, ontroerend en interessant om naar te kijken.

Radio Exit Live is nog tot en met 17 december te zien in diverse theaters. Kijk op www.ulrikequade.nl voor meer informatie. 

 

Film / Achtergrond
special: Deel 2

Leids Film Festival 2011

De laatste editie van het Leids Film Festival, net als vorig jaar, druk bezocht en bood een combinatie van publieksfilms en zowel geslaagde als minder geslaagde verrassingen. Vandaag het laatste deel van een tweedelig verslag.

DEEL 1 | DEEL 2

Lees nu de recensies van: We Need To Talk About Kevin | Happy, Happy | Terri | Restoration

De terreur van een kind

We Need To Talk About Kevin
Lynne Ramsay • VK/VS, 2011

Al vanaf dat Kevin een baby is, voelt zijn moeder Eva geen affectie voor hem. Hij krijst de hele dag door en bovendien ontstaat er geleidelijk aan een verwijdering tussen Eva en haar man Franklin, die gek is op het jongetje. Het heden en verleden wisselen elkaar af in de film en tonen waar het uiteindelijk allemaal naar toe leidt: het bloedbad dat Kevin aanricht op school.

~

De film valt op door het camerawerk en het behoedzame acteren. De kleur rood komt vaak terug en is net als in Nicolas Roegs Don’t Look Now een onheilspellend teken. Maar vooral de band tussen moeder en zoon staat centraal, die van begin af aan een spanningsboog kent. Als peuter weet Kevin zijn moeder al te tarten en zijn ouders tegen elkaar uit te spelen. Wanneer Eva haar zorgen tegenover haar echtgenoot uit, wuift hij die achteloos weg. Moedeloos moet ze toezien hoe de sociopathische Kevin het gezin langzaamaan kapot maakt.

De film overtuigt door een sobere sfeer die soms hypnotisch aandoet: realiteit en nachtmerrieachtige dromen vloeien in elkaar over. De haat-liefdeverhouding die Eva (een intense rol van Tilda Swinton) met haar kind heeft, is invoelbaar. Het kwaadaardige karakter van Kevin ligt er in zijn kindjaren te dik bovenop, maar wordt gecompenseerd door een sterke rol van Ezra Miller (Afterschool) als Kevin in zijn puberteit. Hij vertolkt de jongen zowel dreigend als eenzaam en de ambigue band tussen moeder en zoon is hier op z’n sterkst.  De uiteindelijke escalatie komt wat geforceerd over, maar desalniettemin is We Need To Talk About Kevin een uiterst verontrustende en grimmige ervaring — eentje die laat zien hoe een moeder en haar kind onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn zonder nader tot elkaar te komen. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Nieuwe zingeving

Happy, Happy (Sykt lykkelig)
Anne Sewitsky • Noorwegen, 2010

Kaja staat positief in het leven- althans, dat probeert ze. Wanneer ze haar nieuwe buren ontmoet, wordt ze echter met haar neus op de feiten gedrukt. Haar man gaat liever jagen dan tijd doorbrengen met zijn gezin en ze hebben al ruim een jaar geen seks meer gehad. Door het contact met haar buren — die in Kaja’s ogen perfect zijn — leert zij weer genieten en toegeven aan haar verlangens. Zo sluit ze zich net als haar buren aan bij een koor, ondanks dat ze zo vals zingt als een kraai. Wanneer de liefde oplaait tussen Kaja en haar buurman, lijkt ze eindelijk de aandacht te krijgen die ze zo nodig had. Maar de werkelijkheid ligt een tikje complexer dan Kaja voorzien had…

~

Happy, Happy is wat de titel doet vermoeden: een lichtvoetig komisch drama, waarin het draait om relaties en gelukkig zijn. Intermezzo’s van een mannenkoor versterken de luchtige toon. De film is gesitueerd in een Noors sneeuwlandschap waar weinig te beleven valt. Niet verwonderlijk dus dat de hoofdpersonen dromen van een ander, spannender bestaan. Kaja leert door de buurman weer wat gewaardeerd worden en wat genieten is. Dit leidt tot wat humoristische momenten, zoals een scène waarin Kaja impulsief haar beha opwipt wanneer de buurman langs haar huis wandelt. Natuurlijk komt hun geheime affaire uit en veroorzaakt dit de nodige escalatie. Maar ook de partners blijken over hun geheimen te beschikken: ieder voor zich heeft zo zijn onderliggende wensen en verlangens. Uiteindelijk draait het om de vraag hoe je richting kunt geven aan je leven en met wie je je leven wilt delen.

Agnes Kittelsen overtuigt als de positieve Kaja, maar de film ontstijgt de middelmaat niet. De verhaallijn is vrij dun, de overige personages weinig boeiend. De band tussen de zoontjes van de twee gezinnen vormt bovendien een irrelevante verhaallijn, die verder niet uitgewerkt wordt. Zo zijn er wel meer hiaten te vinden in het scenario en blijf je als kijker achter met een film die sympathiek oogt, maar nergens origineel of verrassend is. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Pyjamatiener

Terri
Azazel Jacobs • 2011

~

Terri is een aparte jongen. Hij woont bij zijn dementerende oom, komt altijd te laat op school en draagt structureel een pyjama. Gewoon, omdat dat comfortabel zit. Bovendien is hij zwaarlijvig, wat leidt tot menig pesterij. Zijn dalende cijfers en aparte gedrag baren zorgen bij de schooldirecteur mr. Fitzgerald (een rol van John C. Reilly, ook te zien in We Need To Talk About Kevin). Voortaan moet Terri zich iedere maandag bij hem melden voor een sessie, net als de andere outsiders op school. Dan gebeuren er onvoorziene dingen in Terri’s eigenzinnige leven: hij sluit vriendschap met de mooie Heather, die verguisd wordt na het verrichten van seksuele handelingen in de klas. Ook het contact met mr. Fitzgerald, die ook zo zijn problemen blijkt te hebben, leidt tot een persoonlijke band.     

Het verschil met Terri en andere tienerfilms is dat de hoofdpersoon weigert zich aan te passen. Er is geen sprake van een transformatie van nerd naar hunk, die uiteindelijk het mooiste meisje uit de klas voor zich wint. Terri blijft zichzelf, al trekt hij voor een begrafenis wel een zwarte pyjama aan. De kracht van de film ligt hem in de puurheid van de jongen. Terri is teder in het verzorgen van zijn oom en verlegen met meisjes. Wanneer nota bene hij versierd wordt door het mooiste meisje uit de klas, slaat hij zijn handen voor zijn ogen. Het tempo van de film ligt laag en sommige scènes zijn lang uitgesponnen, wat de aandacht niet altijd vasthoudt. Anderzijds past die langzame tred goed bij het bedaarde karakter van Terri zelf. Terri is vreemd, maar oprecht en liefdevol. Terri is de vriend die we stiekem allemaal wel zouden willen hebben. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Antieke passie

Restoration (Boker tov adon Fidelman)
Yossi Madmony • Israël, 2010

~

Na het overlijden van zijn zakenpartner staat meubelrestaurateur Yaakov Fidelman er alleen voor. De vraag is of hij de zaak kan behouden, want hij heeft noch het geld, noch de middelen. Totdat zich onverwachte hulp aandoet in de vorm van een nieuwe werknemer, de jonge Anton. Anton ontdekt een oude piano in de winkel, die weleens veel geld waard kan zijn. Maar met de komst van Anton verandert er meer: gaandeweg ontstaat er een vriendschap met Fidelman, die met zijn eigen zoon Noah een stroeve band heeft. Noah heeft andere plannen met de zaak, wat zorgt voor een spanningsveld tussen vader en zoon. De situatie wordt nog complexer wanneer blijkt dat Noahs zwangere vrouw een oogje op Anton heeft. Ondertussen komt Fidelman erachter dat zijn zakenpartner niet altijd even zuiver was. En wat zijn eigenlijk de beweegredenen van Anton om in een stoffige oude winkel te werken?

Het Israëlische Restoration is een film die zich verre houdt van politieke ideologieën. Familiebanden staan centraal, die onder druk komen te staan door de komst van een vreemdeling. De rol van Fidelman maakt de meeste indruk: koppig en niet direct sympathiek, maar wel met een liefde voor zijn zaak en de spullen die er in staan. Met zorgvuldige precisie worden oude meubels opgeknapt en getransformeerd tot pronkstukken. Langzaamaan wint de jonge Anton het vertrouwen van Fidelman en wordt hem het vak bijgebracht. Maar in plaats van zijn film klein en subtiel te houden, wil regisseur Yossi Madmony te veel. Hij schippert tussen drama en thriller, met als gevolg het ontstaan van verschillende verhaallijnen die onvoldoende uitgewerkt worden. De affaire tussen Anton en Noahs vrouw is bovendien zo voorspelbaar ingezet, dat deze bijna lachwekkend wordt. Restoration hangt met losse eindjes aan elkaar. Dat is jammer, want de film beloofde bij aanvang meer. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Kunst / Achtergrond
special: Graduation Show Design Academy 2011

Dasein als Design

.

Designproducten zijn inmiddels stevig genesteld in het dagelijks leven en dat valt af te lezen aan de enorme populariteit van de alweer tiende editie van de Dutch Design Week. Met een overvol programma van meer dan 300 events, 1800 ontwerpers en 150.000 bezoekers barstte Eindhoven bijna uit zijn voegen, of in elk geval uit het korte tijdsbestek van een krappe week. Maar de lekker allitererende quote van Oosterling dient niet alleen om de populariteit van design te omschrijven. Oosterling tracht een bepaalde houding te duiden die in de hedendaagse maatschappij rondom design heerst: Onze identiteit is steeds meer verweven met designproducten. Om het maar lekker kneuterig op z’n Hollands te stellen: Ons er-zijn wordt steeds meer een de-zijn (de-sign). Onze relatie met onze eigen identiteit en met de wereld om ons heen verloopt steeds meer via designproducten. Deze statement kan ook omgekeerd gelezen worden: Als ons zijn via design verloopt, dan is het wellicht juist ook aan designproducten om reflecties op maatschappelijke issues en de rol die men hierin inneemt te onttrekken. En wie kan een beter beeld schetsen van kwesties rondom het hedendaagse dasein, dan de nieuwste generatie vers afgestudeerde ontwerpers?

Reflectieve insteek
De Graduation Show van de Design Academy vormt al jarenlang het paradepaardje van de Dutch Design Week. Ondanks dat je als bezoeker een lange adem moet hebben om de 173 gepresenteerde afstudeerwerken in de grote hallen van de Witte Dame allemaal met evenveel aandacht door te werken, staat voor deze expositie altijd een lange rij belangstellende designliefhebbers om zich te laten verrassen door de nieuwste generatie ontwerpers. Zeven thema’s moeten enigszins richting bieden in de wildgroei van ontwerpen: Human en Nurture, waarin menselijke behoeftes onderzocht worden, Delight, dat draait om ontwerpen die gebruik maken van onze zintuigen, Conscious, met projecten die confronteren en provoceren, Useful,waarin juist weer heel praktische oplossingen centraal staan en City en Nature, waarin tot slot de hedendaagse leefomgeving onderzocht wordt. Als bezoeker word je door de organisatie op niet geheel subtiele wijze doordrongen van de reflectieve insteek van de afstudeershow door grote quotes op de muren als ‘Design is at it best when it addresses real needs: so this show deals with themes that are intentionally ordinary’ en ‘Our graduates show by responding to changing values and patterns of behaviour, design can shape and make new realities’.

Hernieuwd contact met dagelijks leven
In welke realiteit leven we dan volgens de jonge Design Academy studenten? Uit de Graduation Show tekent zich in elk geval een dasein af waarbij de nadruk ligt op verbondenheid. Waar enkele jaren geleden nog sterk de ego-maatschappij naar voren kwam in bijvoorbeeld de trend van gepersonaliseerd design, valt op dat de nieuwste generatie ontwerpers designproducten aflevert die gericht zijn op het in contact staan tot de wereld, in plaats van alleen met een ‘ik’ bezig te zijn. Niet dat hiermee wordt teruggekeerd naar de massa en/of groep; de nadruk ligt vooral op een bewustwording van, en connectie leggen met de dagelijkse leefomgeving. Een bijzonder voorbeeld hiervan is te vinden in de City Music van Akko Goldenbeld.

City Music van Akko Goldenbeld Fotografie © Sjoerd Eickmans
City Music van Akko Goldenbeld Fotografie © Sjoerd Eickmans

Goldenbeld creëerde op een grote rol een model in houten blokjes van Eindhoven die als je eraan draait, de toetsen van de piano in beweging brengen en op deze manier de toeschouwer op poëtische wijze bewust maakt van de stedelijke structuur. Tevens er wordt gemikt op een bewuste omgang met dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Rianne Koens wist bijvoorbeeld de toeschouwers te verbazen (en en passant nog even de Kids Publiek Award in de wacht te slepen) met haar project Peeling Paradise, waarin ze het schilproces van groente en fruit opnieuw onder de loep neemt. Door minutieuze veranderingen aan te brengen in het ontwerp van de alledaagse dunschiller waardoor er een veel dunner laagje wordt afgeschraapt dan normaal, kan er veel meer smaak behouden worden. Vernieuwing kan zitten in de kleinste dingen zo blijkt. Zoals de projecten van Goldenbeld en Koens al tonen verloopt het leggen van connecties van de buitenwereld niet rechtlijnig, iets wat ook tot uiting komt in het thema Delight, waarin door middel van het centraal stellen van zintuiglijke ervaringen een nieuw contact met het dagelijks leven geprobeerd wordt te ontdekken. Onze relatie met de wereld mag weer verrassend zijn en verlopen via onze neus, tastzin en smaak.

Peeling Paradise van Rianne Koens Fotografie Femke Rijerman

Peeling Paradise van Rianne Koens Fotografie Femke Rijerman

Ironische bespiegelingen van de nomadische internetmaatschappij

Opvallend is verder dat veel ontwerpen op lichtvoetige wijze de toeschouwer stevig aanpakken over zijn gedragingen in een maatschappij waarin niet alleen alles meer dan ooit met elkaar verbonden is, maar ook het internet met bijbehorende mobiliteit van grote invloed is op ons dasein. Opvallend hierbij is dat deze bemoeienis niet op betuttelende wijze wordt gedaan, maar door de gebruikte humor juist heel relevant gemaakt kan worden. Het is dan ook veelzeggend dat de belangstelling voor deze ontwerpen juist bestaat uit jongeren die middenin de technologische ontwikkelingen staan die aan de kaak gesteld worden. Zo heeft Maaike Fransen een fotoserie, met de tongbrekende naam Peripatetic Paraphernalia, ontworpen waarin ze verschillende uitrustingen presenteert om het nomadische leven te kunnen overleven. Waar je als toeschouwer wellicht in eerste instantie staat te lachen om deze ‘marsmannetjes’,  bekruipt je later het gevoel dat je zelf er misschien vaker op lijkt dan je lief je als je met je laptop, telefoon, paraplu, rugzak en handtas, naar een willekeurige plek der bestemming aan het haasten bent. Op eenzelfde wijze werkt het project Face Your Facebook van Charlotte Porskamp. Porskamp maakt in een reeks hilarische korte filmpjes duidelijk dat het gedrag dat we op social media als Facebook vertonen eigenlijk nogal ongemakkelijk en vooral onnatuurlijk overkomt als je het vertaalt naar de echte wereld. Taggen, poken en liken blijkt in real life toch een stuk minder leuk.

Ook het bijzondere project van Daphne van Mourik Postparels bevraagt door het vertalen van vluchtige uitingen als tweets en smsjes naar het echte leven hoe onze taalkundige pareltjes nog bewaard kunnen blijven in de maalstroom van de digitale snelweg. Het snijdt een thema aan wat zeer relevant blijkt in de huidige tijd, en op de Graduation Show dan ook ruim vertegenwoordigd is door niet minder dan vier geheugenkabinetten: zorgen omtrent het bewaren van herinneringen.
Sommige ontwerpers keren zich af van het hectisch hedendaags bestaan en wijzen op de voordelen van een langzamer leeftempo. Zo toont Philip Lüschen dat één van de grootste zonden in de huidige maatschappij, wachten op iets, met de juiste attributen bij de hand best leuk kan zijn in zijn project Wait Here. Andere ontwerpen omarmen juist digitale technologie om te wijzen op de invloed ervan op ons leven en een alternatief aan te bieden. Tom Loois heeft met Blank Ways bijvoorbeeld een App voor je telefoon ontworpen die je laat verdwalen in plaats van je doelgericht naar plek van bestemming te leiden. Ons digitale hectische leven blijkt een feit waar wel het nodige aan bijgestuurd kan en moet worden in plaats je gedachteloos erdoor te laten meeslepen.


Wait Here van Philip Luschen Fotografie Florian van Roekel
Wait Here van Philip Luschen Fotografie Florian van Roekel

Realistisch idealisme
De ontwerpen van de Design Academy studenten zijn over het algemeen, zoals meestal bij eindexamenontwerpen, doordrongen van idealisme. Verschil is echter dat in plaats van grootse dromen die het welzijn van de hele wereld omvatten, ook hier de aandacht van de studenten zich vooral richt op de directe leefomgeving. In plaats van nieuwe realiteiten te wensen, wordt er aan de slag gegaan met de dingen die er al zijn. Het levert verfrissend realistisch idealisme op. Zo richten de projecten Food-Combers van Noesjka Klomberg en Take your Pick around Town van Elma Roelvink zich op het nutteloos weggooien van voedsel door te wijzen op respectievelijk de restoogst van boeren en het culinair benutten van het stadsgroen. Brandnetel en dassenkruid blijken prima ingrediënten voor een heerlijke stamppot. Het idealisme van de jonge ontwerpers leidt tevens tot ontwerpen rondom groepen, die in de huidige hectische samenleving maar moeilijk kunnen meekomen. Zo heeft Kyra Meilink met Toon een muzieksysteem ontworpen aangepast aan de behoeftes van oudere mensen die kampen met dementie. De speciale combinatie van design geïnspireerd op radio’s van de jaren vijftig, maar uitgerust met moderne technologie als een SD kaartlezer, brengt weer muziek in de levens van de demente oudjes. Het realistisch idealisme van de designstudenten toont de noodzaak om menselijke weer zichtbaar te maken, zowel in het terugbrengen van design tot menselijke proporties als in het tegengaan van anonimiteit die de massamaatschappij met zich meebrengt.

De Graduation Show 2011 van de Design Academy schetst een visie op design dat weer is toegesneden op de menselijke maat en gericht is op connecties met nabije anderen en de dagelijkse leefomgeving. Maar bovenal: het schetst een visie waarin in deze tijden van bezuinigingen de rol van design onbetwist relevant blijkt te zijn als reflectie en katalysator op ons dasein. Design staat dichter bij ons zijn dan ooit, het is een zaak voor iedereen in plaats voor de ‘happy few’. In de woorden van de organisatie van de Graduation Show: ’this is design for us, not them’.