Film / Films

Amateurfotograaf verovert harten van bioscoopbezoeker

recensie: Walking Distance

De wandeling van zijn vertrouwde huiskamer naar het centrum van het Mexicaanse stadje is voor Fede een helse tocht. De vrijgezel weegt meer dan 200 kilo en het ontbreekt hem aan goed schoeisel. Tien jaar na het overlijden van zijn moeder, woont hij alleen, doet wat thuiswerk en krijgt alleen bezoek van een bemoeizuchtige zus en haar man. Bij toeval vindt Fede een niet ontwikkeld filmrolletje en besluit hij naar de fotozaak te lopen. Na meer dan een uur puffen, zuchten en telkens een kleine stap opent hij de deur van de winkel.

Walking Distance is het speelfilmdebuut van Alejandro Guzman Alvarez. De Mexicaanse regisseur maakte vooral nieuwsprogramma’s voor televisie. Distarcias Cortas (Walking Distance) verscheen in 2015 en heeft sinds dat jaar een prachtige verzameling prijzen op diverse filmfestivals binnengehaald. De opening van de film is al memorabel en confronterend. De brede rug van Fede is frontaal in beeld. Voor het aandoen van zijn shirt neemt hij de tijd. Na meer dan een minuut trekt hij met veel moeite het kledingstuk over zijn hoofd. De toon voor Walking Distance is gezet. Lange shots, geen close-ups en alles in een tempo dat de aan obesitas leidende Fede kan bijhouden. Het leven is geen lolletje voor de man die bij elke stap en beweging meer dan 200 kilo moet meetorsen.

Ontroerende anekdote

Regisseur Alvarez was voor het verhaal van Walking Distance op zoek naar een acteur die hoofdpersoon Fede zou kunnen spelen. Via via kwam hij Luca Ortega op het spoor. Ortega drumt niet alleen in San Pascualito Rey, hij schrijft ook nummers voor de in Mexico beroemde groep. Alvarez: “We set up a meeting and Ortega agreed to be part on the  condition that he also be the composer for the movie. I had to do a test first. (-) He did it perfectly and very naturally. It was fantastic from the first take. But we did another take and he did it even better.”
Het is een bijna ontroerende anekdote. De bezoeker in de bioscoopstoel wil na de eerste beelden Fede helpen, de dikke wandelaar de stoep op en af helpen, over de drempel van de winkel duwen en gunt de eenzame man het plezier van de fotografie.

Fotorolletje 

In de fotozaak ontmoet hij Paulo, de zoon van de eigenaar. Paulo is vooral geïnteresseerd in strips en klanten onderbreken zijn leesplezier. Hij maakt een uitzondering voor Fede, omdat Fede met een bijna antiek rolletje de winkel binnen schuifelt. Paulo heeft plezier in de dikzak en verkoopt hem een digitale camera. Fede maakt foto’s van zijn huiselijke omgeving. Zijn zwager en winkelbediende Paulo volgen de nieuwe interesse op de voet en zorgen ervoor dat de leefwereld van de amateurfotograaf groter wordt. Walking Distance is het sterke debuut van regisseur Alejandro Guzman Alvarez. De keuze voor Luca Ortega is gewaagd en pakt bijzonder goed uit. De steun voor fotograaf Fede krijgt hij in eerste instantie alleen van zijn zwager Ramon en zijn vriend Paulo. Maar, na elke voorstelling zal het ledental van zijn fanclub groeien. Walking Distance is een film met een eenvoudig verhaal en bijzondere hoofdpersonen. Alvarez heeft dat met veel affectie, talent en vakmanschap gefilmd.

Film / Films

Overal nazi’s

recensie: DVD/VOD Der Staat gegen Fritz Bauer

Hij was jood, homo en communist. En dat in de jaren vijftig in het naoorlogse West-Duitsland waar ze het liefst het nazi-verleden zouden vergeten. Het merendeel van de Duitsers wilde zo snel mogelijk vooruit met hun Wirtschaftswunder. Waarom nog omkijken naar dat zwarte verleden?

Fritz Bauer was in 1957 procureur-generaal, belast met de opsporing van nazi-kopstukken. Het was een tijd dat voormalige SS-officieren nog gewoon functioneerden. Ze zaten in de regering, ze werkten op belangrijke posities in bedrijven, bezetten sleutelposities in het rechtssysteem en stonden in het telefoonboek.

Verdwenen dossiers

Geen wonder dat Fritz Bauer, met zijn achtergrond en verleden, nauwelijks voortgang maakte. De geheime dienst volgde elke stap die hij zette en had zelfs een dossier met compromitterende feiten. Uit zijn kantoor verdwenen belangrijke dossiers.
Der Staat gegen Fritz Bauer laat zien hoe het Bauer ondanks alle tegenwerking toch lukte om in Argentinië Adolf Eichmann, de architect achter de jodenvervolging, op te laten pakken. Daarvoor moest hij wel samenwerken met de Israëlische geheime dienst Mossad, een gevaarlijke daad waarvoor hij aangeklaagd zou kunnen worden voor landverraad.

Fenomenale hoofdrol

Schrijver-regisseur Lars Kraume maakt van dit waargebeurde verhaal een ouderwets spionagedrama dat fraai is vormgegeven. Af en toe denk je te kijken naar een Duitse variant van Mad Men. Wat Der Staat gegen Fritz Bauer boven het spionagegenre uit tilt is de historische beladenheid – veel nazi’s hadden na de Tweede Wereldoorlog nog behoorlijk wat macht – en de fenomenale hoofdrol van Burghart Klaußner, die van Bauer een sympathieke mopperkont maakt die zich door niets en niemand liet stoppen.

Kunst / Expo binnenland

verwachtingsvolle kunst

recensie: Paul de Reus – beelden & tekeningen

In Utrecht staat een aantal kerken als satellieten rond de Dom, zoals om de stad heen in enkele kleine plaatsen mooie, maar relatief onbekende musea zijn te vinden. Zoals het Stadmuseum Woerden en het Stedelijk Museum Vianen. In het laatste museum valt praktisch nog de hele maand januari een verrassende expositie te zien met beelden en tekeningen van Paul de Reus.

In het werk van De Reus (geb. 1963) vallen verschillende lagen te ontdekken. Bij héél oppervlakkig kijken, doet het in eerste instantie misschien denken aan de beelden van Maurizio Cattelan. Maar het mist – om maar iets te noemen – diens satirische inslag; daar komt wat anders voor in de plaats. Dan ziet de bezoeker dingen die je zowel zorgelijk als optimistisch kunt opvatten, als twee kanten van dezelfde medaille.

4445-verwachtingsvolle-kunstZorgelijk en optimistisch

Houdt de persoon op de tekening Glas (2011), of het beeld met hetzelfde tafereel, Man met glas (2015) dat glas nu als een plastic zakje bij hyperventilatie over zijn hele gezicht, of fungeert het als een soort verrekijker om de wereld anders te kunnen zien?
Is die kop van het beeld Rode kat (2013) nu zo verdraaid omdat de poes is gewurgd, of omdat hij zo (ook) een andere kijk op de werkelijkheid heeft?
Schudt de man op de tekening Herfst (2016) nu aan die boom, waar de bladeren vanaf vallen, of houdt hij zich er – zoals de titel al suggereert – aan vast om zich in de storm staande te houden? Waarbij je die storm natuurlijk overdrachtelijk kunt opvatten.

4445-verwachtingsvolle-kunstThema’s

Sommige thema’s komen, net als het hiervoor genoemde glas en de kat, terug. Schaapjes bijvoorbeeld. Op de tekening Schaap (2015) doen ze onschuldig aan, en roepen reminiscenties op aan het schaapjes tellen voor het slapen gaan. Op Land met wolken (2008) staan ze ook, de schaapjes, maar de lucht is niet wolkeloos, niet zonder dreiging.
Op het beeld Schaduwkat (2016) klimt een zwarte kater tegen een ladder op, richting een wit vlak dat in de zwarte muur is uitgespaard. Zwart-witte delen liggen op de grond. Zijn het scherven die geluk brengen, of is er iets kapot gegaan dat wij als mensen weer heel moeten zien te maken?
In een ander, bekend werk van De Reus, de 2,75 meter hoge Kosmonaut (2015) draagt de kosmonaut de aarde in een visnet op z’n rug mee de ruimte in. De ruimte in, om opnieuw te kunnen beginnen, weg van de vervuilde aarde, of als een Atlas die de wereldbol (toch nog) als ballast meeneemt?

kosmonaut-grootSymboliek

De laag die beklijft, is dat er hoop is. Dat geven de beelden zelf aan. Op de tekening Handreiking (2016) krijgt de man achter zich een losse hand aangereikt. Wie goed kijkt, ziet achter het gordijn ook nog een klein handje. De invulling hiervan (de hand van God, en/of samen met die van de mens) mag de kijker er zelf aan geven.
Op de tekening Schelp (2010) staat naast de menselijke oorschelp nog een schelp afgebeeld. Niet als een spiegelbeeld of verdubbeling, maar als een oproep om goed te luisteren. Naar de noden van de natuur bijvoorbeeld.
De man in het beeld Man met fruit (2015) leunt met zijn hoofd tegen een giga-grote appel, die doet denken aan het Bijbelverhaal waarin Adam werd verleid met een ‘verboden vrucht’, traditioneel een appel. Maar, zie daar: achter hem ligt een al even grote peer op de grond, het symbool van goedheid, zinnelijkheid en seksualiteit. Een laag die de bezoeker van de tentoonstelling ook aantreft in de tekening Thuiskomst (2015).

Inspiratie

Een ander symbool dat De Reus gebruikt, is dat van de zeepbel. Tussen het hoofd van een man en een vrouw in het beeldengroepje Gezin met zeepbel (2013) zit als een trait-d’union een zeepbel geklemd. Ook hier zou je er het symbool in kunnen zien dat er vanouds aan wordt gegeven: het vanitassymbool van vergankelijkheid. Maar dan valt het oog op het jongetje voor de man en de vrouw; hij blaast een zeepbel naar ze toe. En dan valt de bezoeker al dan niet te binnen dat de Duitse filosoof Peter Sloterdijk diezelfde zeepbel positief beoordeelt. Namelijk als een kinderlijk spel en het vermogen om te inspireren (de bel ontstaat dank zij de adem). En ook om als kijker geïnspireerd te worden.

Dat laatste is in deze verrassende tentoonstelling op de begane grond en eerste verdieping in het Stedelijk Museum Vianen zeker het geval. Grijp deze kans om deze verwachtingsvolle kunst, beelden en tekeningen, te bekijken! Kunst die uiting is van bezorgdheid om de wereld, én van een Toekomstige droom (tekening, 2016) waarin de mensheid is als een soort Siamese tweeling. De mens als een tweezaam wezen, lijkt de kunstenaar te willen zeggen. De bezoeker van deze expositie mag het hem nazeggen.

Boeken / Fictie

Met aandacht en verwondering

recensie: Karl Ove Knausgård - De vier seizoenen: Herfst en Winter

Met de eerste twee delen van een heel ander literair genre dan zijn romancyclus Mijn strijd richt Karl Ove Knausgård zich in brieven en vignetten tot zijn ongeboren dochter. De toon is afwisselend weemoedig en geestig en wordt nergens sentimenteel. De essayist Knausgård laat zich hier van zijn beste kant zien.

Wanneer je na een akelige jeugd getrouwd bent met een vrouw die psychiatrisch ziek is, met wie je inmiddels drie kinderen hebt, waardoor je soms niet meer weet hoe je het dagelijks leven aan elkaar krijgt – wat doe je dan? Precies, je maakt er nog een vierde kindje bij, het oude adagium indachtig dat liefde alles overwint. Of wellicht vanuit de logica dat als drie kinderen grootbrengen moeilijk is, vier kinderen vast en zeker een lastenverlichting betekent. Of het echtpaar dacht misschien aan het advies van de wijze rabbi. Die raadde de klein behuisde, overspannen vader van een groot gezin aan een geit aan te schaffen.

Niets is mooier dan de werkelijkheid

Karl Ove, hoofdpersoon uit de zesdelige romanserie Mijn Strijd en zijn bipolaire Linda wonen inmiddels op het Zweedse platteland. Er is een vierde kind op komst en aan dat minuscule wezentje schrijft hij brieven en korte impressies. Wie hem uit zijn levensverhaal en uit de vele interviews kent, weet dat Knausgård nou niet bepaald een vrolijke man is. Met zo’n nare vader kan dat ook haast niet anders. Maar Karl Ove bezit een scherp en gevoelig observatievermogen. Daarnaast heeft hij een groot verlangen om de wereld zoals die is te doorgronden, een onmogelijk verlangen natuurlijk, dat hem desondanks nieuwsgierig en vitaal houdt. En juist die vitaliteit te midden van de werkelijkheid wenst hij zijn nieuwe dochter toe.

Het bloed dat door de aderen stroomt, het gras dat op de aarde groeit, de bomen, o de bomen die wuiven in de wind (…) Ik wil je de wereld laten zien, zoals ze is, rondom ons, de hele tijd. Alleen door dat te doen, krijg ik er zelf oog voor.

Meer dan een mijmerboek

Met deze poëtische verzuchting begint Knausgård een vierdelige serie, de seizoenen zoals hij ze wil tonen, aan al zijn kinderen natuurlijk. ‘Herfst’ en ‘Winter’ zijn inmiddels hier verschenen en bieden, behalve seizoensgebonden observaties en overpeinzingen, reeksen beschrijvingen van – eigenlijk van alles. Het is veel meer geworden dan een mijmerboek voor de ouder wordende medemens. Knausgård weet in simpele taal en zonder clichés zijn gedachten en gevoelens over te brengen, van een beschouwing over kauwgom tot het relaas van een maandenlang verblijf op een bijna onbewoond eiland.

Niet alles is even boeiend. Dat een stoel vier poten en een zitvlak heeft en in tegenstelling tot een sofa maar één persoon kan dragen wisten we al. Gedachten over individualisme versus gezamenlijkheid komen dan wat geforceerd over in dit verband. Maar hij maakt het ruimschoots goed met prachtige zinnen over de witte eentonigheid van sneeuw:

Wie is opgegroeid met sneeuw in de winter kent die toon, die zelfs midden in de zomer kan klinken als je in een zonovergoten tuin staat en je, opeens vervuld van een onbegrijpelijk verlangen, een leeg bos voor je ziet waar in de schemering de wind sluiers van sneeuwvlokken tussen de roerloze, donkere bomen door blaast.

 Dochter Anne zal in de loop van de winter geboren worden. Karl Ove heeft het volste vertrouwen dat het allemaal goed zal gaan. Zijn fans zijn benieuwd naar het vervolg op de wederwaardigheden in Glemmingebro, het gehucht waar ook ‘Voorjaar’ en ‘Zomer’ geschreven zijn. In het schrijfhuisje achter in de tuin.

Caroline de Gruyter - Het vervloekte paradijs - uitgelichte afbeelding van een Europese vlag
Boeken / Non-fictie

Europa is een bootje op de rivier

recensie: Caroline de Gruyter - Het vervloekte paradijs
Caroline de Gruyter - Het vervloekte paradijs - uitgelichte afbeelding van een Europese vlag

Het is makkelijk verdwalen in Europa. Elke week treedt Caroline de Gruyter in NRC Handelsblad op als gids door dat bos. Niet-abonnees kunnen nu ook van haar inzichten proeven.

Op 9 november 2016 stuurde de Europese Commissie een communiqué de wereld in over het overleg met landen als Turkije, Servië en Montenegro over hun toetreding tot de Europese Unie. Deze gesprekken lopen al jaren, wat dat betreft was het bericht van de Commissie niet opvallend. Wel opvallend was het gebrek aan aandacht in de Nederlandse media voor het communiqué. Hun aandacht lag elders, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, waar Donald Trump net verkozen was tot president van de Verenigde Staten. Aan één journalist zal dit bericht echter niet ontsnapt zijn, en dat is NRC­-columniste Caroline de Gruyter.

Eerlijkheid

Tussen 1994 en 1999 was De Gruyter correspondent Midden-Oosten voor onder andere NRC Handelsblad. Daarna verhuisde zij naar Europa: van 1999 tot 2004 woonde ze in Brussel, van 2004 tot 2008 in Genève, daarna weer in Brussel en sinds 2013 in Wenen. Vorig jaar publiceerde ze Zwitserlevens, een enigszins teleurstellend boek over de onvrede die veel Zwitsers voelen en proberen vorm te geven in hun directe democratie. Het onlangs verschenen Het vervloekte paradijs bevat een selectie van De Gruyters columns van de zaterdageditie van het NRC Handelsblad. Verplicht leesvoer voor iedereen die zich voor de Europese Unie en Europese samenwerking interesseert.

De Gruyters stelling is simpel: het ontbreekt veel politici aan moed om eerlijk te zijn over wat Europese samenwerking inhoudt. Ze opent Het vervloekte paradijs met een beeld van een van de grondleggers van de euro: ‘Europa’ is een bootje dat midden op een rivier dobbert wanneer er een grote storm opsteekt. Aan boord breekt paniek uit: de een wil terug, de ander wil doorvaren. Het gevolg is dat er niets gebeurt. De Gruyter hoorde dit verhaal in 2009 – zeven jaar later lijkt er weinig te zijn veranderd.

Nuchtere inzichten

Toegegeven, de besluitvorming in Europa is ingewikkeld. Er is de Commissie, die voorstellen doet; het Europees Parlement dat zich in discussies mengt; en de Europese Raad, waarin regeringsleiders samenkomen. In het overleg tussen die drie organen wil er nog weleens een voorstel sneuvelen of afgezwakt worden. Bovendien dringt zich continu de vraag op wat nu precies het ‘Europese’ belang is: is dat het gemiddelde van alle nationale belangen en visies, of staat het daarboven?

Deze discussie, die van zichzelf al ongelooflijk complex is, wordt nog eens bemoeilijkt door regeringsleiders die telkens beschuldigend naar ‘Brussel’ wijzen, zonder toe te geven dat zij aan de tafel zaten waar de besluiten werden genomen. Keer op keer komt De Gruyter hierop terug:

Zo werkt Europa. Regeringen maken er een potje van en zeggen daarna dat Europese instellingen te duur, te groot en te machtig zijn.

Ze ijvert in plaats daarvan voor een nuchter, realistisch perspectief op de Europese Unie: zo schrijft ze in april 2014 dat Groot-Brittannië ‘langzaam de Europese Unie uit[drijft]’. En later merkt ze bijvoorbeeld op dat ‘de Duitse politiek via Europa [loopt] en de Europese politiek via Duitsland’. Telkens weer scheidt De Gruyter feiten van fictie, wil van werkelijkheid, en maakt Europa zo inzichtelijk.

Helder kader

Het fijne aan Het vervloekte paradijs is dat De Gruyter erkent dat het paradijs Europa niet een gesloten ruimte is. In een van de eerste in deze bundel opgenomen columns stelt ze dat wetten nooit de plaats van sociale conventies en morele regels kunnen innemen. ‘Wat vroeger impliciet was (en enigszins flexibel), wordt nu juridisch geijkt’, schrijft ze in mei 2015. ‘[D]e cohesie in onze geëconomiseerde samenleving herstellen wordt komende jaren misschien wel even belangrijk als de euro redden.’ Laat dat ‘misschien’ maar weg: zijn alle crises die deze dagen over Europa rollen niet in meer of mindere mate hierop terug te voeren?

Europa staat voor vele uitdagingen, van toenemende druk op de buitengrenzen tot een morele crisis in het hart. Daar antwoorden op vinden vergt lef en heldere communicatie van politici en oprechte en eerlijke aandacht van journalisten. Caroline de Gruyter laat elke week weer zien dat ze het doen en laten van Europa en zijn politici volgt en in een helder kader kan plaatsen. Laten we hopen dat ze nog lang aan NRC Handelsblad verbonden zal blijven.

Film / Films

Bovengemiddelde Deense thriller

recensie: De noodkreet in de fles (Flaskepost fra P)

De thrillerfabrieken in Zweden, Noorwegen en Denemarken draaien sinds enkele jaren overuren. Na de goed scorende tv-series The bridge, The killing en Wallander en de succesvolle verfilmingen van de Millennium-boeken is nordic noir, zoals het genre inmiddels internationaal heet, niet aan te slepen.

Hoewel ook de Britten en de Amerikanen inmiddels nordic noir-achtige thrillers en series zijn gaan produceren, blijven vooral de Denen hoogwaardige spanning afleveren. Het nieuwste paradepaardje van de noorderburen is de filmreeks rond de Serie Q-romans van Jussi Adler Olsen, die met De noodkreet in de fles nu toe is aan de derde boekverfilming.

Kelder

Heel vernieuwend is het niet wat de Serie Q-films brengen, maar de goed uitgewerkte karakters, het betere acteerwerk en de hoge production value – de films doen visueel niet onder voor de veel duurdere Hollywood-producties – maken van De noodkreet in de fles een bovengemiddelde thriller.

Hoofdpersoon in de steeds wisselende moordzaken is Carl Mørck, een norse rechercheur die een klein cold case-team leidt. Hij is weggepromoveerd naar een kelder waar hij samen met een Syrische assistent Assad – niet de president – de afdeling Q vormt.

Grimmige sfeer

De noodkreet in de fles begint met de vondst van het ding uit de titel, waarna Mørck en Assad met vele hindernissen een oud misbruikdrama in een strenge geloofsgemeenschap blootleggen. Terwijl een oud slachtoffer aan de hand van geluidsopnames de locatie probeert te achterhalen waar de kinderen worden opgesloten, tikt de klok onverbiddelijk door voor twee onlangs ontvoerde jonge Jehovah’s getuigen.

Soms is niet helemaal duidelijk of we ons nou in het heden of verleden bevinden. Maar de grimmige sfeer en de verbetenheid van Mørck, die worstelt met zijn eigen demonen, houden de spanning erin. De ontknoping is dan weer wat teleurstellend met een schurk die niet in één keer is uit te schakelen. Dat is een verbeterpuntje voor de volgende verfilming. Want na dit deel krijgen we er nog drie, en dat is geen straf.

Theater / Voorstelling

Vrolijke voorstelling over alledaags leed

recensie: Pepijn Schoneveld - Morgen klaart het op

De nieuwe show van Pepijn Schoneveld Morgen klaart het op is een vrolijke en optimistische voorstelling over alledaags leed. Schoneveld is gevat, speelt met groot enthousiasme en is ijzersterk in de interactie met het publiek.

Pepijn Schoneveld kun je mogelijkerwijs al kennen van de fantastische web-serie Praten met Pepijn, opgenomen tijdens eerdere edities van het Nederlands Film Festival. Hierin had Schoneveld gesprekken met vertegenwoordigers van het Nederlands acteursgilde; gesprekken die steevast uitliepen op irritatie, ongemak en boze BN’ers. Schoneveld blonk in deze interviews uit als pedante narcist die zijn ondervraagden vrijwel altijd in ijdeltuiterij overtrof en hen daarmee het bloed onder de nagels vandaan wist te halen (ga vooral de aflevering met Gijs Scholten van Aschat terugzien op Youtube).

232176-pepijn-schoneveld-2-c-gijs-de-lange-eb3d3b-original-1481652953Vriendelijke neuroot

In zijn nieuwe show Morgen klaart het op is Pepijn Schoneveld aanzienlijk innemender. De sociaal onhandige ijdeltuit uit Praten met Pepijn is getransformeerd in een vriendelijke neuroot. ‘Wie heeft er wel eens gevoelens?’ vraagt hij de zaal. Schoneveld is ook bekend met gevoelens en dan met name met paniekaanvallen als gevolg van allerlei irrationele dwanggedachtes. Het levert vrolijke scènes op: van doktersbezoekjes om gevreesde homoseksualiteit tot blinde jaloezie om vriendinlief die staat te praten met haar ex. Toegegeven, niet alle grappen blinken uit in originaliteit – geil worden van kwik, kwek en kwak, een lelijke vriendin als punchline – maar ze blijven overeind door het enthousiaste spel van Schoneveld. Het sterkst is Schoneveld in zijn interactie met het publiek. Zonder echt venijnig te worden, gaat hij een vrolijke confrontatie met de eerste rij aan: gevat en met evenzoveel zelfspot.

232421-13-pepijn-schoneveld-foto-casper-koster-online-720ee8-original-1481891721Verplichte nummers

Minder sterk zijn de liedjes waarmee Schoneveld zijn voorstelling afwisselt. Ze voelen een tikje verplicht aan – het is immers cabaret. De nummers ademen een Frank Sinatra-achtige sfeer, maar zijn wel erg cheesy en vallen daarmee enigszins uit de toon met de rest van de voorstelling.

Morgen klaart het op raakt zelden de actualiteit maar gaat wel echt over deze tijd: de druk om te presteren, er goed uit willen zien en algehele collectieve navelstaarderij.  Schoneveld behandelt deze onderwerpen niet als moralist maar als relativist, wat je aan het einde van de show het prettige gevoel geeft dat het met de wereld zo slecht nog niet gaat.

A Street Cat Named Bob
Film / Films

Afkicken met kater Bob

recensie: A Street Cat Named Bob
A Street Cat Named Bob

Straatmuzikant James Bowen heeft geen huis, geen werk en als avondmaaltijd een weggegooide boterham uit een vuilnisbak. Het regent pijpenstelen en Bowen heeft geen plek om de nacht door te brengen. Een  bevriende verslaafde biedt hem een stoel in een opengelaten auto. ’s Morgens tikt een agente op het autoraam en wordt een droge nachtrust ruw verstoord.

Bowen is door zijn vader verstoten en heeft alleen kennissen die op straat leven. Maatschappelijk werkster Val blijft in hem geloven. Ze regelt een huis, een plek in het methadonprogramma en maakt duidelijke afspraken. Zo vlak voor Kerstmis lijkt het de goede kant op te gaan. Een van de eerste dagen in zijn nieuwe huis wandelt er een kat door het keukenraam naar binnen. Het dier is licht gewond en Bowen gaat naar een dierenarts in de buurt. Hij wordt verwezen door een vriendelijke buurvrouw. Niet alleen betaalt hij de kosten voor de medicatie, hij neemt het dier de eerste paar dagen in huis om te verzorgen. De egoïstische ex-junk mag niet meer in de eerste en de tweede plaats aan zichzelf denken, maar heeft de zorg voor de kat.

Covent Garden

Het verhaal van de straatmuzikant Bowen en de kat Bob is waargebeurd. James Bowen schreef met A Street Cat Named Bob een bestseller. Ook zijn tweede boek The World According To Bob was een groot succes. De rode kater ging zelfs mee naar signeersessies. Bowen speelt nog steeds zijn zelf geschreven nummers rond Covent Garden in Londen en Bob vergezelt hem nog iedere dag.

In de film raakt James Bowen bij een gevecht op straat zijn huisdier kwijt en dreigt hij af te glijden naar hernieuwd drugsgebruik, maar kan het aanbod van de lokale dealer weerstaan. Hij overwint alle ellende en Bob komt door het keukenraam weer binnengelopen. Zelfs met de familie lijkt alles in het reine te komen. Een uitgeefster ziet foto’s op de sociale media langskomen van een straatmuzikant en een rode kat en besluit contact op te nemen. Veel zo niet alles keert ten goede in deze feelgood-film met af en toe een onverwacht kartelrandje.

Aanstoot

A Street Cat Named Bob van regisseur Roger Spottiswoode is een film voor het hele gezin. Mogelijk zullen ouders hun kinderen willen behoeden voor de scènes waarin James afkickt, maar ook in het echte leven is Kerstmis niet altijd een feest met sneeuw en een nuchtere kerstman. Na de verkoop van de twee boeken in meer dan vijfentwintig talen is er nu de film. Het verhaal op het witte doek is soms een tikje voorspelbaar en de gesprekken tussen James en Bob af en toe wat kinderlijk. Het is een kniesoor die daar aanstoot aanneemt. A Street Cat Named Bob is een leuke film over vriendschap en de liefde voor een huisdier. Daarbij krijgen thema’s als verslaving, armoede en maatschappelijke hulpverlening een terechte plaats.

Theater / Voorstelling

Feministische De Meiden: monsterlijke vrouw wordt gespeeld door man

recensie: Toneelgroep Amsterdam - De Meiden

Deze versie van De Meiden van de Franse toneelschrijver Jean Genet wordt geregisseerd door de Britse feministische regisseur Katie Mitchell. Haar manier van regisseren is rigoureus te noemen: de acteurs voeren handelingen uit volgens een minutieus concept, waar niet van afgeweken mag worden. Er is geen enkele vrijheid. Dat klinkt misschien niet aantrekkelijk, maar het levert een groot deel van de voorstelling zeer boeiend acteren op, al stelt het einde teleur.

De Meiden gaat over twee dienstmeisjes die geterroriseerd worden door een helse werkgeefster, Mevrouw. In de bewerking van Mitchell zijn de twee Pools. Ze heten weliswaar Claire en Solange, maar het lijkt erop dat Mevrouw hen, uit desinteresse of gemakzucht, die namen heeft gegeven.

Meeslepend

Het begin van De Meiden is overweldigend mooi. Chris Nietvelt en Marieke Heebink laten puur door middel van fysieke activiteiten zien wat er in hen omgaat. Alles is urgent, deze vrouwen zijn aan het eind van hun Latijn. Het raakt; als publiek ga je mee in hun angst en paniek tijdens het voorbereiden van de moord op hun afgrijslijke werkgeefster.

Als die dan eindelijk thuiskomt slaan alle stoppen door. Ze is doodeng. Mitchell heeft ervoor gekozen om Mevrouw door een man te laten spelen, Thomas Cammaert. Als hij/zij binnenkomt, gigantisch groot in vergelijking met de twee vrouwen en zeer aantrekkelijk gekleed en opgemaakt, waan je je in de film Dressed to Kill van Brian de Palma. Maar hoe indrukwekkend ook, Cammaert is eigenlijk te aardig. Het is duidelijk dat zijn personage een monster is dat afwisselend doodsklappen en strelingen uitdeelt, totaal onvoorspelbaar en daardoor zeer gevaarlijk. Maar misschien is hij te jong, misschien is het zijn stem, misschien had hij zijn avond niet, hoe dan ook, de angst voor hem beklijft niet.

Een man als vrouw

Mitchell geeft als reden voor het kiezen van een man in de rol van deze vrouw, dat het hier gaat om mannelijke dominantie en dat ze, omdat er al zo weinig theater is vanuit de vrouwelijke beleving, liever geen stuk maakt waarin vrouwen elkaar onderdrukken. Die mening zorgt in dit geval voor een theatraal interessante oplossing, maar je kan je afvragen of het geen beperkende opvatting van de vrouwelijke beleving is.

Als dan, nadat Mevrouw weer vertrokken is, eigenlijk alles wat er aan het begin is gebeurd wordt herhaald, met precies dezelfde emoties, verliest de voorstelling zijn kracht. Er is geen echte ontwikkeling, het stuk begint en eindigt in dezelfde, bijna hysterische, gemoedstoestand, al vindt er wel een groot drama plaats.

Instinctief

Mitchell baseert haar wijze van regisseren op de acteermethodes van de Rus Konstantin Stanislavski, die onder andere bekend is omdat uit zijn theorieën het Amerikaanse method acting is voortgekomen. Mitchell is echter meer geïnteresseerd in zijn latere werk, waarin hij stelt dat er op een bepaalde situatie altijd eerst een instinctieve fysieke reactie komt voordat de emoties komen. Zij maakt als voorbereiding van haar regie een nauwgezette partituur van de tekst, die door iedereen die aan de voorstelling meewerkt gebruikt wordt, waarbij ze alle gebeurtenissen benoemt die volgens haar van invloed zijn op het verhaal. Bij haar moet een acteur een emotie niet voelen, maar op perfecte wijze fysiek weergeven. Vooral het eerste deel van De Meiden laat zien dat deze werkwijze erg mooi en meeslepend toneel kan opleveren.

Ook al is deze voorstelling uiteindelijk niet helemaal gelukt, het zou fijn zijn als Toneelgroep Amsterdam Mitchell de gelegenheid geeft het Nederlandse publiek met meer van haar interessante ideeën kennis te laten maken.

Boeken / Non-fictie

De oorlog door de ogen van een jonge dichteres

recensie: Hanny Michaelis - Lenteloos voorjaar

In de nalatenschap van dichteres Hanny Michaelis, die in 2007 overleed, werd een grote hoeveelheid schriftjes waarin zij een dagboek bijhield gevonden. Lenteloos voorjaar gaat over de jaren 1940–41.

De ondertitel van Lenteloos voorjaar is ‘Oorlogsdagboek’, en dat heeft iets vreemds. Lange tijd is de Tweede Wereldoorlog en de bezetting door de Duitsers een gegeven dat slechts op de achtergrond speelt. De jonge Hanny Michaelis, zeventien jaar oud is ze in mei 1940, gaat gewoon naar school, ruziet met en verhoudt zich tot vrienden, en hunkert naar jongens. Zoals dat toen ging, en zoals dat nu nog steeds gaat. De bombardementen op Schiphol en de luchtgevechten tussen Britse en Duitse vliegtuigen houden haar wakker, maar lijken de jonge Hanny nauwelijks angst in te boezemen.

Naar het einde van dit boek toe verandert dat, maar minder dan de hedendaagse lezer, met alle kennis van de gruwelen van de oorlog, misschien zou verwachten. De grote omslag moet echter komen in het al aangekondigde, volgend jaar te verschijnen De wereld waar ik buiten sta, dat de jaren 1942–45 bestrijkt. Nu kun je een kind moeilijk gebrek aan groter, historisch besef verwijten; daarnaast biedt Lenteloos voorjaar een prachtig inkijkje in de geest van deze jonge dichteres.

Dagelijkse verwikkelingen

De dagboeken die in Lenteloos voorjaar opgenomen zijn, openen op 19 mei.

Het idee, dat we verleden week vrijdag [10 mei] om deze tijd nog aan het begin van alle ellende stonden, die we nu grotendeels achter de rug hebben!

Michaelis vat uitgebreid samen wat er in die week is gebeurd, waar ze de hele tijd schippert tussen politiek-militaire ontwikkelingen en wat zij en haar vrienden deden. Al snel daarna veranderen er een paar dingen: De nacht der Girondijnen­-auteur Jacques Presser, toentertijd docent geschiedenis, probeert zelfmoord te plegen; haar docent Grieks, J. van Leeuwen, voelt zich in toenemende mate vrij om zijn antisemitische ideeën te luchten en het Vossius Gymnasium moet naar een nieuw onderkomen verhuizen, omdat het oude door de Duitsers overgenomen wordt.

Dergelijke ontwikkelingen voeren zelden de boventoon in de dagboeken. Wel is de lezer in staat Michaelis’ schoolcarrière te volgen. Pagina’s schrijft ze vol over welke cijfers ze heeft gekregen, hoe de lessen waren, welke stof er is besproken, enzovoort. Nop Maas, die dit dagboek bezorgt en daarnaast enigszins heeft geredigeerd, had hier strenger mogen zijn, of in zijn inleiding de keuze om dit materiaal te laten staan beter moeten verantwoorden. Voor de lezer is het zo allemaal wat langdradig: op sommige punten sleept het boek zich voort als een slechte roman.

Kwetsbaar

Lenteloos voorjaar is ook het boek waarin we Michaelis kwetsbaar zien: als beginnende dichteres die haar eerste poëzie schrijft, bijvoorbeeld. Daarnaast zien we Michaelis als jonge vrouw die verliefd wordt en passies heeft. Een laatste gezicht dat ze in deze pagina’s aanneemt is dat van de lezer, die vaak verslag doet van de boeken die ze gelezen heeft en haar oordelen over deze lectuur opschrijft. De rustige, haast idyllische toon die Lenteloos voorjaar kenmerkt zal in De wereld waar ik buiten sta snel verdwijnen.