Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie
franse playlistGerard Rundberg

8WEEKLY Playlist: Parlez-vous français?

Zomervakantie in Frankrijk: ontbijten met verse croissantjes, wandelen langs de Seine en grote braderieën afstruinen. Menig auto zal de Route du Soleil en de Périphérique rondom Parijs alweer getrotseerd hebben om te genieten van het luie, Franse leven. En wat is beter om in de stemming te komen dan een speciale Frans(talige) playlist? Onze muziekredactie heeft een lijst samengesteld met huidige Franstalige hits en klassiekers. Van golden oldies als Jacques Brel tot aan modernere hitartiesten als Louane en Vianey, ze houden je allemaal gezelschap tijdens je (dromen over je) reis naar Frankrijk.

Louane zit weer beter in haar vel

Louane Emera (of kortweg Louane) is de artiestennaam van de Franse zangeres en actrice Anne Peichert. Louane werd bekend dankzij de Franse versie van ‘The Voice’ in 2013, waar ze eindigde op de tweede plaats. Haar nummers variëren sterk in stijl: van het hippe ‘Pardonne-moi’ tot het emotionele ‘Secret’. In dit laatste nummer bezingt ze als jonge moeder de liefde voor haar opgroeiende dochter, maar ook de angst die daarbij komt kijken. Ze vertelt haar dochter haar grootste geheim: haar lage zelfbeeld en de strijd die ze ervaart om van zichzelf te houden. ‘Pardonne-moi’ heeft, ondanks de uptempo melodie, ook een diepere betekenis. Louane vraagt vergiffenis aan iemand die veel voor haar betekent. Ze geeft toe dat ze te veel huilt en soms overdreven reageert, zich schuldig voelt en haar fouten wil goedmaken.

In september brengt Louane een nieuwe versie van haar laatste album Sentiments uit: Sentiments Heureux. Hierin worden de emtionele ballades uit de eerste versie aangevuld met meer uptempo nummers, waaronder een samenwerking met Clean Bandit. Het in gedachten verzeilde hoofd van Louane op de cover van Sentiments is op deze nieuwe versie afgeplakt met een sticker waarop ze breeduit lacht. Vermoedelijk wil de zangeres hiermee uitdragen dat ze na een wat moeilijkere periode weer beter in haar vel zit.

Inspirerende nacht in een slaperig stadje

Vesoul is een onbeduidend Frans stadje tegen de Zwitserse grens. Waarom vond de Belgische chansonnier Jacques Brel het dan waard om een nummer over deze saaie plek te schrijven? Nou, waarschijnlijk omdat hij een inspirerende nacht beleefde met een serveerster in een hotel in Vesoul waar hij kort verbleef.

In ‘Vesoul’ bezingt Brel de wispelturigheid van een vrouw die hij bemint, maar waar hij uiteindelijk zwaar overprikkeld van is geraakt. Ze wil overal heen, de ene keer naar Vierzon, dan weer naar Vesoul en door naar Antwerpen en Hamburg. Wat hem betreft is het gereis toch echt voorbij.

‘Vesoul’ is typisch Brel door het enorm snelle gezang. In het nummer spoort hij zijn accordeonist Marcel Azzola ook nog eens aan om sneller te spelen met de woorden ‘Chauffe Marcel!’, wat vrij vertaald iets betekent als ‘Pittiger Marcel!’. De frase is nog steeds een van de bekendste in de Franstalige muziek.

Free runnen op ‘Voyage, Voyage’

Het nummer ‘Voyage, Voyage’ van Desireless is met recht een Franstalige klassieker te noemen. Bij uitkomst in de jaren 80 wist het nummer al in meerdere Europese landen de nummer 1-positie te behalen en voor meerdere weken te behouden. Dat succes van Desireless inspireerde in de jaren 90 het Japanse duo Wink tot het coveren van het nummer in het Japans, en in de zeroes Belgische zangeres Kate Ryan tot het maken van een EuroDance versie van het lied. Dit nummer werd een groot succes in België, Nederland, Finland en Spanje. Kate Ryan weet in haar verdere werk andere Franse klassiekers als ‘Désenchantée’ en ‘Ella, elle l’a’ om te toveren tot regelrechte dance hits.

Dit voorjaar kwam er in Nederland even een kleine opleving voor de Kate Ryan-versie van ‘Voyage, Voyage’ door het tv-programma B&B Vol Liefde. Duizenden mensen zagen vorig jaar deelnemer Menno in beeld free runnen op dit nummer, wat dit jaar nog eens werd nagedaan in een parodie op Instagram door radio-dj en influencer Bram Krikke. Wie denkt dat dit puur was om Menno belachelijk te maken heeft het mis. In een latere video is te zien hoe de heren samen zijn gaan free runnen.

Vianey strikt grote namen

In januari 2023 verscheen er op MIKA’s website een aankondiging van een nieuwe single. Enthousiast schreef hij dat hij in een Parijse studio tijd heeft doorgebracht met zijn vriend Vianney en dat daaruit de single ‘Keep It Simple’ voortkwam. De Franse singer-songwriter Vianney wist voor dit lied collega MIKA te strikken, maar die is niet de eerste grote naam in de lijst met samenwerkingen van Vianney. Eerder wist hij al samenwerkingen met Ed Sheeran en Maître GIMS binnen te halen. Niet zo gek, Vianney populair noemen zou een understatement zijn. Zijn miljoenen streams op Spotify, waarvan sommigen richting het miljard lopen, komen niet zomaar ergens vandaan. Zijn eerste album uit 2014 kreeg een dubbele platina status, en met vervolgalbums sleepte hij menig award binnen.

‘Keep It Simple’ klinkt inderdaad, zoals de titel eigenlijk al zegt, als een simpel liedje. Achter het vrolijke, zonnige melodietje schuilt er echter een dieper thema. Het deels Franstalige, deels Engelstalige nummer gaat over twee personen die met hun fysieke en mentale pijn proberen om te gaan en de oplossing voor hun problemen zoeken bij andere mensen, zoals een potentiële liefde. Ondanks dit zwaardere thema, klinkt het nummer licht en zomers – perfect voor een zomerse, Franstalige playlist.

Naast Louane, Jacques Brel, ‘Voyage, Voyage’ en Vianey wacht er nog vele andere Frans(talig)e muziek op jou in onze nieuwste Spotify playlist. Veel luisterplezier!

Recensie Anna van den Breemer Het perfecte zusje
Boeken / Fictie

Non-fictieschrijfster debuteert met thriller

recensie: Anna van den Breemer – Het perfecte zusje
Recensie Anna van den Breemer Het perfecte zusje

Anna van den Breemer schreef eerder drie non-fictieboeken. Met Het perfecte zusje debuteert ze als thrillerschrijfster. Het is natuurlijk afwachten of de schrijfster zich vaker aan dit nieuwe genre zal wagen. Van huis uit is Van den Breemer journalist en staat ze bekend om haar scherpe pen en observatievermogen.

Volkskrant-journaliste Anna van den Breemer waagde zich met haar scherpe pen al eerder aan het schrijven van boeken. De drie non-fictieboeken worden nu gevolgd door fantasie in de vorm van haar eerste thriller, die zich afspeelt in haar woonplaats Deventer. Voor stadsgenoten is er genoeg aanleiding om dit debuut tot zich te nemen. Zeker als je het spannende boek een warm hart toedraagt natuurlijk.

Cover Het perfeste zusje - Anna van den Breemer

Een schrijvershuishouden

(Thriller)schrijfster Van den Breemer leeft en werkt in Deventer, het toneel van Het perfecte zusje. Samen met journalist Özcan Akyol vormt ze een echt schrijvershuishouden. Het boek opent met een artikel uit de Volkskrant over een patisserie in Deventer. Een originele manier om kennis te maken met patissier Gaby, de hoofdpersoon van het boek. Al gauw blijkt dat Gaby een broer heeft die gearresteerd is op verdenking van een gruwelijke moord, jaren geleden. Een geheim dat ze natuurlijk als succesvolle zakenvrouw liever uit de publiciteit houdt. Als eigenaar van een goed lopende patisserie trekt ze aandacht van de media en verschijnt ze met haar producten ook op de landelijke tv. Haar business vaart wel bij alle publiciteit, waardoor de patisserie veel afzet weet te genereren. Wie een beetje thuis is in Deventer zal veel locaties herkennen, maar kan geen winkel aanwijzen die model staat voor de patisserie van Gaby.

Recensie thriller Anna van den Breemer - Het perfecte zusje

De spanning laat lang op zich wachten

Wie begint te lezen in Het perfecte zusje wordt getrakteerd op duidelijke beschrijvingen van de stad Deventer, de omstandigheden waarin de hoofdrolspeelster zich bevindt en in welke netelige spagaat zij zich bevindt. Midden in de verwikkelingen van het onderzoek naar de moord op een tienermeisje in de bossen van Zeist, lijkt het net te sluiten rond haar broer. Door de nabijheid van deze mogelijke schuldige worden de familiebanden sterk op de proef gesteld. Haar verlangen naar gerechtigheid botst sterk met dierbare familieherinneringen.

De messcherpe observaties rond de moord worden mooi afgewisseld met ervaringen van de hoofdrolspeelster. Helaas houden deze beschrijvingen soms lang aan, waardoor de spanning in de thriller wat lang op zich laat wachten. Als de spanning er dan eindelijk is leest het boek als een spreekwoordelijke sneltrein naar de ontknoping, die zeker verrassend mag heten.

Van den Breemer is erin geslaagd een heel smakelijk boek te schrijven met de nodige stijlelementen van een thriller. Het gedeelte met daarin alle spanning had eerder mogen starten en langer mogen aanhouden, om het boek een waardige thriller te noemen.

De schrijfster heeft alles in zich om zich ­­verder te ontwikkelen op het pad van de thrillerschrijverij. Lees het boek zo dat je weet dat er spanning komt, geniet van de beschrijvingen en kijk uit naar een heftig en verrassend plot.

Met een volgende thriller kan Anna van den Bremer zich nog wat verbeteren.

Theater / Interview
special: 25 jaar Ernst, Bobbie en Trend Media

Ernst en Bobbie al 25 jaar soepkippen en vrienden

Zing jij tijdens het schoonmaken ook weleens ‘We maken schoon, schoon, hartstikke schoon’? Of als je iets doms doet: ‘Je bent een soepkip, soep, soep, soeper de soep’. Dan heb je vast warme herinneringen aan Ernst en Bobbie, die onlangs de Buma Kindermuziekprijs in ontvangst mochten nemen. In 25 jaar is er veel veranderd, maar Ernst en Bobbie niet.

Wat maakt dit succesvolle duo zo tijdloos? En hoe hou je 25 jaar samenwerken op hoog niveau leuk? Deze en nog veel meer andere vragen schoten redacteuren Malin en Joris door het hoofd toen ze hoorden dat hun jeugdhelden Ernst en Bobbie, net als 8WEEKLY zelf, dit jaar hun 25-jarig jubileum vieren. Tijd voor een interview dus.

Gewapend met een heleboel vragen, oude foto’s uit het jaar 2000 en zelfs een oud toegangskaartje, gaan Malin en Joris op bezoek bij Trend Media in Utrecht, het productiebedrijf van Erik van Trommel (Ernst) en Gert-Jan van den Ende (Bobbie). Ze mogen dit iconische duo interviewen over de afgelopen 25 jaar en over hun toekomstplannen.

Aan de basis ligt vriendschap

‘Het begon allemaal in de fietsenwinkel van mijn vader in Scheveningen,’ vertelt Gert-Jan, ‘Erik liet daar zijn brommertje repareren en ik had bij mijn vader een bijbaantje. Zo ontstond onze vriendschap.’ Beide jongens hadden bandjes en zijn creatief. Gert-Jan maakte grappige liedjes voor zijn elf jaar jongere zusje. Ook andere mensen vonden hun liedjes erg leuk.

Erik: ‘We wisten dat het Juliana Kinderziekenhuis een tv-zender had voor zieke kinderen. Dat leek ons wel wat en we hebben ons daar als vrijwilligers aangemeld. Toen hebben we veel opgetreden en veel vlieguren gemaakt.’

Gert-Jan: ‘Daar hebben we veel van geleerd. We konden fouten maken en onszelf verbeteren. Toen we later op televisie kwamen vroegen mensen zich af waar wij ineens vandaan kwamen en hoe het kwam dat we zo goed waren. Ernst en Bobbie waren al tien jaar in de maak, voordat ze op tv kwamen. In deze tijd hebben we dus veel kunnen oefenen.’

Aanvankelijk wil geen theater het duo programmeren. Ze zijn ‘niet cultureel genoeg’, vertellen de heren lachend. Ernst, Bobbie en de rest  is dan al populair op televisie en de heren besluiten dan maar een sporthallentour te doen. Dit is een succes. De tv-show blijkt een goed uithangbord voor hun theatershow en om de twee jaar hebben ze een nieuwe show, met de liedjes van televisie. Dit gaat jaren zo door: ‘Wij dachten op een gegeven moment dat de populariteit na 10 jaar wel zou afnemen, maar dat is niet gebeurd.’

Tweede generatie Ernst en Bobbie fans

Redacteuren Malin en Joris in 2000 bij  een theatershow van Ernst en Bobbie

De oude foto’s die Malin en Joris uit hun persoonlijke archief hebben meegenomen, roepen meteen herinneringen op. Gert-Jans oog valt op de telefoon op het podium en hij weet ook al scherp vast te stellen om welke voorstelling het gaat: hun eerste theatershow. Een paar andere foto’s zijn van de tweede. Fans van het eerste uur dus. Ook het gesigneerde toegangskaartje uit 2000 roept herinneringen op: ‘Vroeger printten én sneden we de kaartjes zelf. Kijk, ze zijn niet helemaal recht.’

Dat die eerste generatie fans ondertussen ruim volwassen is, was hun al eerder opgevallen.  Erik: ‘Nu zitten er soms groepjes 25-jarigen in het publiek. Zonder dat ze kinderen mee hebben. In het begin dachten we dat het misschien een opdracht was van een studentenvereniging. Of dat ze kwamen om vervelend te doen. Maar niets is minder waar, ze komen om jeugdherinneringen op te halen en weten alles mee te zingen.’ Hoewel de heren elke twee jaar een nieuwe theatershow bedenken, zijn die liedjes namelijk hetzelfde gebleven – dat zijn allemaal de bekende nummers van de tv-serie.

Gert-Jan vertelt dat hij ook merkt dat het gaat om een specifieke generatie. Van zijn drie kinderen is het met name de 28-jarige Laura bij wie je maar één knopje in hoeft te drukken en ze zingt alle liedjes mee, die kent de teksten haast beter dan Gert-Jan en Erik zelf.  Ze vinden het beiden mooi en grappig om te zien welke invloed zoiets kan hebben op een kinderleven en dat het blijkbaar je hele leven meegaat. Erik legt uit dat ze het ook nooit zo bedoeld hebben, ze waren daar niet mee bezig of met cultuur, maar ze maakten gewoon wat ze zelf leuk vinden en merkten dat kinderen daarom moesten lachen.

Malin constateert dat er nu echt een tweede generatie Ernst en Bobbie fans is opgestaan. Volwassenen die blij zijn als ze zelf een kind krijgen, want dan kunnen ze weer, lekker nostalgisch, naar Ernst en Bobbie. Op die manier is een vriendin van Gert-Jans dochter al drie keer bij een show geweest. Erik knikt instemmend en vindt dat heel bijzonder.

Publieksinteractie als magische formule

Ticket uit het jaar 2000 met handtekeningen

In de 25 jaar dat Gert-Jan en Erik actief zijn als Ernst en Bobbie is er aan hun publiek en de aanpak van hun shows weinig veranderd. Alleen sommige ouders zijn veranderd. Erik: ‘Nu zien we soms ouders die met hun mobieltje in de weer zijn tijdens de show. Dat valt op, want hun hele gezicht is opgelicht door hun telefoon. Die pakken we dan wel eens af. Achteraf krijgen ze die natuurlijk terug.’

De kinderen van rond de zes jaar zijn hetzelfde gebleven, die hebben nog geen telefoon of sociale media en ze hebben weinig last van invloeden van buitenaf. Die doen nog steeds actief mee met de hele show. Gert-Jan en Erik vinden die publieksinteractie het belangrijkste onderdeel van de theatershows, de kinderen moeten vermoeider de zaal verlaten dan zijzelf. Liedjes meezingen, ballen de zaal ingooien, poppenkast acts, alles om het publiek actief te krijgen en te houden. Die formule is al jaren succesvol voor de shows van Ernst en Bobbie, maar ze passen dit idee ook toe binnen de andere concepten van Trend Media. Die interactie is steevast onderdeel van Trend Media shows, of je nu naar Juf Roos, Bing of Checkpoint Theater gaat.

Ernst en Bobbie: internationaal?

Dat de heren hun vak en die magische formule goed door hebben, is te merken aan het succes van hun bedrijf Trend Media. Ze vertellen dat ze blijven kijken naar wat populair is bij kinderen en wat daarvan nog geen theatershow heeft. Vervolgens willen ze dan hun ideeën pitchen bij de makers, zodat ze hopelijk die licentie kunnen krijgen. Erik: ‘Dat is een mooi en spannend proces, want de makers geven ‘hun baby’ uit handen aan ons.’ Gert-Jan: ‘In Nederland helpt onze reputatie als Ernst en Bobbie dan wel, maar soms halen we concepten uit het buitenland en daar kennen ze ons niet. Vaak laten we dan pas in het derde gesprek fragmenten zien van onze eigen shows en dan is men telkens verbaasd en blij verrast.’

Ze nodigen deze buitenlandse makers soms ook uit in hun publiek, en die weten dan niet wat ze overkomt.  Erik: ‘Die interactie en voornamelijk de reactie die dat oproept bij het publiek, dat is ongekend.’ Dit is ook het geval bij de theatershows over Bing, die tv-serie is een groots internationaal succes en er is veel interesse in hun theatershow over het konijn. Onlangs is hun show over Bing zelfs naar Polen gehaald. Gert-Jan vertelt dat dat wel een gaaf gevoel is, dat dan je zelfgemaakte liedjes ineens in het Pools worden opgevoerd.

Samen uit, samen thuis

In 2000 gingen Malin en Joris al als fans op de foto

Herhalingen van de seizoenen van Ernst, Bobbie en de rest zijn nog steeds elke zaterdagochtend op televisie te zien, de theatershows zijn nog steeds uitverkocht en ook online wordt het duo veel bekeken. De formule lijkt dus tijdloos, maar hoe lang kunnen de heren nog door? Kunnen we ooit een vergelijkbare zoektocht als het tv-programma ‘K2 zoekt K3’ kunnen verwachten? Beide heren zijn heel duidelijk: nee. Hun insteek is altijd een ‘samen uit, samen thuis’-verhaal geweest, als de een aangeeft te willen stoppen, dan is dat het einde. Ze zijn niet van plan om opvolgers te zoeken. Erik: ‘We willen door gaan zolang het leuk is en het is leuk zolang er nog enthousiast publiek komt. Maar doorgaan tot ons 96e gaat ook weer wat te ver.’

Erik en Gert-Jan zitten nog vol energie en ideeën voor de producties van Trend Media en juist daardoor blijven ze ook enthousiast optreden als Ernst en Bobbie. Het is een gouden combinatie als werk. Gert-Jan: ‘Voor ons is Ernst en Bobbie meer een hobby geworden. Doordeweeks werken we aan theaterproducties voor ons bedrijf Trend Media en in het weekend, als andere mensen op het sportveld staan, staan wij twee keer een theatershow op te voeren.

Belangrijke les van André van Duin

Erik vertelt dat hij ooit André van Duin heeft ontmoet. Hij legt uit dat hij toen, net als Malin en Joris nu, ook nerveus was, omdat hij ineens oog in oog met zijn idool stond. En wat doe je als je nerveus bent? Dan flap je er soms iets onhandigs uit. Erik: ‘Ik zei door de zenuwen zomaar dat we wilden stoppen op ons hoogtepunt.’  Hierop zei André van Duin dat hij dat onzin vond, je moet stoppen wanneer je het zelf wil of het zelf niet meer leuk vindt. Daarbij, hoe definieer je wat je hoogtepunt is?

Gert-Jan legt uit dat je zelf vaak niet ziet wat het hoogtepunt is: ‘Gaat het dan om kijkcijfers? Dat schommelt en komt altijd met ups and downs. Gaat het om het winnen van bepaalde prijzen? Nee, uiteindelijk is het belangrijkste dat je zelf nog plezier hebt in wat je doet.’ Een les die gedurende het interview vaker naar voren komt.

De toekomst van een iconisch duo

Ook voor Ernst en Bobbie zitten de heren nog vol ideeën. Natuurlijk hebben ze al veel gedaan, van prijswinnende tv- en theatershows, een film, cd’s en zelfs poppen en eigen merchandise. Ze kijken ook verder. Gert-Jan: ‘We hebben onderzocht of een animatieserie iets is, maar dat blijkt toch wat ingewikkeld.’ Ook werden ze getipt, door één van hun contacten bij Studio 100, over Rewind Parties, nostalgische feesten voor volwassen die losgaan bij optredens van hun jeugdhelden, zou dat niet iets zijn voor hen? Erik: ‘Een interessant concept, dat gaan we verder uitzoeken.’

Erik en Gert-Jan vervelen zich dus geen moment en kunnen al hun creativiteit kwijt.  Ze zitten nog vol ideeën en één van de producties gaat dus zelfs internationaal. De basis van Ernst en Bobbie is vriendschap en daar vloeien allerlei ideeën uit voort. Maar hoe blijf je, ook als vrienden, na 25 jaar je werk zo succesvol volhouden? Het geheim: ‘We focussen ons niet op Ernst en Bobbie maar juist op de rest.’

Kunst / Expo binnenland

De bomen spreken van schuldbewustzijn

recensie: [H]erkennen Herbouwen in de Kunsthal
Roy Lichtenstein, Crying Girl (1963). Collectie Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Foto: Studio TrompStudio Tromp

‘Ik denk in beeld. Zo ben ik door collecties gegaan en heb associaties gelegd’, zegt beeldend kunstenaar en gastcurator patricia kaersenhout bij de persvoorbezichtiging van haar totaalinstallatie [H]erkennen Herbouwen in de Kunsthal. Een samenwerking die met Museum Boijmans Van Beuningen en andere Rotterdamse musea en archieven is opgezet.

kaersenhout verwacht dit ook van de bezoekers: kijken, denken, associëren. Ook wil ze een aanzet geven tot een gesprek over racisme, het overkoepelende thema van vijf Wunderkammers die door Rosa te Velde als een labyrint zijn vormgegeven. Elke kamer heeft een eigen verhaal met een subthema, telkens in een verhalend gedicht gevat door schrijfster en antropologe Gloria Wekker. De gedichten zijn te lezen op banners en vallen te beluisteren door middel van soundshowers die aan bomen zijn bevestigd; de bomen spreken.

De tentoonstelling gaat uit van een omgekeerd perspectief: de dominante witte cultuur wordt gepresenteerd als curiositeit en niet die van mensen van kleur. Natuurlijk: het schuurt, maar er is ook ruimte voor een kwinkslag over die rare witte mensen.

Een rode draad begint bijvoorbeeld met het bordje ‘Beleefd verzocht – stilte – niet zingen’ (uit een Rotterdams badhuis). Verderop staat een LP van Het Groot L.J.E.-koor Rotterdam met de titel ‘Als de wereld maar blijft zingen’ en het draadje eindigt met een protestbord: ‘Your silcence will not protect you’. Kijken, denken, associëren.

[H]erkennen Herbouwen, foto Marco De Swart

Kunsthal Rotterdam, [H]erkennen Herbouwen – Wonderkamers van het Rotterdams koloniaal verleden. Foto Marco De Swart

De vijf Wunderkammers

De subthema’s van de vijf kamers zijn:
1. Ontkenning
2. Schuld
3. Schaamte
4. (H)erkennen
5. Herstellen

Ontkenning is het probleem van de witte mens (een filmpje met een uitspraak van Mark Rutte!): ‘Ontkenning is een aangename manier van in de wereld zijn (…). Ontkenning betekent / niet te hoeven leven met een bewustzijn / van het onrecht en geweld’ (Wekker). Schuld en schaamte liggen dicht bij elkaar maar werden door Jannah Loontjens in haar boek Schuldig (2020) ook al uit elkaar gehaald en samengevat in wat het eigenlijk zou moeten zijn: schuldbewust zijn. De ruimte van Schaamte is niet voor niets laag. (H)erkennen blijkt bijvoorbeeld uit het schilderij Utopia (1986) van Rob Scholte. Niet alleen omdat je als beschouwer er het beroemde schilderij Olympia (1863) van Manet in herkent, maar ook omdat hier een Afrikaanse bediende een naakte, de Chirico-achtige witte vrouw op een sofa een kopje koffie in plaats van – zoals bij Manet – een boeket bloemen aanreikt. Onder het kopje Herstellen springt een afbeelding op een protestbord naar voren van het meer dan levensgrote, bronzen beeld dat recent bij het Centraal Station in Rotterdam werd geplaatst.

Beeldhouwer Thomas J. Price maakte het in 2022 en het stelt een jonge, zwarte vrouw voor. Maar hé: daar staat op het plein opeens een gele trompet pal in de buurt van het beeld! Het is reclame voor het North Sea Jazz Festival, maar als ergens racisme heerst(e), dan wel binnen de jazzmuziek (zwarte jazzmusici werden lang als een ‘maatschappelijk gevaar’ beschouwd). Kijken, denken, associëren: dit kán gewoon niet, dat moet toch anders kunnen?

Dialoog met moderne kunst

In elke kamer gaat toegepaste of oude kunst een dialoog aan met modern, voor deze tentoonstelling gemaakt werk. Zo is er een Damesportret (1829) van Kruseman dat lijkt neer te zien op een installatie van de uit Congo afkomstige Bouba Dola: The prayer of Kimpa Vita (2023). De video-installatie toont een vrouw in een botanische tuin, tuinen die verbonden zijn met koloniale praktijken van het verzamelen en tentoonstellen van ‘etnografische’ objecten zoals dat in zestiende-eeuwse Wunderkamers ook werd gedaan. Framer Framed in Amsterdam liet dit al eens eerder zien in de expositie On the Nature of Botanical Gardens (2020).

Bij de tentoonstelling in de Kunsthal, het debuut van patricia kaersenhout als gastcurator, hoort een informatief tijdschrift met achtergronden. Achtergronden bij de werken, omdat er geen zaalteksten aanwezig zijn. Wel zijn er zwarte vlakken op de wanden bevestigd, in verschillende schilderij- of spiegelformaten. De invulling is aan de beschouwer. Er valt wat te doen, daar in Rotterdam! Kijken, denken en associëren.

Kunsthal Rotteram,[H]erkennen Herbouwen, Foto Marco De Swart.

Kunsthal Rotterdam, [H]erkennen Herbouwen – Wonderkamers van het Rotterdams koloniaal verleden. Foto Marco De Swart

Theater / Voorstelling

Spreid je veren!

recensie: De Mol en de Paradijsvogel - OpusOne

‘Veel acteurs zijn homoseksueel. Bent u dat ook?’ Wat zou jij geantwoord hebben in 1969 op live televisie? Albert Mol werd zo per toeval de eerste Nederlandse openlijk homoseksuele acteur toen hem dit werd gevraagd door Koos Postema in Een Groot Uur U. Een echt Nederlands queer icoon dus. Maar ken jij Albert Mol? Misschien niet, maar De Mol en de Paradijsvogel brengt daar verandering in.

Wat hebben het leven van theater- en tv-icoon Albert Mol en het leven van een queer vluchteling in Nederland met elkaar gemeen? Producent OpusOne brengt deze twee ogenschijnlijk totaal verschillende levens met elkaar in verbinding in de nieuwe Nederlandse musical De Mol en de Paradijsvogel. Beiden zijn op zoek naar hoe ze hun flamboyante zelf kunnen zijn, zonder kritiek uit hun ‘inclusieve’ omgeving. Dat blijkt best lastig, want ook in de Nederlandse gayscene lijkt het oer-Hollandse motto ‘doe maar normaal dat is al gek genoeg’ te gelden. Kun je in de lhbtiq+-gemeenschap echt jezelf zijn of is er ook zoiets als ‘té uitbundig’?

Onbeschaamd queer zijn

In deze musical kijkt een dementerende en stervende Albert Mol in 2004 terug op zijn leven en we zien hoe hij worstelt met zijn seksualiteit en hoe hij op de nationale tv uit de kast komt. Zo discussieert hij met Wim Sonnevelt over zijn publieke geaardheid en krijgt hij het advies om discreet te zijn. Albert Mol blijkt een echte paradijsvogel, maar staat zijn flamboyante karakter zijn carrière in de weg?

Daartegenover staat het verhaal van de Syrische vluchtig Wassim, die na een dragqueenoptreden voor de zoveelste keer in elkaar is geslagen. De vrienden die hem opvangen, twee oudere homoseksuele mannen, vinden dat hij er zelf ook wel om vraagt door zich zo uitbundig te kleden. Is Nederland dan wel zo open minded als het leek?

De twee verhaallijnen zijn goed in elkaar verwoven en door snelle wisselingen is het een vlotte musical die goed te volgen is voor zowel een wat jonger als ouder theaterpubliek. Laus Steenbeeke zet een goede en breekbare Albert Mol neer en Silyan ElKattabi een sterke Wassim.

Goede nieuwe musical

Dit is een nieuwe Nederlandse musical die in 2022 al als werkplaatsvoorstelling werd opgevoerd. De voorstelling ontroert, is grappig, scherp, vernuftig en écht een musical met zang en dans. Het verhaal ontroert natuurlijk, maar dit wordt niet uitgemolken en wordt juist vaak ook luchtig gebracht. Zo zijn de situaties waarin de dementerende Albert Mol zich bevindt niet allemaal schrijnend of indrukwekkend, maar soms ook raar of grappig.

Bovendien is de musical scherp, niet alleen op Nederland dat zichzelf heel inclusief vindt, maar ook op de lhbtiq+-gemeenschap zelf. Wassim is als vluchteling bijna niet queer genoeg, maar als dragqueen vinden zijn homoseksuele vrienden dat hij wel erg ver gaat: ‘wees blij dat we mogen trouwen’. En hoe inclusief is de gayscene als Wassim alleen maar gezien wordt als ‘exotisch hapje’?

Daarnaast is de voorstelling echt een musical, want alle disciplines komen veelvuldig aan bod. Een groepje mannen gehuld in zwart en glitter danst als ensemble met revuepasjes de hele voorstelling door. Er zijn ook diverse muzikale knipogen naar Nederlands theater of muziek, bijvoorbeeld naar Harry Bannink en Annie M.G. Schmidt in het nummer ‘Spreid je veren’.

De Mol en de Paradijsvogel is een veelzijdige en indrukwekkende musical, geschikt voor wie een musical met queer thematiek wil zien in het kader van Pride en ook voor wie een voorstelling over het leven van Albert Mol wil zien. Wie interesse heeft moet er snel bij zijn, want  in het kader van Pride staat de musical tot en met 6 augustus in het DeLaMar theater. Al zou het mooi zijn als deze musical met een iets langere speelperiode terug zou komen. Want of je nu queer bent of niet, iedereen worstelt wel eens met zichzelf en dit verhaal over identiteit is erg inspirerend.

Boeken / Non-fictie

Een kind of geen kind

recensie: Soms wil ik een kind / 28 Embryo's

Twee vrouwen ontdekken dat een kind krijgen bij hen niet vanzelf gaat. De een vraagt zich vervolgens af of ze dit wel echt wil, een kind op de wereld zetten, en ze start een onderzoek naar haar kinderwens. De ander doet er juist alles aan om de kinderwens te vervullen en duikt in de wereld van IVF, embryodonatie en adoptie.  

Jonge mensen zien het krijgen van een kind vaak als iets vanzelfsprekends. Als je je carrière op de rit hebt, een goede partner hebt gevonden én al die mooie reizen hebt gemaakt, dan komt er vanzelf een kind op je pad. Ook journalist Jantine Jongebloed stond er zo in. Maar na twee buitenbaarmoederlijke zwangerschappen, waarbij ze zelfs op het randje van de dood balanceert, vraagt ze zich ineens af: wil ik dit eigenlijk wel?  

In Soms wil ik een kind (2023) probeert ze deze plots opgekomen twijfel onder woorden te brengen. Ze meandert in haar boek van gedachtes over haar kinderwens, naar gesprekken met haar partner Maas en psychologische inzichten over keuzes maken. Ook duikt ze haar jeugd in om te onderzoeken wanneer haar kinderwens begon.  

Ze onderneemt van alles om grip te krijgen op de twijfel, in de hoop dat ze uiteindelijk rationeel de knoop kan doorhakken. Met behulp van een coach probeert ze zich voor te stellen hoe haar leven er met en zonder kind uitziet en ze correspondeert met andere schrijvers die een kind hebben gekregen. Want haar dilemma zit in een keuze voor autonomie, een vrij leven waarin ze ongestoord kan schrijven, en anderzijds een leven met een kind. Knap hoe ze dit eindeloze gepieker en het proberen te rationaliseren van een keuze die uiteindelijk een gevoelskwestie is, zo invoelbaar weet te maken. 

‘Misschien heb ik te veel tijd gekregen om mijn keuze te heroverwegen. Zoals soms, als je te lang wacht met eten, opeens je honger is verdwenen. Was die honger dan echt?’ 

Wie is dit kind?

Maaike van Langen, schrijver en theaterregisseur, neemt met haar boek 28 Embryo’s (2023) een andere afslag. Na een miskraam en vier jaar tevergeefs proberen opnieuw zwanger te worden, besluit ze op haar 40ste een IVF-traject in te gaan. Vanwege het lage slagingspercentage van 5 procent gaan zij en haar partner Ingo ook naar een voorbereidingscursus voor adoptie.   

Hier ontmoet ze drie andere stellen die net als zij begin veertig zijn en inmiddels wanhopig bezig zijn met hun kinderwens. Terwijl Van Langen zelf met de IVF begint, volgt ze haar nieuwe vriendinnen in hun prangende zoektocht naar een kind.  

In zeer levendige dialogen en scènes (hierin herken je de hand van de regisseur) beschrijft ze hoe ze met z’n vieren, zonder de mannen, naar Spanje afreizen. Hier is het mogelijk om een eicel te krijgen via anonieme eiceldonatie. Voor haar vriendinnen een laatste mogelijkheid – hun eigen eicellen zijn inmiddels te oud.  

Terwijl de vrouwen er alles aan doen om hun doel te verwezenlijken, laat Van Langen zien wat er ondertussen met de partners gebeurt. In beginsel steunen zij hun vrouw, maar het is slopend om zo lang in dit traject te zitten en ze gaan eraan onderdoor. Het zijn telkens de mannen die zich afvragen: hoe lang gaan we hiermee door? Wanneer accepteren we dat een kind niet voor ons is weggelegd? 

Het meest schrijnende verhaal is van het stel Nynke en Kenzo. Na twee mislukte zwangerschappen met een gedoneerde eicel vermoedt de arts dat het probleem bij het zaad van Kenzo ligt. Op aandringen van Nynke besluiten ze dan een embryo te maken met een gedoneerde eicel én gedoneerd zaad, beide anoniem. Weer een grens verlegd.  

De poging is succesvol. Nynke wordt zwanger en draagt de hele zwangerschap uit. Na een zware bevalling zien ze voor het eerst hun baby. Er was hen verzekerd dat de donoren qua uiterlijk op hen zouden lijken, maar de baby lijkt met zijn lichte huidskleur in niets op zijn Aziatische vader Kenzo. Hij probeert van de pasgeborene te houden als zijn eigen zoon, maar telkens dringt de pijnlijke vraag aan hem op: wie is dit kind? 

Hoe ver mag je gaan?

Van Langen stipt in haar boek ook de morele kant aan van de nieuwe vruchtbaarheidstechnieken. Maar waar Jongebloed voor haar boek de literatuur in duikt en experts raadpleegt, kiest Van Langen nadrukkelijk voor het persoonlijke verhaal. De bezwaren, zoals mogelijke uitbuiting van eiceldonoren en het recht van een kind om zijn afkomst te weten, worden benoemd en daarna helaas weggewuifd.  

Treffend is de scène waarin Van Langen in Spanje is en in haar eentje ronddwaalt. Ze loopt per ongeluk de verkeerde ingang van de vruchtbaarheidskliniek in. Spaanse vrouwen zitten in een gehavende wachtkamer, dit zijn duidelijk de donoren. Is dit wel oké, vraag ze zich heel even af, waarna ze zich omkeert en terugloopt naar haar vriendinnen, aan wie ze niks vertelt. ‘Je wil hier eigenlijk niet over nadenken’, concludeert ze voor zichzelf. 

De vraag die opvallend onbeantwoord blijft, de elephant in the room: hoever mag je gaan om je kinderwens te vervullen?  

Kunst / Expo binnenland

Overheerst door stereotypen

recensie: The Kabuler - Kunsthal Rotterdam

In de Kunsthal in Rotterdam is momenteel een kleine expositie te zien met werk van Magnum-fotografen Cristina de Middel (1975) en Lorenzo Meloni (1983). Zij reisden met hun camera’s rond in Afghanistan, kort nadat de Amerikanen er op 1 september 2021 vertrokken waren. De deur naar een ‘normaal’ leven stond nog op een kiertje, maar al gauw zouden de Taliban weer hun ware gezichten laten zien.

De foto’s en impressies van De Middel en Meloni dateren van januari 2022. In die maand konden ze nog betrekkelijk vrij rondreizen en indrukken verzamelen in Afghanistan. De Taliban –  flink vertegenwoordigd in hun expositie – oefenden toen nog geen ijzeren censuur en repressie uit, al waren de tekenen bepaald niet gunstig meer. Er waren nog vrouwen in hooggeplaatste functies, die ook geïnterviewd konden worden; er waren nog beauty salons en andere ‘vrijplaatsen’; er was nog een sprankje hoop op vrijheid. Wat De Middel en Meloni nog vast konden leggen, bundelden ze in een soort glossy: The Kabuler. Dit magazine vormt de basis voor de expositie in de Kunsthal, de geëxposeerde foto’s en spreads komen allemaal uit The Kabuler.

Meer dan clichés …

De thema’s die de fotografen kozen, zijn behoorlijk divers. Er staan bijvoorbeeld interessante portretten van mensen in, mooie landschapsfoto’s en een groot aantal beelden van het dagelijkse leven en bijzonderheden als Afghaanse recepten en mode. Als je wilt, kun je bij een tafeltje ook op je gemak een compleet exemplaar van The Kabuler doorbladeren.

Een toch wel cruciale bijdrage in het magazine betreft een overzicht ván en waarschuwing vóór clichés die vaak op Afghanistan worden geprojecteerd. Voortdurende oorlog, armoede, ongeletterdheid, terrorisme, vrouwenonderdrukking, papaverteelt … Hoewel zulke gemeenplaatsen zeker niet allemaal uit de lucht zijn gegrepen, doen ze volgens de fotografen te weinig recht aan de culturele rijkdommen en diversiteit die het land historisch ook te bieden heeft. Met The Kabuler willen zij het beeld van het land graag nuanceren.

… maar de stereotypen overheersen

De voor de hand liggende vraag is natuurlijk: in hoeverre slagen ze hierin? Het probleem is dat de uitgebreide aandacht voor de Taliban – voor strijders, machthebbers en hun wereldbeeld – veel andere thema’s toch in de schaduw zet. Wat zijn hun plannen? Hoe verhoudt je je daartoe? Ook als de Taliban niet het directe onderwerp zijn, vormen ze erg vaak het referentiepunt. En zelfs pogingen om hen eens van een heel andere kant te laten zien, ontkomen niet altijd aan stereotiepe uitkomsten. Neem de foto van twee strijders in een speeltuin die ze net hebben ontdekt. Ogenschijnlijk durven ze wel even te poseren als speelse mannen die een schommel uitproberen, maar echt ontspannen kijken ze allerminst. In hoeverre is deze foto geënsceneerd? Zien we hier twee volwassen kerels die eigenlijk nooit kind hebben kunnen zijn? Bevestigt dit niet juist het beeld dat we al van ze hadden?

Zoals bekend hebben de Taliban sindsdien hun verstikkende greep op het land al weer flink verstevigd. Fundamentalistische dogmatiek en machtsvertoon – een paar van de allerergste stereotypen – hebben Afghanistan voor veel mensen, en helemaal voor meisjes en vrouwen, weer haast onleefbaar gemaakt. Dan is The Kabuler inderdaad een kleine verademing, maar ook niet meer dan dat.

Muziek / Reportage
special: Memling en Dürer door Psallentes & The Royal Wind Music
1-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-4Tim Theo Deceuninck

Muzikale beeldende kunst

‘Elk voordeel heb zijn nadeel’ zei Johan Cruijff al. Dat geldt ook wanneer je als musicus tijdens een concert of op een cd beeldende kunst erbij betrekt; tijdens een concert kun je afbeeldingen tonen en wordt de aandacht verdeeld, bij het beluisteren van een cd is de aandacht primair op de muziek gericht en werken de afbeeldingen in het cd-boekje ondersteunend.

Laten we eerst de cd Gratia Plena (‘Vol genade’) onder de loep nemen. Een samenwerking tussen het Vlaamse vocale ensemble Psallentes & The Royal Wind Music, waarvan de leden hier allemaal op kopieën van renaissanceblokfluiten spelen.

De Annunciatie van Memling

9-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-40

© Tim Theo Deceuninck

Het uitgangspunt is het schilderij De Annunciatie (‘De Aankondiging’) van Hans Memling uit 1480-1489 (Metropolitan Museum of Art, New York). ‘We vertrekken’, schrijft Hendrik Vanden Abeele, artistiek leider van Psallentes in het begeleidende boekje, ‘vanuit de groet van Gabriel (…). De tous bien plaine’ (‘Vol van gratie’). In maar liefst vijf zettingen: vier instrumentale en een vocale van Jacob Obrecht. We luisteren naar de zang en het spel en onze blik gaat van Gabriël naar Maria. Van de engel (boodschapper), die gekleed is als een priester uit de tijd van Memling, naar Maria die bijna flauwvalt. Haar knieën knikken, met haar hand houdt ze het hart vast.

Prachtig is de kleuring door de lage blokfluiten van de melodie De tous bien plaine die Obrecht gebruikte als basis voor een Kyrie uit een van zijn missen. Vanuit de donkerte wordt geroepen om ontferming. Anders is de inkleuring van de gedachten van Maria (Dictes moy toutes vos pensées) die worden begeleid door blokfluiten in zowel de midden- als de lage(re) registers; die gedachten zullen – stellen we ons zo voor – zowel blij als donker zijn geweest: een Zoon van God, hoe speel ik dát klaar? En wat staat Hem te wachten? De keuze van de instrumenten is telkens raak.

Vervolgens vallen we in een hoofse, wereldlijke tekst die overigens sterk aan het Bijbelse Hooglied doet denken: Epithalamica van Pierre Abélard. Heel mooi gevonden en rijmend op enkele details binnen het schilderij, zoals de omgeving waarin Memling het verhaal van De Annunciatie plaatst: een slaapkamer uit zijn eigen tijd, badend in het warme licht van de zon dat door het raam links naar binnen valt.

Portret van Albrecht Dürer

7-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-31

© Tim Theo Deceuninck

Dan het avondconcert tijdens de Open Recorder Days Amsterdam (ORDA), het grootste blokfluitfestival van Europa. In een volle Bernard Haitinkzaal van het Conservatorium van Amsterdam speelde The Royal Wind Music het programma Portret van Albrecht Dürer. Een programma rond zes werken van Dürer (1471-1528) met muziek uit die tijd. Het programma was samengesteld en gearrangeerd door Maria Martínez Ayerza, die niet meespeelde maar in de zaal zat.

Sommige stukken klopten helemaal, zoals Mater patris et filia van Antoine Brumel bij de tekening van De Maagd en kind met een bloem op een grasbank (1503) of Playne de dueil et de melancholie van Josquin Desprez bij de beroemde gravure Melancolia I (1514). Maar bij andere blokjes muziek sloeg de twijfel toe. Bijvoorbeeld bij een mis van Joh. Ockeghem die tot slot werd gespeeld bij een afbeelding uit de Vier boeken over de menselijke verhoudingen (1528). Het valt technisch te begrijpen vanwege de overeenkomsten in het lijnenspel in zowel de muziek als de gravure, maar inhoudelijk minder. Dürer had zich immers toen al tot het protestantisme bekeerd, toch?

Tot slot iets over die projecties op een scherm voorin de zaal. Daarop waren de gekozen kunstwerken te zien, terwijl de musici de erbij gezochte muziek speelde. De uitwerking is denk ik in een grote zaal als de Bernard Haitinkzaal minder dan in bijvoorbeeld een kleine kerk waar je er bijna in kunt kruipen. Ze bleven nu letterlijk en figuurlijk te veel op afstand.

Dit zijn slechts enkele kanttekeningen bij een concert dat ademloos en muisstil werd gevolgd. Want één ding staat buiten kijf: spelen kunnen ze, die elf musici van The Royal Wind Music! Hier is de top aan het werk; in een woord: fenomenaal. In grote en kleine samenstellingen. En in die heerlijke toegift: een gerecycled Duits liedje, ‘Rompeltier’.

Film / Films

Gemengde gevoelens over Disney’s nieuwe live action film

recensie: The Little Mermaid
The Little Mermaid 3The Walt Disney Company

De langverwachte live action film The Little Mermaid neemt het publiek mee op een betoverende duik in de onderwaterwereld van Ariel. Met Halle Bailey in de hoofdrol, ontving de film na de eerste beelden veel negativiteit. Ze is namelijk niet de versie van de Ariel die we gewend zijn. De hashtag #NotMyAriel kreeg online veel momentum. Was Bailey de juiste persoon om de rol als dé iconische zeemeermin op zich te nemen?

Indrukwekkende prestaties van Bailey en McCarthy in The Little Mermaid

Het antwoord is ja! Als actrice weet Bailey indruk te maken door de perfecte mix te vinden tussen onschuld, nieuwsgierigheid en vastberadenheid in haar interpretatie van het geliefde nummer ‘Part of Your World’. De getekende zeemeermin is maar een kleine tuttebel in tegenstelling tot de Ariel van Bailey. Om nog even terug te komen op de #NotMyAriel: dit kwam vooral van de puristische fans van de tekenfilm. Die speelt zich af regio Caribische Zee. Dit is dan ook doorgetrokken in de casting.

Een andere grote troef van de film is Melissa McCarthy als Ursula. Opgetut om eruit te zien als de boosaardige jongere zus van Koning Triton (Javier Bardem), compleet met zwaar opgemaakte ogen en tentakels, is ze werkelijk verrukkelijk als de diepzeeschurk van de film. McCarthy weet de rol van Ursula perfect neer te zetten – haar komische timing is aanstekelijk, de angst voelbaar echt, en haar dramatische pauzes benadrukken Ursula’s flamboyante persoonlijkheid.

Flounder en Sebastian: van schattig naar horror

Toch zijn er ook enkele minpunten in de film die zorgen voor teleurstelling bij fans van het origineel. Flounder/Botje, het schattige maatje van Ariel, verliest in deze nieuwe versie zijn charme. In plaats van een levendig en schattig visje dat emotie en humor toevoegt aan de scènes, wordt hij gereduceerd tot een willekeurige aquariumvis waar gewoon een stem uit komt.

Dingen die schattig of grappig zijn wanneer ze worden gedaan door geanimeerde knuffeldieren, zijn niet langer schattig of grappig wanneer ze worden uitgevoerd door computer gegenereerde zeedieren zonder herkenbare gezichtsuitdrukkingen. Flounder die vlucht voor een haaienaanval of die af en toe met z’n kop boven water komt: dat is met CGI in deze film niet om aan te zien. Tenenkrommend zelfs.

Teleurstellende CGI

Ook ziet de onderwaterbeweging er vaak vlak en kunstmatig uit op een manier die afstandelijk is. Dit geldt vooral bij het proberen te creëren van de sensatie van het wapperende, lange, weelderige haar van de zeemeerminnen. Het productienummer ‘Under the Sea’ barst van de levendige kleuren, en de uitbundige choreografie van de zeewezens is een genot om naar te kijken. Maar het weet niet echt het gevoel van onder water te vertoeven te vangen.

Als het gaat om onderwaterwerelden, zodra je naar Pandora bent geweest, kun je nergens anders meer naartoe.

Live action versie heeft meer diepgang

Eric (Johah Hauer-King) voelt zich onrustig in zijn paleis en verlangt naar avontuur buiten zijn eilandnatie. Hij wordt beperkt door de regels van zijn moeder, wat een directe parallel vormt met Ariel’s verhaal. Ariel wil ontsnappen aan de controlerende regels van haar vader, zeker wat de liefde betreft. Hoewel de iconische uitspraak ‘Papa, ik hou van hem!’ niet voorkomt in deze versie, voelt Ariel zich begrepen door Eric en ziet ze in hem meer een zielsverwant dan alleen een geliefde.

Ariel en Eric hebben in deze film meer tijd om elkaar echt te leren kennen. Ze ontdekken dat ze beiden gepassioneerde nerds zijn als het gaat om hun interesses, en ze verlangen ernaar om hun passies te delen met iemand anders. Hoewel Ariel nog steeds niet kan praten als gevolg van Ursula’s betovering, neemt ze actief deel aan de interactie door Eric haar schatten uit de zee te laten zien en zijn kaarten enthousiast te bestuderen.

Deze herinterpretatie biedt een diepere en meer betekenisvolle ontwikkeling van hun relatie. Hun gedeelde verlangen naar vrijheid en begrip maakt hun band sterker en hun connectie geloofwaardiger. Deze versie van hun verhaal geeft de kijkers reden om te geloven in hun liefde en om hen aan te moedigen op hun reis naar een nieuw avontuur.

Theater / Voorstelling

Singspiel voor jong en oud

recensie: Mozarts Zauberflöte - the next generation

Het lijkt wel een Zauberflöte-jaar afgelopen en komend theaterseizoen. Het Singspiel is nu in de theaters te zien in een Nederlandstalige bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen, was in diverse bioscopen al te zien vanuit de MET in New York en is in december wederom te zien bij De Nationale Opera in Amsterdam. Eén werk – verschillende interpretaties.

In deze recensie valt het spotlight op de Nederlandstalige voorstelling van Opera2Day en de Theateralliantie, maar eerst iets over het Singspiel zelf.

Het Singspiel

Over het algemeen wordt Die Zauberflöte beschouwd als een vrijmetselaarsopera, hoewel er ook elementen uit de gnostiek (naar het Griekse woord voor kennis) en het humanisme vallen te bespeuren. Om over de invloed van de ideeën uit de Franse revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) nog maar te zwijgen. Mozart was, net als zijn librettist Schikaneder, vrijmetselaar en gooide alle elementen in een smeltkroes. Zo zijn er de drie deuren (rede, natuur en Moeder wijsheid) waarvan de zuilen doen denken aan een vrijmetselaarsloge. De deuren worden geschraagd door zuilen met kapitelen die het mannelijke en vrouwelijke vertegenwoordigen. Eén van de tegenstellingen die het hele Singspiel doorwerken, net als dag en nacht, goed en kwaad. Bijvoorbeeld in de personages Sarastro (zon) en de Koningin van de Nacht (maan). Of Mozart nu echt zo vrouwonvriendelijk was zoals vaak wordt gemeend, valt te betwijfelen. Vergeet bijvoorbeeld het duet ‘Mann und Weib und Weib und Mann reichen an die Gottheit an’ van Papageno en Pamina niet! Wat niet wegneemt dat er in het Singspiel wel degelijk seksistische en racistische (Monostatos!) elementen zitten.

In ieder geval genoeg elementen voor een regisseur om zich op uit te leven en eigen accenten aan te brengen. Zeker voor bewerkers die nog een stap verder gaan dan dat.

De bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen

Het opmerkelijke aan de bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen is dat er aan de ene kant een kaasschaaf over het origineel wordt gehaald en aan de andere kant juist nieuwe, geactualiseerde accenten worden aangebracht.

De kaasschaaf wordt al vanaf de ouverture gehanteerd. Hier zit geen symfonieorkest in de orkestbak, maar een orkest in een uitgedunde bezetting. Dit tot een ensemble gereduceerde orkest is overigens het gerenommeerde LUDWIG, een in 2012 opgericht collectief dat kan krimpen en uitzetten van klein ensemble tot groot orkest. Het staat hier onder leiding van Hernán Schvartzman, die af en toe fraaie accenten legt. Bijvoorbeeld wanneer tovenaar Sarastro zingt (niemand minder dan Huub Claessens). Dan wordt de sonore klank van de fagot uitgelicht, wat zeer raak is, als symbool voor het duistere in de rol van Sarastro. De kaasschaaf is duidelijk ook gehaald over de racistische elementen in het origineel, maar weer minder over de vrouwonvriendelijke. Op deze manier blijft de tweeslachtigheid in het origineel van het libretto zitten, maar dan op een ander niveau. Zo zijn bijvoorbeeld de drie dames die de Koningin van de Nacht vergezellen in de versie van Boermans en Van Deursen vervangen door drie amazones met volle borsten.

Foto: Joris van Bennekom

Extra aangezet is de spraak van de vogelvanger (Jasper van Hofwegen): onvervalst plat Amsterdams. Monostatos (Mike Reus) gebruikt weer slang. De drie knaapjes in het origineel zijn in deze productie drie padvinders met een klappertjespistool. Humor is de opvoering dan ook niet vreemd, evenals een vertaling naar het hier-en-nu. Zo is de vogelvanger op jacht naar ganzen uit derdewereldlanden die zich ophouden in het kroondomein van de Koningin van de Nacht. Geactualiseerde én dystopische accenten, die ook naar voren komen op het moment dat er sprake is van het Vierde Rijk. Accenten die sommige bezoekers misschien, net als sommige grofheden in de tekst, kunnen afschrikken. Dit neemt niet weg dat er ook aandoenlijke elementen te zien zijn. Zo verandert Papagena (Dominique Woerdings) van een vrouw achter een met plastic zakken volgeladen winkelwagentje opeens in een knappe jongedame.

Bijzonder fraai is de projectie van Arjen Klerkx, die de natuur in al haar pracht en kwetsbaarheid toont. De beelden van smeltende gletsjers en opborrelende lava (water en vuur uit het origineel) blijven onrustbarend, al bloeit er wel degelijk nieuw leven uit op. Nieuw, jong leven én liefde – dat is wat ook in de bewerking van Boermans en Van Deursen ondanks alle donkere accenten blijft. Een hoopvol gegeven. Al hoeft dat nu ook weer niet persé te betekenen dat alles wat oud is als afgedaan moet worden beschouwd.

Uiteindelijk kan iedereen in deze productie iets van zijn/haar gading vinden. Liefhebbers van opera, toneelspel, thrillers enzovoort. Jong én oud.